pre- en perinatale periode Flashcards
pre- en perinatale periode
de fase van ontwikkeling van een kind van embryo tot
pasgeboren baby.
prenatale periode
begint bij de bevruchting en eindigt bij de geboorte
perinatale periode
periode vanaf 22 complete weken zwangerschap tot 7 complete dagen na de geboorte.
functie HCG (5)
- zwangerschapshormoon
- zorgt dat het corpus liteum tijdens de eisprong niet wordt afgebroken -> dit zorgt namelijk voor aanmaak progestoron -> baarmoeder blijft intact -> goede innesteling.
- stuurt teken naar eileiders dat er geen nieuwe eicellen kunnen rijpen
- zet vet om in energie -> wordt gebruikt voor groei baby
- zorgt dat eigen afweersysteem de embryo niet afstoot
na 3 maanden stopt HCG en neemt de baarmoeder die functie over.
teken van chadwick
- als gevolg van toename van de doorbloeding verandert de kleur van de genetalia in blauwrood.
- In de baarmoederwand ontstaat een slijmprop, de cervix prop. Deze heeft een lichte antibacteriële werking
wanneer is het geslacht duidelijk?
met 14 weken
homozygoot
2 dezelfde allelen
heterozygoot
2 verschillende allelen
dominant
dominante allel komt altijd tot uiting
recessief
hiervan zijn 2 dezelfde allelen nodig om te uiten
fenotype
verschijningsvorm
genotype
erfelijke eigenschappen op de chromosomen
NIPT test
bloedtest waarbij DNA van de placenta in het bloed van de moeder wordt onderzocht. Kan vanaf 11 weken zwangerschap worden gedaan.
vruchtwaterpunctie
cellen in vruchtwater uit baarmoeder worden
onderzocht, kan rond 15-16 weken zwangerschap
vlokkentest
klein stukje placentaweefsel wordt weggenomen (ziet er vlokkerig uit) via buik of vagina, kan rond 11-14 weken
zwangerschap.
combinatietest
bloedonderzoek in week 9-14 en een echo in week 11-14 van de zwangerschap.
embryonale ontwikkeling
- ontwikkeling van embryo vanaf eencellige stadium tot ongeveer 9 weken.
- ontwikkeling placenta en navelstreng
- eindigt wanneer alle organen zijn aangelegd -> foetus
foetale ontwikkeling
Deze fase sluit aan op de embryonale fase en eindigt met de geboorte. Groei en rijping zijn in deze fase veel meer van belang dan differentiatie en specialisatie.
3 typen geboorte liggingen
- Hoofdligging (96% van alle gevallen)
- Stuitligging (3,5% van alle gevallen)
- Dwarsligging (0,5% van alle gevallen
prematuur en serotien
prematuur: meer dan 3 weken te vroeg geboren
serotien: meer dan een week na uitgerekende datum geboren
functie foliumzuur
stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen, verkleint de kans op aandoeningen van het zenuwstelsel en neurale-buisdefecten.
3 fasen bevalling
- ontsluiting- wordt veroorzaakt door constracties uterus. vruchtvliezen breken en bij 10cm wordt er gesproken van volledige ontsluiting
- uitdrijving: kind wordt naar buiten gedreven. De barende vrouw ervaart grote persdrang. De navelstreng wordt afgebonden en afgeknipt.
- nageboorte: de placenta wordt uitgedreven. Duurt 20 minuten gemiddeld. De contracties houden niet op → de placenta laat los van de baarmoederwand en glijdt richting geboortekanaal. Bloeding van slijmvlieswand wordt gestelpt door vasoconstrictie en voortgaande uteruscontracties.
inwendige spildraai
hoofd draait om door bekkenuitgang te kunnen. Hoofd wordt nu geboren met het gezicht in de richting van de rug van moeder.
uitwendige spildraai
als hoofd geboren is draait lichaam weer een kwartslag zodat schouders en lichaam geboren kan worden.
hoe komt de ademhaling op gang?
als het kouder is, meer licht is, andere
geluiden zijn en er is minder druk op de borstkas → dit alles leidt tot een sterke ademprikkel en de longen ontplooien zich
Apgar-score
- algemene conditie van baby wordt meteen na de geboorte gemeten en 5 min hierna.
- je meet: hartfrequentie, ademhaling, spierspanning, reactie op prikkels en huidskleur.
- gezond: meteen na geboorte minimaal 7 en na 5 min minimaal 10 punten
prolactine
- zet melkklieren aan tot melkproductie
- na flinke zuiging toeschietreactie -> extra afgifte oxycotine -> erectie tepel en contactie gladde spierweefsel rond melkgangen -> melk schiet toe
neonatale fase
eerste 4 levensweken