probleem 3: learning Flashcards

1
Q

Digital natives

A

mensen geboren in een tijd waarin digitale media als fundamenteel anders wordt beschouwd dan vorige generaties.  Opgroeien in digitale tijdperk

verschillende veronderstellingen:
* Digitale natives zouden specifieke en unieke kenmerken hebben die hen anders maakt dan de generaties voor hen.
* Digitale natives zouden geavanceerde technische digitale vaardigheden en leervoorkeuren hebben waar het traditionele onderwijs niet voor geschikt is.
–> blijkt niet waar te zijn.

mensen die vanaf jong opgegroeid zijn met technologie, dachten dat ze zijn beter in multitasken maar is niet zo, kunnen sneller switchen. ze kunnen niet van nature goed en effectief met technologie omgaan. Mensen met hoger inkomen en hoge onderwijs hebben meer kennis, kunnen beter mee omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

multitasken

A

meerdere infobronnen tegelijk cognitief verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Consequenties digital natives als niet bestaat

A

Wanneer we ervan uitgaan dat DN niet bestaan, heeft dit consequenties:
* Leraren moeten niet aannemen dat hun leerlingen vaardigheden en capaciteiten hebben die ze eigenlijk niet hebben.
 De vaardigheden moeten eerst aangeleerd worden voordat ze kunnen worden toegepast.
* De kloof tussen DN en DI is minder groot dan wordt beweerd.
 De kloof kan overbrugd worden. Bvb: er is weinig bewijs dat studenten de uni binnenkomen met een vraag naar nieuwe technologieën waaraan docenten en uni’s niet kunnen voldoen.
* Digitale geletterdheid is een belangrijk onderwerp binnen onderwijs.
 Leraren en toekomstige leraren moeten leren omgaan met (online) info en andere onderwijzen hierover.
* Omdat DN niet bestaan, moet onderwijs ook niet worden veranderd.
 Veranderen van onderwijs mar niet DN als excuus hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de effecten van multitasken?

A

→ tijd, GPA, hoorcollege, cognitieve effecten, grijze volume
- tegelijkertijd uitvoeren van 2 complexe taken heeft negatieve invloed op de productiviteit.
- GPA gaat achteruit als je meer multitaskt.
- Grijze massa wordt minder bij multitasken.
- informatieverwerking wordt minder.
- Heen en weer schaken tast je concentratie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

interventies toepassen maatregelen voor multitasken

A

Er zijn meerdere consequenties en er zijn maatregelen nodig voor multitasken:
- Het is nodig om leerlingen, studenten en docenten te leren over de negatieve effecten van multitasking.
- Doordat we weten wat de negatieve gevolgen zijn, kunnen we gedrag van multitasken elimineren. Zo kunnen leraren ervoor kiezen geen laptops te gebruiken in de klas.
- Technologie moet niet volledig worden verwijderd uit het onderwijs, maar er moet gebruik worden gemaakt van de juiste tools op het juiste moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Media multitasken

A

het wisselen van aandacht tussen media (telefoon, laptop, tv) en leerstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bottleneck theory of attention

A

aandacht kan slechts op 1 taak tegelijk worden gericht. Deze theorie zegt dat stimuli binnenkomen via een ‘flessenhals’ waarin slechts 1 item per keer kan worden verwerkt.

Prestaties verminderen als je in 1 keer veel informatie binnenkrijgt. Fles met dunne hals. je kan niet echt multitasken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Werkgeheugen theorieën

A

er is beperkte capaciteit van het werkgeheugen. Het visueel werkgeheugen kan slechts een beperkt aantal visuele info behouden. De aandacht neigt te gaan naar objecten die overeenkomen met de inhoudt van het visuele werkgeheugen.
 Werkgeheugen is een voorspeller voor multitask-vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 theorieën over consequenties van media multitasken

A
  • Scattered attention hypothesis: het brein beheert mentale resources om taken af te ronden. Aandacht is een gelimiteerde resource. Media multitasken zorgt voor het versneld uitputten van deze resource, waardoor performance vermindert op de oorspronkelijke taak.
     Meest consistent met uitkomsten van verschillende onderzoeken.
  • Trained attention hypothesis: frequent mediagebruik kan cognitieve controle trainen en verbeteren.  mentaal flexibeler.
     Blijkt enige potentiële validiteit te hebben.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de effecten van multitasken binnen de klas (welke theorieën worden ondersteund)?

A
  • als je iets anders doet tijdens de les op je telefoon/laptop heeft dat altijd negatieve invloed. Hoe langer het duurde voor een bericht wordt beantwoord hoe beter de performance. Scattered attention hypothesis past hierbij en bottleneck theory. Zelfregulatie en self efficacy wordt verminderd, begrijpend lezen en aantekeningen maken verminderd ook.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de effecten van multitasken buiten de klas?

A

negatief effect op leerprestaties.
Heeft effect op vermogen van taakwisseling, vermindert vermogen om irrelevante taken uit te filteren.
Door belasting van cognitieve verwering -> minder diepe verwerking van leerstof.
Ook minder self efficacy en zelfregulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe staat multitasken in verhouding met zelfregulatie en metacognitie?

A
  • Studenten zijn zich bewust dat multitasken de performance negatief beïnvloed, maar dit toch blijven doen.
  • Studenten hebben vaak niet door hoe media multitasken het leren beïnvloed.
  • Bewijs dat zelfregulatie van mediagebruik niet effectief wordt toegepast door studenten. Dit komt mogelijk doordat multitasken de toepassing van de juiste leerstrategie hindert.  Media verhindert metacognitie en zelfregulatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

implicaties onderzoek multimedia

A
  • Klasomgeving heeft invloed op multitasken  in klaslokaal met gestructureerde/ specifieke taken komt multitasken minder vaak voor.
  • Complexe taken moedigen het gebruik van laptops aan.
  • Studenten met een duidelijk doel en voldoende motivatie doen minder aan multitasken.
  • Duidelijk beleid kan media-multitasken verminderen in de klas & studenten moeten geadviseerd worden zorgvuldig met het gebruik van technologieën om te gaan.
  • Het informeren van studenten over media-multitasken zal het zelfbewustzijn en zelfregulering bevorderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Multimedia principe

A

Over het algemeen wordt gezegd dat men beter leert van een tekst met afbeeldingen dan enkel tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onderscheid 4 soorten afbeeldingen:

A
  • Instructive graphics: afbeeldingen relevant voor leerdoel.
     leerstof vergemakkelijken om te begrijpen.
  • Seductive graphics: afbeeldingen zijn interessant, maar niet relevant voor het leerdoel.
  • Decorative graphics: neutrale afbeeldingen die niet relevant zijn voor leerdoel.
     De afbeeldingen zijn cognitief neutraal en zijn bedoeld om een aangename sfeer te creëren zonder storend te zijn.
  • Geen afbeeldingen.

Liever geen afbeelding dan een seductive, maar liever een instructive afbeelding. Seductive zorgt voor meer cognitive load

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Resultaten multimedia principe

A
  • Mensen verwerken info via verschillende infokanalen.
     Verbale info gaat via ander kanaal dan auditieve info.
  • Leerprestaties zouden hoog zijn, wanneer leerlingen zich bezighouden met passende cognitieve verwerking waarin woorden en afbeeldingen worden georganiseerd en geïntegreerd. Om dit te stimuleren kunnen afbeeldingen helpen  motivatie stimuleren = diepere verwerking stimuleren.
    De gevonden resultaten over performance:
  • Instructive graphics  betere performance, stimuleert relevante cognitieve belasting.
  • Seductive graphics  slechtere performance, stimuleert externe CB = meer aandacht omgeving dan leerstof.
  • Decorative graphics  geen invloed
    Resultaten tevredenheid: alle drie een positief effect op leertevredenheid. Meest bij decorative grapics.