Probleem 5: Nature vs. Nurture Flashcards
behavioral genetics
onderzoek naar genetische invloeden op gedrag en persoonlijkheid
monozygote tweeling
een eiige tweeling
dizygote tweeling
twee eiige tweeling
correlatie een eiige tweelingen hoger twee eiige tweelingen
genen
correlatie een eiige tweelingen lager dan twee eiige tweelingen
omgeving
equal evironment assumption
eeneiige tweelingen hebben geen gelijkere omgeving dan twee eiigen tweelingen
heritability coëfficiënt
een statisic die verwijst naar het aandeel van de variantie in een groep dat wordt veroorzaakt door genen
phenotypic variance
verschillen in observeerbare kenmerken
genotypic variance
verschillen in genen
formule hertability
2 (Rmz - Rdz)
selective placement
adoptiekinderen kunnen in ongeveer dezelfde omgeving als bij hun biologische ouders worden geplaatst
GWAS
ze kijken naar het hele genoom en onderzoeken zo verschillen in persoonlijkheid
non-shared environmental effect
de gedeelde omgeving heeft nauwelijks invloed op de persoonlijkheid terwijl de niet-gedeelde omgeving heel veel invloed heeft.
GxE passief
het kind krijgt de genen van de ouders en ook de omgeving
GxE actief
kind kiest eigen omgeving