Probleem 6: Booksmart of Streetsmart Flashcards
intelligentie
het vermogen om op adequate wijze te reageren op de eisen die de situatie stelt
alledaagse intelligentie
heeft betrekking op maatschappelijk relevant gedrag
psychometrische benadering
beschrijven en operationaliseren van de variabelen die verschillen in gedrag tussen mensen veroorzaken
factoranalyse
technieken om een groot aantal correlaties tussen subtests te verminderen tot een overzichtelijk aantal d
nadeel psychometrische benadering
theoretisch niet sterk gefundeerd
cognitief-psychologische benadering
mentale denkprocessen achter intelligentie. begrijpen mechanismen die achter het fenomeen intelligentie schuilgaan.
nadeel cognitief-psychologische benadering
levert inhoudelijk weinig op
neurologische bandering
de gegevens achter de hersenwerking staan centraal
beschrijvende benadering
door analyse de verschillende onderdelen van intelligentie met elkaar in verband brengen
nadeel beschrijvende benadering
niet toepasbaar
fluïde intelligentie
flexibiliteit in het denken en het vermogen om abstract te redeneren.
gekristalliseerde intelligentie
accumulatie van kennis en vaardigheden die gedurende de levensloop worden opgedaan en toegepas
galton
1880 intelligentie ergelijk
spearman
1904
- g-factor
- groepsfactor
- s-factoren
thurstone
1938 primary mental abilities
raprinvw
vernon
1950
- g-factor
- verbaal educationele en visueel-ruimtelijk-motorische factor
- specifieke factoren
cattell en horn
1966 Gf-Gc intelligentiemodel
guilford
1967
operatie
inhoud
product
carroll
1993
- 1e order: 21 groepsfactoren
- 2e order: fluid en gekristaliseerde
- 3e order: g-factor
Cattel horn en carroll
2012
chc-model
- stratum 3: g-factor
- stratum 2: cognitieve vaardigheden. factoren carroll en horn + cattell
- stratum 3: specifieke cognitieve vaardigheden
stenberg
1985,1997 triarchische theorie analytisch creatief praktisch
Gardner
1983, 1993
multipele theorie
SLIIMNLL
amerikaanse stroming
erkent alleen het bestaan van specifieke intelligenties
britse stroming
beschouwt intelligentie als eenheid. - overkoepelende factor
psychologische test
een systematisch onderzoek van gedrag met behulp van speciaal geselecteerde vragen of opgaven met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch kenmerk van de onderzochte in vergelijking met anderen.
geschiktheidstest
meten van verschillende cognitieve capaciteiten waarbij als toegift een intelligentiescore kan worden berekend.
individuele tests
de test wordt een-opeen afgenomen en door 1 iemand gemaakt
groepstests
de tests kan met meerdere personen tegelijk worden afgelegd
deviatie iq
persoon wordt in rangorde gezet van leeftijdsgenoten
positive manifold
de scores op de verschillende substests zullen in verschillende mate positief met elkaar correleren.
moeilijkheidsgraag
proportie personen die de opgave goed beantwoord
item-restcorrelatie
de correlatie tussen de score op een item en de totaalscore op alle overige items
verbaal educationele factor
vernon
schoolse en verbale kennis
visueel-ruimtelijk-motorische factor
vernon
rekenkundig en kunstzinnige kennis
fluïde intelligentie
Cattell en Horn
flexibiliteit in het denken en het vermogen om abstract te redeneren
sterk aangeboren
gekristalliseerde intelligentie
Cattell en Horn
accumulatie van kennis en vaardigheden die gedurende de levensloop zijn opgedaan
sterk bepaald door omgeving en onderwijs
operatie
Guilford
de uit te voeren cognitieve activiteit
inhoud
Guilford
het materiaal waaruit de taak is opgebouwd
product
Guilford
de vorm waarin de informatie is gegoten
wechsler test
verbaal vs performaal