Probleem 4: (In)stabiliteit van gedrag Flashcards
personality coëfficiënt
correlatie tussen slef-reported gedrag en gedrag dat werkelijk wordt vertoont
aggregation
proces waarin meerdere metingen worden afgenomen voor een beter resultaat
personality paradox
onderzoek zegt dat de consistentie van gedrag laag is terwijl je intuitie zegt dat dit juist hoog is.
situationisme
er is nauwelijks stabiliteit in gedrag omdat dit wordt bepaalt door de situatie.
R-data
anderen beoordelen real-life gedrag
S-data
self-reported behaviour
T-data
direct meten van objectief gedrag
longitudinale stabiliteit
zijn persoonlijkheidstrekken stabiel over tijd
cross-situationele stabiliteit
zijn persoonlijkheidstrekken stabiel over verschillende situaties
fundamental attribution error
je maakt de fout dat je de oorzaak van gedrag alleen in persoonlijkheidstrekken zoekt en niet situaties
error of variance
je maakt de fout dat je de oorzaak van gedrag alleen in situaties zoekt en niet in persoonlijkheidstrekken
interactionisme
gedrag wordt bepaald door een combinatie van de situatie en persoonlijkheidstrekken
situational selection
de keuzes voor bepaalde situaties zegt iets over de traits van een persoon
evocation
traits lokken bepaalde reacties uit van de omgeving
manipulation
de manier waarop mensen het gedag van anderen willen beïnvloeden verschilt per persoonlijkheidstrek