Psychopathologie 6 Flashcards

1
Q

Voornaamste kenmerken van psychosen

A
  • Kortdurende psychose: eenmalig, volledig herstel
  • Schizofrenie: chronisch, progressief verloop, enig herstel tussen psychosen door
  • Positieve symptomen zijn aanwezige symptomen die bij gezonde mensen afwezig is
  • wanen
  • hallucinaties
  • Negatieve symptomen zijn afwezige symptomen die bij gezonde mensen aanwezig zijn
  • affectieve vervlakking, initiatiefverlies, sociaal terugtrekgedrag, cognitieve achteruitgang (IQ)
  • Gedesorganiseerd denken (spreken)
  • Gedesorganiseerde motoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanen

A
  • Overtuigingen die niet vatbaar zijn voor feiten en daarmee in tegenspraak zijn
  • Denkfouten
  • achtervolgingswaan
  • betrekkingswaan (bijv. dingen in de media en zich aangesproken voelen)
  • grootheidswaan (denken dat ze een directeur zijn)
  • etc.
  • Je kan iemand niet meer overtuigen, toeval bestaat niet (dingen zijn gepland) en hebben geen ziekte besef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hallucinaties

A
  • Zintuigelijke ervaringen zonder dat dit daadwerkelijk plaatsvindt
  • Waarnemingsfouten
  • Auditieve hallucinaties meest voorkomend
  • Horen, zien en voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Andere symptomen

A
  • Gedesorganiseerd denken
  • manier van spreken, ontsporen in gesprek, soms onbegrijpelijke woorden
  • Gedesorganiseerde motoriek
  • chaotische bewegingen, katatoon gedrag, grimassen maken
  • Angst (een psychose is een zeer beangstigende ervaring)
  • Wanen en hallucinaties worden door de patiënt als zeer realistisch ervaren
  • Wanen en hallucinaties zijn overwegend zeer beangstigend en ontregeld
  • Als een patiënt al onderkend dat hij last heeft van symptomen is het volgende probleem dat het moeite kost de werkelijkheid van ziekteverschijnselen te onderscheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schizofrenie

A
  • Ernstige psychotische stoornis
  • Men heeft 2 of meer van de eerder genoemde kenmerken
  • Minimaal 6 maanden onafgebroken aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychosen bij andere stoornissen

A

Psychosen soms symptomen van andere stoornissen:
- Stemmingsstoornis (manisch- of depressieve psychose met respectievelijke grootheids- of nihilistische wanen)
- PTSS (herbelevingen)
- Middelenstoornis (drugs bijvoorbeeld, wiet of hash (intoxicatie- of onttrekkingspsychose)
- Ea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Relatie criminaliteit

A
  • Stoornis + gebruik van middelen (minder geremd in je gedrag, empathisch vermogen wordt er minder door, het is sowieso al laag bij schizofrenie) = gevaarlijk! -> kan ervoor zorgen dat het erger wordt
  • Paranoïde schizofrenie (je voortdurend bedreigd voelen -> bedreiging uitschakelen)
  • Pakketjes verstoppen/geld wegsluizen
  • Mails naar polici
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Relatie criminaliteit

A
  • Bevelshallucinaties
  • Familieleden, bekenden en patiënten zelf hebben nogal eens voorafgaand aan een delict, vaak op een verkapte manier, hulp gezocht. Veel frustraties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Andere aandachtspunten begeleiding

A
  • Suïcidaliteit hoog
  • Cultuurgebondenheid
  • Stoornis + gebruik van middelen = vaak een vorm van zelfmedicatie!
  • Sommige cliënten proberen de stemmen die ze horen letterlijk te overschreeuwen met ander geluid, zoals radio of tv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proeftentamen 1. Ontoerekingsvatbaarheid

A

A. is een term die wordt gebruikt in het rechtssysteem. Dit betekent dat iemands daden hem/haar niet kunnen worden aangerekend, wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens
B. meestal is dat de angst voor ‘eeuwigdurende’ TBS-maatregel
C. deze persoon krijgt een straf en geen maatregel, omdat hem/haar de daad volledig kan worden toegerekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

proeftentamen 2. verslaving en middelenstoornissen

A

A. dubbele diagnose
B. verslaving domineert het dagelijks leven (verwerven middel) – invloed op alle levensdomeinen. Verslaving versterkt of leidt tot psychiatrische of somatische stoornissen
C. dempende/verdovende middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

proeftentamen 3. psychopathalogie

A

A. of er sprake is van een stoornis tijdens het delict en of die stoornis in causale relatie staat met het gepleegde delict
B. psychiater of een psycholoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen een kortdurende psychose en schizofrenie?

A
  • Kortdurend: eenmalig, volledig herstel
  • Schizofrenie: chronisch, progressief, enig herstel tussen psychoses
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn wanen?

A

Overtuigingen die niet vatbaar zijn voor feiten. Denkfouten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 5 waanthema’s beschrijft de literatuur? Ligt toe.

A
  1. Paranoïde wanen: overtuigd dat hij benadeeld, achtervolgd of vergiftigd wordt.
  2. Betrekkingswanen: overtuigd dat de gebeurtenissen speciaal betrekking op hem hebben.
  3. Beïnvloedingswanen: overtuigd dat zijn denken of gedrag buiten hemzelf wordt bestuurd.
  4. Somatische wanen: overtuigd dat hij lijdt aan een ernstige ziekte of bepaalde lichaamsdelen worden afgestorven.
  5. Schuld-, zonde, armoede- wereldondergangswanen: overtuigd dat hij zijn plichten heeft verzaakt en anderen onrecht heeft aangedaan, dat hij gestraft wordt voor zijn zonden, dat hij niets meer bezit en dat de wereld ten onder gaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 5 kenmerken van een waanstoornis?

A
  1. Erotomane waan: vaste overtuiging dat een ander, vaak met een hogere sociale status, verliefd is op hem of haar.
  2. Grootheidswaan: overtuigd bijzondere kennis of macht te bezitten of een speciale relatie te hebben met een beroemdheid of met God.
  3. Jaloersheidswaan: overtuigd dat zijn of haar seksuele partner ontrouw is.
  4. Paranoïde waan: overtuigd dat hij of zij benadeeld, achtervolgd of vergiftigd wordt.
  5. Somatische waan: overtuigd een lichamelijke aandoening of handicap te hebben.
17
Q

Wat zijn hallucinaties?

A

Zintuigelijke waarnemingen zonder dat dit daadwerkelijk plaatsvindt

18
Q

Wat zijn de drie overkoepelende symptomen bij mensen met een psychose?

A
  • Gedesorganiseerd denken
  • Gedesorganiseerde motoriek
  • Angst
19
Q

Welke vormen van behandeling zijn gebruikelijk?

A
  • Medicatie (antipsychotica)
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie/sociale vaardigheidstraining
  • Gezinsinterventies
20
Q

Wat zijn de aandachtspunten voor in de begeleiding?

A
  • Betrekken sociale omgeving
  • Terugvalpreventie (leren herkennen van signalen die een voorbode zijn van een nieuwe psychose)
  • Zo min mogelijk isolatie
  • Medicatietrouw is vaak slecht door cognitieve achteruitgang en door bijwerkingen. Ook wel: als het een tijdje goed gaat -> stoppen met medicijnen -> terugval
  • Vermijden van spanning en stress (niet hetzelfde als prikkelarme omgeving)
  • Niet mee gaan, wel erkenning.
  • Afleiding.
21
Q

Het recidivecijfer onder zedendelinquenten is hoog

A

Nee, in een meta-analyse (meerdere onderzoeken, >45.000 plegers) komt naar voren dat het recidivecijfer onder behandelde delinquenten 15% is.

22
Q

Ongeveer 10% van alle volwassen mannen vindt een kind jonger dan 12 weleens seksueel aantrekkelijk

A

Nee, dat is 20%

23
Q

Hoeveel procent van de mannen vind een kind van 13 jaar aantrekkelijk?

A

1-3% (2012)

24
Q

Een onderzoek onder studenten had als uitkomst dat ongeveer 25% van hen een meisje zou verkrachten als ze zeker zouden weten dat ze niet gestraft zouden worden

A

Nee, het was meer dan de helft

25
Q

Tussen 2005 en 2010 is het aantal zedendelicten met ruim 25% afgenomen

A

Dat klopt. De aangiftebereidheid was daarbij niet afgenomen