Probleem 6: Twentysomething Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is de visie van Erik Erikson op de quarter life crisis? (Arnett - 2002)

A

Hij benoemt geen specifieke leeftijden.

Prolonged adolescentie is typisch voor geïndustrialiseerde samenleving en het psychosociale moratorium;

Jonge volwassenen die door vrije rolproefnemingen hun rol in de samenleving vinden. Dus je hebt vrijheid omdat je niet zoveel verantwoordelijkheden hebt etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de visie van Levinson op de quarter life crisis? (Arnett - 2002)

A

17-33 is de novice fase van ontwikkeling → je gaat de volwassen wereld in en bouwt stabiliteit op. Je ervaart verandering/instabiliteit door werk/liefde. Komt beetje overeen met het idee van Erikson over vrijheid om te experimenteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de visie van Kenniston op de quarter life crisis?(Arnett - 2002)

A

Hetzelfde als Erikson over rolproefneming. Jeugd als spanning tussen de zelf en maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt het artikel over de demografie van emerging adults?(Arnett - 2002)

A

Belangrijk kenmerk van emerging adults. Het wisselt tot je 17e niet veel. Daarna tot en met 25e wel veel verandering. Na 30e vaak wat stabieler.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom voelen emerging adults zich niet volwassen? (Arnett - 2002)

A

emerging adults hebben een inbetween gevoel. Niet adolecent en niet volwassen.

Ouderschap is een consistente factor die ertoe leidt dat mensen zich volwassen gaan voelen. Vroeger was dit veel eerder dan tegenwoordig.

Criteria voor wanneer men zich volwassen vindt:
 verantwoordelijk voelen, stabiel leven, financieel onafhankelijk, zelf onafhankelijke keuzes maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houd emerging adulthood in? (Arnett - 2002)

A

Mensen in emerging adulthood weten niet zo goed of ze nou volwassen zijn of niet. Ze zweven eigenlijk ergens tussen, in-between adolescent en volwassenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verkennen emerging adults hun identiteit?(Arnett - 2002)

A

Periode vol vrijheid, mogelijkheden om identiteit te ontdekken op gebied van liefde, werk en wereldbeeld. Vroeger zagen we de adolescentie als de periode om jezelf te ontdekken, maar het blijkt dat aan het einde van deze periode de ontwikkeling hiervan nog niet helemaal klaar is. Loopt dus nog door bij emerging adults.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er gezegd over liefde bij emerging adults? (Arnett - 2002)

A

Adolescenten bij 12-14 korte relatie met vriendjes/vriendinnetjes, emerging adulthood wordt relatie serieuzer want je werkt bijv. naar trouwen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er gezegd over werk bij emerging adults? (Arnett - 2002)

A

Adolescenten hebben meer bijbaantjes gericht op geld verdienen, bij emerging adults meer banen die gericht zijn op de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er gezegd over wereldbeeld bij emerging adults? (Arnett - 2002)

A

Emerging adults denken dat opleiding na middelbare school zorgt voor verschillende wereldbeelden. Beeld wat je aan het begin van je opleiding had veranderd. Ook bij mensen die geen opleiding gaan volgen veranderd vaak het wereldbeeld, omdat ze ook een nieuwe onafhankelijke houding krijgen tegenover hun jeugd, ouders etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de relatie tussen emerging adults en risico gedrag? (Arnett - 2002)

A

Komt vaak voor bij emerging adulthood, uit zich in bijv. onveilige seks, alcoholmisbruik. Als mensen gaan trouwen wordt het risicogedrag wat verminderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is emerging adulthood geen adolescentie? (Arnett - 2002)

A

Puberale verandering lag in 20e eeuw rond de 15 jaar, nu is dat veel eerder, namelijk rond je 12,5 jaar. Misschien schuift de periode van adolescentie op.

Meer sociale verandering. Mensen studeren langer, waardoor de volwassenheid wordt uitgesteld.

Rond 18e jaar zijn er wettelijke veranderingen, zoals stemmen. Het is een duidelijke transitieperiode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is emerging adulthood geen volwassenheid? (Arnett - 2002)

A

In de periode van emerging adulthood voelen mensen zich niet volledig volwassen omdat ze vaak nog aan het studeren zijn, nog niet getrouwd zijn, nog geen kinderen hebben.

Volwassenheid is vaak rond 30+, hier zijn ze wat stabieler in het leven.

Heterogeniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de invloed van cultuur op emerging adulthood? (Arnett - 2002)

A

Het verschilt per cultuur. In het westen wacht je wat langer met trouwen. Cultuur waarbij je vroeg trouwt, heb je dus eerder meer verantwoordelijkheid.

Sociale klassen; lagere klasse hebben minder emerging adulthood → minder vrijheid doordat je eerder gaat werken.

Adolescentie is wel een universele levensfase, maar emerging adulthood dus niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de conclusie? (Arnett - 2002)

A

Emerging adulthood is een periode waarin je jezelf en de wereld kan ontdekken. Vooral op het gebied van werk, identiteit, wereldbeeld. Dit geldt vooral voor geïndustrialiseerde landen (maar ook hier ervaart niet iedereen het - door bijv. subculturen in landen zelf en door sociale klassen). Binnen de emerging adulthoodperiode is er veel heterogeniteit (demografische verschillen) en dit is minder bij adolescentie/volwassenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het doel van de review van Arnett & Mitra?

A

Kijkt of de 5 kenmerken meer toepasbaar zijn voor leeftijden van 18-25 jaar dan voor andere leeftijden. Ook keken ze naar depressie

17
Q

Wat zegt de introductie? Benoem de 5 karakteristieken van emerging adulthood (Arnett & Mitra)

A

Er zijn 5 karakteristieken van emerging adulthood:
1. Identiteitsverkenning
2. Instabiliteit
3. Zelf-focus
4. Feeling-in-between
5. Mogelijkheden/optimisme

18
Q

Wat zijn de resultaten? (Arnett & Mitra)

A

Wel significante effecten van leeftijdsgroep op identiteit, zelf-focus en instabiliteit en fun and excited (wel hele kleine effectsize, dus wel verschil, maar heel klein)
- Identiteit heeft het grootste effect bij leeftijdsgroepen (0.02).
- instabiliteit en fun and excited (0.009)

Geen significant leeftijdsverschil voor mate van vrijheid gevoel

Anxiety heeft wel leeftijdsverschillen, depressie niet
Niet significant, maar emerging adults hebben wel vaker de kenmerken van de methode. Dus het komt emerging adulthood, maar oudere leeftijdsgroepen hebben het ook.

Jongste leeftijdsgroep gaven vaker extremere antwoorden dan oudere groepen (meer moderate)

19
Q

Wat zegt de discussie? (Arnett & Mitra)

A

Het bevestigt de theorie, emerging adults ervaren de 5 karakteristieken meer.

Aan de andere kant was het niet alleen de emerging adult groep die dit ervaarden, de andere groepen namelijk ook.

‘Dit is de tijd van mijn leven’ 81% emerging adults, maar bij de andere leeftijden stemde zo’n 55-69% ook

20
Q

Wat is de conclusie? (Arnett & Mitra)

A

Kenmerken van emerging adulthood zijn niet per se onderscheidend, omdat het in alle leeftijdsgroepen voorkomt, het komt wel iets meer voor in de emerging adulthood. Feeling in between was het enige onderscheidende kenmerk.

21
Q

Wat was het doel van de single study van Weier & Lee?

A

Er bestaat een idee dat jongere niet echt volwassen willen worden enz. Kijken of dit echt zo is. Er wordt ook gekeken naar wat familie/vrienden verwachten over hun toekomst.

22
Q

Wat zijn de onderzoeksvragen? (Weier & Lee)

A
  1. Welke traditionele volwassen rollen in werk, relaties, onderwijs en familie streven jongvolwassenen na?
  2. Hoe verschillen de toekomstverwachtingen van jongvolwassenen van die van hun familieleden en partners?
  3. Welke bijvoeglijke naamwoorden kiezen jongvolwassenen voor hun huidige en toekomstige leven?
  4. Hoe scoren jongvolwassenen op depressie, angst, stress, optimisme en sociale steun in vergelijking met eerdere en oudere generaties?
23
Q

Wat waren de resultaten op gebied van ambities? (Weier & Lee)

A

Als ze dachten dat mensen in omgeving traditionele pad zou bewandelen, en ze dit zelf ook willen → meer sociale steun.

24
Q

Hoe was het onderzoek ingericht? (Weier & Lee)

A

Participanten: 518 australische universiteitsstudenten van 18-25.

Meerendeel vrouw, gem leeftijd 19, meeste wonen thuis en zijn vrijgezel, fulltime studie en betaald werk.

Ze vulden vragenlijsten in over bepaalde doelen voor de toekomst, anxiety, waargenomen doelen van verwachting van naasten.

De vraag of ze volwassenheid hadden bereikt werd ook gesteld.

25
Q

Wat waren de resultaten van Zelfgerapporteerde volwassenheidsprestaties? (Weier & Lee)

A

68% voelt zich gedeeltelijk volwassen, 9% voelt zich volwassen, 21% voelt zich helemaal niet volwassen.

26
Q

Wat waren de resultaten van doelen voor de toekomst?(Weier & Lee)

A

98,1 denkt betaald werk te hebben als ze 40 zijn, was wel verschil tussen mannen en vrouwen in voorkeur (vrouwen vaker parttime).

Geen genderverschillen in doelen voor relaties of kinderen

91% denkt getrouwd te zijn als ze 40 zijn en de rest stabiele relatie of single

Bijna 100% denkt een diploma te hebben, maar minder dan helft heeft ambitie om verdere opleiding te volgen

27
Q

Wat waren de goal priorities?(Weier & Lee)

A

Opleiding afmaken
Werk dat je leuk vindt
Huwelijk of lange termijn partner
Reizen naar buitenland
Kinderen krijgen
Eigen huis
Goed betaalde baan
Werken in buitenland

28
Q

Hoe beschreven ze hun huidige en toekomstige leven? (Weier & Lee)

A

Studenten beschouwden het huidige leven als financieel beperkt, stagnerend en overweldigend, terwijl het toekomstige leven als onafhankelijk en succesvol werd gezien.

29
Q

Wat waren de resultaten voor geestelijke gezondheid? (Weier & Lee)

A

Geestelijke gezondheid → klein significant effect tussen relatie tussen jezelf en waargenomen sociale steun
- optimisme niveaus waren lager in vergelijking met oudere volwassenen
- stress was hoger in vergelijking met oudere volwassenen

30
Q

Wat was de discussie/conclusie? (Weier & Lee)

A

Studenten streven wel naar de traditionele rollen, dus wat eerst gedacht werd wordt ontkracht. Ze hebben een positieve kijk op toekomst, maar negatieve perceptie van heden.

31
Q

Wat onderzocht de single study van Rossi & Mebert?

A

Onderzocht of de quarterlife crisis bestaat bij 4 groepen:
1. High-school → college
2. High-school → werk
3. College graduate → werk
4. College → graduate school

32
Q

Wat is de onderzoeksvraag? (Rossi & Mebert)

A

Is quarterlife crisis specifiek voor afgestudeerde studenten, opkomende volwassenen, die het werkveld ingaan.

33
Q

Wat is de hypothese? (Rossi & Mebert)

A

Mensen die een grotere verandering doormaken zullen meer stress ervaren en veel studenten die zijn afgestudeerd hebben een quarterlife crisis (niet bewezen).

34
Q

Wat is de methode? (Rossi & Mebert)

A

Onderzocht met zelfrapportages over identiteitsontwikkeling, toekomstperspectief, coping, sociale steun, depressie, angst, levens- en werktevredenheid.

35
Q

Wat zijn de resultaten? (Rossi & Mebert)

A

Hypothese is niet bevestigd. Binnen de 4 groepen was geen bewijs gevonden voor quarterlife crisis.
 Anxiety het hoogst bij highschool→ work groep.
 Depressie was soms bij een groep erg hoog, maar veel confounding variabelen. Het werd bijv. meer beïnvloed door family support en identity commitment.
 Job satisfaction meer geassocieerd met inkomen, support,
 Life satisfaction geassocieerd met inkomen, sociale support, identity commitment.

36
Q

Wat is de discussie? (Rossi & Mebert)

A

Quarterlife crisis bestaat niet

Sociale ondersteuning van familie en vrienden is een betere voorspeller voor depressie en angst dan leeftijd of de soort transitie die je maakt.

Mensen die net zijn afgestudeerd zijn juist het meest tevreden.

Mensen die direct van de middelbare school afkomen hebben het zwaarder (komt door locus of control)