Probleem 7: Blauwe/Bruine Ogen Flashcards
social identiteit
De vraag hoe iemand in relatie tot een sociale omgeving wordt gedefinieerd.
sociaal-structureel
sociale classificatie van mensen in categorieen of groepen
visible minorities
groepen die er in vergelijking tot de meerderheidsgroep zichtbaar anders uitzien kunnen moeilijkheden ervaren met geaccepteerd te worden.
cultureel
onderscheidende groepen gedragen zich anders
zijnsdefinitie
bewust zijn van wie je bent en hoe anderen jou zien
etnisch-categoriaal denken
het noodzakelijk vinden dat er onderscheid wordt gemaakt tussen groepen
kleurenblind perspectief
men vind dat er geen onderscheid moet worden gemaakt tussen groepen omdat dit niet relevant is
master status
een deelidentiteit die op dat moment centraal staat
stigma identiteit
wanneer er door anderen maar naar 1 deelidentiteit wordt gekeken.
primaire identiteit
de eerste identiteit die je op jonge leeftijd krijgt
bindingsbehoefte
men wil zich met een groep verbonden voelen
ascriptie
mensen worden door anderen samengevoegd op grond van hun vermeende afkomst
zelfascriptie
mensen zien en definieren zichzelf in etnische termen en er is sprake van eigen normen, regels en doelen
zelfcategorisering
turner
zichzelf categoriseren als een lid van een bepaalde groepering. men schrijft zichzelf een label toe
zelfstereotypering
de eigenschappen die bij de groep horen schrijft men ook aan zichzelf toe en gaat hiernaar handelen.
zelfidentificatie
emotionele verbondenheid met een bepaalde groepering
interpersoonlijk niveau
situaties waarin mensen met elkaar omgaan als unieke en concrete individuen