Probleem 4: PBL voor- en nadelen Flashcards

1
Q

nadelen PGO: human cognitive achitecture (betekenis)

A

Human cognitive architecture: structuren die achter de menselijke cognitie liggen, zoals werkgeheugen, langetermijngeheugen en de relatie hiertussen. Met deze structuren houdt PBL geen rekening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nadelen PGO: human cognitive achitecture + lange termijn geheugen

A
  • PGO  heeft bepaalde gevolgen voor de menselijke cognitieve architectuur:
  • PGO legt zware eisen op het werkgeheugen.
  • Helpt het werkgeheugen niet bij het verkrijgen van kennis in langetermijngeheugen  werkgeheugen wordt al gebruik om te zoeken naar oplossingen voor de problemen en hierdoor niet kan worden gebruikt om te leren.  Iemand kan zoeken naar oplossingen zonder het langetermijngeheugen te veranderen en dus zonder te leren.
    = een manier van onderwijs die gebruikt maakt van zo min mogelijk begeleiding.
     gevolgen voor leren zijn niet per se positief. Het geven van weinig info bij problemen zorgt juist voor een minder kloppende mentale representatie van het probleem dan wanneer alle info wordt gegeven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nadelen PGO: 3 typen kennis

A

Experts onderscheiden 3 typen kennis:
* Content knowledge: de hvh kennis en de manier waarop kennis georganiseerd is in het brein van de leraar.
* Pedagogical content knowledge: de kennis die verder gaat dan de kennis van een bepaald onderwerp en die gaat over het lesgeven in dat ow.
* Curricular knowledge: de kennis waaruit de leraar zijn ‘tools’ haalt om bepaalde stof uit te leggen of te verduidelijken.
 De manier waarop een docent werkt in zijn domein is niet gelijk aan de manier waarop hij dit leert. Conclusie  PGO maakt geen onderscheid tussen het gedrag en de methoden van een expert in het vak, en die van studenten die nieuw zijn in het vak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nadelen PGO: cognitieve load theory

A

Cognitieve load theory  PGO eist te veel van het werkgeheugen  schadelijk voor het leerproces. Beginnende leerlingen hebben te weinig voorkennis  nieuwe schema’s kunnen slechter integreren met oude schema’s. Bij meer ervaren studenten is geen verschil tussen de verschillende manieren van onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat dan wel doen ipv PGO?

A

Worked-example effect: leerlingen die problemen moeten oplossen, presteren slechter op latere tests dan leerlingen die worked examples bestuderen. Leerlingen die dit moeten doen, leren namelijk welke stappen ze moeten zetten voor bepaalde problemen, wat een basis is voor het verkrijgen van probleemoplossende schema’s.

Process worksheets: geven een beschrijving van de fases die men moet doorgaan wanneer er een probleem opgelost moet worden, en geven hints of vuistregels waardoor leerlingen een probleem succesvol kunnen oplossen. Dit wordt gebruikt in een begeleidende instructievorm en het blijkt een positief effect te hebben op taakprestaties van leerlingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

conclusie nadelen PGO

A

Instructie met veel begeleiding is beter dan PGO.
 PGO kan schadelijk zijn voor leren, want kan zorgen voor misconcepties of onjuist georganiseerde kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voordelen PGO: meerdere onderzoeken bevestigen….

A

Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat studenten die nieuwe info krijgen, alleen moeten zien wat ze moeten doen en hoe ze dit moeten doen. PGO studenten hebben meer intrinsieke motivatie en gevoel van verantwoordelijkheid, betere communicatievaardigheden (discussie voeren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voordelen PGO: discussie

A

Uit onderzoek bleek dat een discussie effectief is als leerlingen beperkte kennis hebben. Zij leren meer dan experts, omdat de interactie tussen de beschikbare kennis en de info die nog geleerd moet worden bij hen vergroot wordt, wat zorgt voor een betere integratie van de nieuwe info, omdat de studenten al tijdens de discussie het probleem gaan verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voordelen PGO: structuur, met VB –> discussieren —> studeren literatuur

A

Uit onderzoek bleek dat studenten die eerst een probleem kregen  discussiëren  literatuur bestuderen, significant meer (40% meer) onthielden dan studenten die eerst literatuur lazen en daarna een probleem kregen. Studenten die al ervaring hadden met het ow, hadden slechts een toename van 11% in wat ze onthielden door het PGO systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen PGO: verwerking kennis

A

Het feit dat PGO zorgde voor meer onthouden is te verklaren door het idee dat de activatie van voorkennis zorgt voor makkelijker begrijpen en onthouden van nieuwe info (zelfs als de voorkennis maar een beetje relevant is).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voordelen PGO: cognitive load theory

A

Cognitive load theory: voor effectief leren, moet de architectuur van het cognitieve systeem van de leerling, de omgeving, en de interactie hiertussen, worden begrepen. Deze theorie zegt dat voor nieuwe leerlingen, die nog geen schema’s hebben om nieuwe info met bestaande kennis te integreren, het vrij verkennen van een complexe omgeving kan zorgen voor een te zware last op het werkgeheugen. Dit kan een negatief effect hebben op leren.
Volgens de cognitive load theory zijn er 3 categorieën van cognitieve belasing:
* Intrinsiek: ervaren moeilijkheid taak.
* Extraneous: taak die aan studenten wordt gepresenteerd op een manier die ineffectief is voor leren.
* Germane: taak is effectief voor het leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voordelen PGO: welke elementen moet het bevatten?

A
  • Studenten werken in kleine groepen (cognitieve load wordt verdeeld).
  • Studenten leren via training vaardigheden om te werken in groepen (minimaliseren van extraneous cognitieve last).
  • De leertaak is om een fenomeen (probleem) uit te leggen aan de hand van onderliggende mechanisme (intrinsieke last verlagen  problemen van makkelijk naar moeilijk te gaan).
  • In de discussie wordt de voorkennis van studenten geactiveerd (verminderen intrinsieke last.
  • De tutor moet het leren vergemakkelijken (vragen stellen en ingrijpen waar nodig)
  • De leerlingen moeten zelf bronnen zoeken voor hun studie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voordelen PGO: conclusie

A

weinig instructie is niet nadelig voor studenten. Deze is getrokken doordat Kirschner te veel kijken naar hele complexe problemen van PGO. Daarnaast benoemen ze geen beperkingen van onderzoeken die hun stelling aantonen. En de uitkomsten van onderzoeken zijn afhankelijk van de meting die is gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly