Portfolio onderdeel 6 Flashcards

1
Q

Werking N III, IV, VI weet je wel, maar wat gebeurd er als je pareses hebt?

Beschrijf NIII parese (bovenste en onderste tak NIII

A
  • N3 bovenste tak: mrs, levator palpebra (elevatie en retractie bovenste ooglid)
  • N3 onderste tak: mri, mrm, moi
  • Indien NIII parese krijg je down & out. Door MRL gaat oog naar buiten en mos oog naar beneden (meestal congenitaal maar kan ook door aneurysma of tumor komen)

*Geen dbb indien ptsosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werking N III, IV, VI weet je wel, maar wat gebeurd er als je pareses hebt?

Beschrijf NIV parese (5 dingen)

A

Nervus trochleairis NIV parese:

(-Verticale (en torsionele) diplopie maximaal bij nabij en kijken naar beneden

  • Het aangedane oog staat hoger
  • Een depressiebeperking maximaal in adductie
  • Een positieve hoofdkantelingstest in adductie
  • Een torticollis waarbij het hoofd gekanteld wordt naar de niet-aangedane zijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Werking N III, IV, VI weet je wel, maar wat gebeurd er als je pareses hebt?

Beschrijf NVI parese (4 dingen)

A

Nervus abducens NVI parese:

-(horizontaal het meest db. je krijgt onderactie van lateralis of een overreactie van medialis. -Abductiebeperking van het aangedane oog

  • Esotropie maximaal in de verte
  • Homonieme diplopie
  • Mogelijke torticollis met hoofddraai naar de aangedane zijde)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de kenmerken van een congenitale NIV parese?

(denk aan klachten, dipl beeld, ttc, onder/overactie, uni/bilateraal,heterotropie

A

*Meestal geen klachten of intermitterende klachten

-Klaagt over asthenope of verticaal beeld, NOOIT cyclotorsie

-Diplopie compensatie kan door hoofd positie

-kin omlaag bij bilaterale NIV

-onderactie mos

-Hoofd ttc naar onaangedane zijde. Bijv OD aangedaan > Dan hoofd naar linksboven

-Vaak unilateraal, bij kantelen aangedane zijde neemt toe

-Latere leeftijd komt ook de compensatie voor vanwege geleidelijke fusie verlies (stress/ziekte kan ook)

-Heterotopieën kunnen >10 prdpt zijn.
Diplopie of intermitterende diplopie kan hierbij aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de kenmerken van een verworven NIV parese? Er zijn er 3 van: Traumatisch, microvasculair en idiopatisch

Kenmerken over traumatische NIV (5 dingen)

Kenmerken over microvasculaire NIV (noem er 2)

(Denk aan over/onderactie, uni/bilateraal, [ex/in]cyclo,

A

*Overactie tegenovergestelde MRI is zeer opvallend & verte beter te zien dan onderactie M.O.S

Trauma NIV (Bijv hersenschudding):

-Duurt het langst en is gevoelig voor schade, symptomen komen meteen na schade

-Vaak bilateraal en gekruisde diplopie !!!(bilateraal is algemeen zeldzaam)

-Het kan asymptomatisch zijn en duidelijk worden na strabismus operatie van een vermoedelijke unilaterale NIV

-CT scan is vaak normaal, maar kan soms bloeding of kneuzing laten zien

-Excyclotropie bij add (congenitaal heeft dit haast niet)

Micro vasc NIV
-Vaak bij ouderen met hvz risico problemen zoals DM

-Opeens gekomen en pijnloos = ischemisch. Kan in 4-6 opgelost zijn

Idiopatische NIV
Oorzaak onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste/opvallendste verschillen tussen congenitale NIV en verworven NIV?

(Denk aan uni/bilateraal, stand van diplopie ex/cyclo of verticaal, A of V patroon, klachten, heterotropieën en verticale fusiebreedte

Noem 6 voor cong, 5 voor verworven)

A

Congenitaal NIV:
-Vaak unilateraal en verticale diplopie (bij kantelen naar aangedane zijde neemt te hypertropie toe!! Dus ttc naar onaangedane kant

-Bijna nooit cyclo tropie!!

-V esotropie-patroon zonder excyclotropie

-Meestal geen klachten of intermitterend!
(Klaagt dan over verticale beeld of asthenopie)

-Onderactie mos

-Heterotropieën kunnen >10 prdpt zijn
Onduidelijk wanneer ontstaan

-Verticale fusiebreedte is vergroot

Verworven NIV
-Vaak bilateraal en gekruisde diplopie
(bilateraal is normaal zeldzaam)

-excyclotropie bij adductie en beneden kijken

-klachten komen vrijwel snel na schade

-Duidelijker wanneer ontstaan

-verticale fusiebreedte is normaal ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de TOP 4 oorzaken van een N.I.V. Parese?

(1= meest, 4 is minst)

A

-Hersenschudding (meest verworven bilateraal meeste unilateraal) (NIV heeft lange en dunne zenuw)

-DM (Microvasculair)

-Congenitaal (Decompenseerde goedaardig NIV parese dat comitant geworden is bij >50% van de volwassenen is er intermitterende diplopie

-4 tumoren, MS, ontstekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitvragen N.I.V. Parese?

(3 vragen)

A

-Plotselinge ontstane verticale of schuine dubbelbeelden?
=Recent N.I.V. parese (dubbelbeelden neemt toe voor nabij afstanden + kijken gaat omlaag.

-Cyclotorsie dat toeneemt met naar beneden kijken?
=(dan zeer waarschijnlijk verworven NIV)

-Met 1 oog of beide?

*Zowel congenitale als verworven N.I.V. hebben verticale of cyclotorsie

*Unilaterale verworven N.V.I. = Verticale diplopie + excyclo

*Bilaterale verworven N.V.I. = Torsionaal + excyclo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DDX congenitale/verworven N.I.V. (M.O.S. verlamming)?

(noem er 6)

A

-Cyclotropie (afwezig bij congenitaal maar meetbaar bij verworven)

-Afwijkende verticale fusie breedte > 4 prdpt bij congenitale verworven heeft nog sneller test

-Comitante of in comitante hyperforie (overgang van congenitale N.I.V. parese)

-Hyperforie (met evt amblyopie) (Overgang in congenitale N.I.V. parese)

-Sinus cavernosus of orbita problemen
-Trauma

-Niet trauma (bijv vasculaire problemen, DM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling congenitale N.I.V.?

(wat bij volwassenen en wat bij kinderen? noem er 1-2)

A

-Volwassenen? > Alleen bij klachten iets doen

-Kinderen? Bijv amblyopie en bij risico op decompensatie
1.Operatieve ondercorrectie meestal
2. △ B naar beneden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling verworven N.IV.?

(3 behandelingen)

A

1.△ Fresnell bij kleine deviaties
2. Oorzaak achterhalen (trauma, vaculair, ontstekingen, RIP)

  1. Operatie 6-12 maanden na ontstaan van NIV + stabiele motiliteit (anders niet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

*Testen voor N.IV (Extra hoeft niet)

(Noem 4)

A

-Dubbele maddoxglas & 6 △ verticale in pasbil > voor cyclotropie

-Verticale fusiebreedte
-Bielschowsky
-Motiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hyperforie met asthenopie?

En welke twee onderscheid kan je maken

A

-Is een verticale ruststand van de visuele assen NA dissociatie.

-Onderscheid tussen (con)comitante (“pluis”) en niet comitante hyperforie (“niet pluis”) is belangrijk, want bij deze 2 ga je vanuit van comitante “fysiologische” hyperforieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van een N6 parese?

(Noem 10 dingen, denk aan cong/verworven, uni/bilateraal, over/onderacties, oogstand, diplopie, torticollis, ac/a, fusiebreedte, motiliteit beperkingen, saccaden

Maar belangrijkst is; motiliteit beperking, fusiebreedte, saccades & oogstand

A

-Vaak verworven (congenitaal is zeldzaam en kan door congenitale ET)

-Kan uni of bilateraal zijn.
*ODS aangedaan? dan R en L kijken ergst

-M.R.L. aangedaan, onderactie
*Overactie van M.R.M van andere oog bij versies

-Vaak ET voor afstand of EF nabij (primaire ET is kleiner neemt toe bij fixeren met aangedane oog: dus eso neemt toe bij opzij)

-Homonieme diplopie voor afstand

-Torticollis hoofddraai naar aangedane kant,
(OD aangedaan? R kijken ergst)

-AC/A is normaal verwacht

-Fusiebreedte normaal
-ABD beperking bij aangedane kant

-Saccades afwijkend
AA, PRA, NRA (verwacht normaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling van N6 parese?

(noem er 5)

A
  1. Onder controle houden voor 9-12 maanden bij verworven.

[behalve bij kids met stabiele &constante ET na verlamming. Bij hun operatie doen om BEZ te herstellen]

2.Botox bij MRM om MRM kramp te voorkomen [hierdoor kan MRL eerder herstellen]

  1. Fresnel prisma BT bij kids te voorkoming van amblyopie en suppressie
  2. Occlusie bij kids als ET te groot is (>15 prdpt)
  3. chirurgie:
    -MRM verkleinen;
    -verlamde MRL verwijderen;
    -Faden operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke belangrijkste/opvallende verschillen zijn er tussen ESO DI en N6 parese?

(Eso: 4/8 dingen, maar oogstand, fusiebreedte, motiliteitbeperking en saccade belangrijkst!)

(N6: 4/10 dingen, oogstand, fusiebreedte, motiliteitbeperking en saccade belangrijk)

A

ESO DI:
-Bilateraal
-Geen spier pareses

-ET veraf, Intermitterende/ constante ET (Eso neemt NIET toe bij opzij kijken!!) !!

-Asthenopie veraf & traag instel
-AC/A laag

-Verminderde fusiebreedte !!!
(soms suppressie als DI lang bestaat voor veraf)

-Geen ABD beperking!!
- saccades normaal !!!

N6 Parese:
-Vaak verworven (congenitaal is zeldzaam en kan door congenitale ET)

-Kan uni of bilateraal zijn.
*ODS aangedaan? dan R en L kijken ergst

-M.R.L. aangedaan, onderactie
*Overactie van M.R.M van andere oog bij versies

-Vaak ET voor afstand of EF nabij (primaire ET is kleiner neemt toe bij fixeren met aangedane oog: dus eso neemt toe bij opzij) !!!

-Homonieme diplopie voor afstand

-Torticollis hoofddraai naar aangedane kant,
(OD aangedaan? R kijken ergst)

-AC/A is normaal verwacht

-Fusiebreedte normaal!!

-ABD beperking bij aangedane kant!!

-Saccades afwijkend!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke DDx horen er bij N6 parese?

(8)

A

-Duane syndromen
-Grote ET’s [congenitaal of infantiel]

-Gedecompenseerde ET dat constante ET wordt

  • Divergentie parese [dan heb je plots homonieme dbb als volwassen]
  • Acc&Conv spasme
    -Myasthenie gravis
    -Graves
    -Atypische INO
18
Q

Beschrijf wat kenmerken over Duane in het algemeen

(Dus: congenitaal/verworven, uni/bilateraal, oorzaak en welk oog meer aangedaan, geslacht, klachten)

A

-Congenitaal
-Uni & bilateraal

-Oorzaak: paradoxale innervatie in hersenstam

-OS>OD
-Vrouwen>mannen

-Vaak geen klachten omdat deviatie goed gecompenseerd wordt

19
Q

Noem de kenmerken van een Duane type A of 3

(Denk aan: oogstand en hoofddraai/torticollis, abd/add beperking, ooglid vernauwing/retractie bij add/abd, diplopie)

(hoevaak komt dit voor?)

A

-kleine E + hoofddraai naar aangedane kant

-abd beperkt (mrm) het ergst
-add beperkt (mrl) minst erg

-ooglid vernauwing+oogbol retractie bij add

-Horizontale dbb, soms suppressie

*Er is hier kleine BEZ veld omdat ODS is aangedaan

**Er is gelijktijdige mrm & mrl co-contractie bij add & abd

***Komt voor bij 10-20% v/d patiënten, 2e meest voorkomend

20
Q

Noem de kenmerken van een Duane type B of 1

(Denk aan: oogstand en hoofddraai/torticollis, abd/add beperking, ooglid vernauwing/retractie bij add/abd, diplopie)

(hoevaak komt dit voor?)

A

-Kleine E + hoofddraai naar aangedane kant
-Abd beperking (mrm)

*Add is normaal (mrl)

-Ooglid vernauwd+ oogbol retract bij add
-Mogelijke ooglid verwijding bij ABD!!

-Geen dipl door suppressie

*geen mrl innervatie bij abd
** Komt 75-80%, meest voorkomend

21
Q

Noem de kenmerken van een Duane type C of 2

(Denk aan: oogstand en hoofddraai/torticollis, abd/add beperking, ooglid vernauwing/retractie bij add/abd, diplopie)

(hoevaak komt dit voor?)

A

-Kleine X+hoofddraai naar onaangedane kant

-Add beperking (MRL) ergst
-Lichte abd beperking (MRM)

-Ooglid vernauwd+ oogbol retract bij add
-Geen dipl door suppressie

*MRL innervatie bij add & abd
** 5-10% voorkomend= minst voorkomend

22
Q

Welke behandelingen zijn er voor Duane?

(4)

A

1.Monitoren bij baby en kids leeftijd

2.Bij kinderen vaak bril (ivm anisometropie

3.soms amblyopie behandeling nodig

(bij visusdaling bij jonge kinderen door anisometropie en eventueel bij constante esotropie)

4.Chirurgie is zelden vereist als er BEZ aanwezig is in primaire stand

(alleen bij uitzonderlijke gevallen zoals decompensatie, heterotropie, klachten bij kids, storende hoofdhouding of erfelijke strabismus

23
Q

DDx Duane

(Noem er 6)

A

-Verworven duane door trauma, ontsteking of grote verwijdering MRL

-Mobius syndroom (=verlies abd door n6 parese, geen oogbol retractie of oogspleet vernauwing)

-N6 parese
-Congenitale ET
-Trauma blow-out fractuur
-Mechanische beperking zoals fibrose

24
Q

Wat zijn de oorzaken van brown syndroom?

(5 oorzaken voor congenitaal, 4 voor verworven

En is het vaker congenitaal/verworven?

A

-Na operatie

Congenitaal/infantiel kan komen door:
-Korte peesschacht (is een soort steel)
-Korte superior obliquus pees (M.O.S.)

-Fibreuze verbindingen met M.R.S en M.O.S. pees

-Afwijkingen MOS insertie
-Foute innervatie van MOI en MOS

Verworven brown oorzaken:
-Vastzittende MOS (Obliquus superior) pees op volw leeftijd door trauma of ontsteking

-Knobbel of zwelling van pees achter trochlearis (Indien de zwelling door de trochlea wordt geperst is er mogelijk een klik hoorbaar (tendon click syndroom)

-Aangezichtstrauma door vastgeklemde MOS bij botbreuk (bijv auto-ongeluk)

-Meestal congenitaal maar kan ook verworven zijn (bv: orbitale ontsteking in de trochleare gebied of door een orbita trauma)

25
Q

Congenitale Brown kenmerken:

(Uni/bilateraal, klachten, motiliteitbeperking, patroon dipl, over/onderactie, ttc)

A

-Meestal unilateraal, vaak zonder klachten (90% uni)

-Beperking elevatie bij adductie (Dus MRI en MRL problemen)

-V patroon meestal

-Overactie onaangedane M.R.S. (geen verdere spieraanpassingen)

-Onprettig/pijn bij elevatie in add. Soms kan het het verbeteren met een klik als je het herhaalt. Soms ook overactie M.O.I. van aangedane oog. (schuin onder + add problemen)

-Geen subj cyclotorsie

-Lichte mate van torticollis (TTC) hoofd naar aangedane zijde, kin omhoog

-Positieve forced duction test

26
Q

Plan congenitale Brown

(2)

A

-Monitoren bij kinderen
(Wanneer zij volwassenen worden hebben ze geen klachten, kunnen goed compenseren. Kan met ouder worden minder syndroom worden)

-Chirurgie kan bij storende ttc maar wordt minder vaak bij amblyopie behandeling, meestal niet nodig bij rechte oogstand in primaire blikrichting

27
Q

Verworven Brown kenmerken:

A

-diplopie en pijn klachten door trauma of ontsteking

-beperkt elevatie en depr, meestal duidelijk bij add

-verticale & torsionele dbb (door cyclotorisie)

-bij OD aangedaan is R beeld hoge staan in combinatie met intorisie bij naar boven kijken.

-Cyclotropie mogelijk in primaire stand, fusie onmogelijk

-ttc *torticollis) naar gezonde zijde

28
Q

Plan verworven Brown:

A

-CT scan nodig vanwege trauma of ontsteking rond trochlearis. LAB onderzoek voor bij bv reuma om path te vast te stellen.

-soms compenserende hoofdhouding

-Indien nodig chirurgie om littekenweefsel te verwijderen

-M. obliquus tenectomie

-Steroide injecties geven bij trochlea buurt

*Prisma niet handig voor wisselende deviatie en cyclotropie

29
Q

DDx bij Brown syndroom

A

-MOI parese (zeldzaam)
-Partiële N3 parese
-Trauma of ontsteking
-Myasthenia Gravis

30
Q

Wat is Graves Opthalmoplegie

(snel of trage schildkl, leeftijd en geslacht,

A

Er is sprake van te hard werkende schildklier.

Komt meeste voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 30 en 60 jaar

GO kan ook voorkomen bij normale schildklier functie

31
Q

Wat zijn oculaire symptomen bij Graves?

(Oogstand, ooglid, welke motiliteit richtingen aangedaan, welke alfabet dipl)

(Welke 2 fases zijn er en welke klachten horen erbij>

A

*Leg vast met no specs

-Hypotropie begin fase, daarna grote ET (beide mrm)

-ooglid retractie & lidlag het ergst!
- elevatie ergst (mri)
- abductie (mrm)
-depressie (mrs)

-V diplopie en soms ttc

-Natte fase: Duurt lang (2 jr), bewegingen beperkt (myogeen= spier zelf probleem) en exophtalmus neemt toe

-Droge fase: exopthalmus neemt af, bewegingen beperkt (mechanisch nu door fibrose=littekening)

Verder:
-verhoogde iop, fotofobie, uitdroging cornea, tranen, hyperemie, vv, gezwollen oogleden

32
Q

Welke onderzoeken kan je uitvoeren voor Graves?

(4)

A

-Hertel meting (norm tussen 12-21mm en verschil van >2mm tussen ODS is afwijkend)

-hoofdhouding
-oogbewegingen
-covertest

33
Q

Welke behandelingen zijn er voor GO?

(4)

A

-corticosteroïden
-chirurgische ingreep
-Radiotherapie

-Bij corneablootstelling
Ø Bevochtigingsdruppel
Ø Occlusie verband s ’nachts
Ø Ooglidoperatie
Ø Corticosteroïden

34
Q

Beschrijf Myasthenie Gravis

(wat is het, door wat is het gekenmerkt, wat aangetast, wat is verminderd, welke lichaamsfunctie problemen)

A

=autoimmuun spierziekte, vaak gekenmerkt door moeheid.

Alle spieren aangetast, acth receptoren is verminderd. Hierdoor worden spieren snel moe

Slikken en ademen kan soms ook problemen geven

35
Q

Oculaire symptomen van Myastenie

A

-Assymp ptosis ods bij vermoeidheid vaak 1e symptoom

-meestal verticale intermitterende diplopie (H diplopie minder)

-lidtwitch

36
Q

Welke testen bij MG:

(4 denk aan oogbewegingen, ptsosis

A

-motiliteitschema (vastleggen deviatie bij uitputting en rust, verticaal komt vaak)

-Hess schema (kan voor en na uitputting)

-Saccaden (bij MG upshoots mogelijk)

-IJstest (herstelt binnen 5 min, kan je zien dat ptosis beter wordt

37
Q

Behandeling MG:

A

-Prisma of occlusie indien MG stabiel is met medicatie om dipl op te heffen

-occlusie soms indien teveel variatie in motiliteit

-Ptosis bril
-Strabisme operatie

-Ptosis operatie (niet vaak gedaan door uitdroging cornea)

38
Q

Wanneer is een diplopie een A of V patroon?

Wat is de behandeling ervoor?

A

*V patroon komt meer voor dan de A patroon

A: minimum verschil van 10 prdpt van omhoog naar beneden kijken.

V: minimum verschil van 15 prdpt van omhoog naar beneden kijken

-Bij storende A patroon kan een operatieve behandeling overwogen worden

-Bij een storende V patroon in combi met een tropie en of torticollis is er een operatieve behandeling te overwegen.

39
Q

Welke aandoeningen zijn een V en A patroon?

A (2)
V (11)

A

A
-overactie mos
-syndroom van down?

V
-Brown
-Myasthenie
-Graves
-Dubbelzijdige congenitale N4 parese

-Grote ET
-XT
-lang bestaande mos
-moi parese
-nystagmus latens
-DVD

40
Q

Wat kunnen ptosis oorzaken zijn?

(Noem er 5/

A

-NIII superior parese (M lev, M.R.S. hypo OT L/R geen diplopie, minst erg HC (omhoog)

-NIII volledige parese
-MG (myogene/neurogene ptsosis)
-Horner
-Congenitale ptosis

-verslapte levatorspier door ouderdom (aponeurogene ptosis);