Plato staat Flashcards

1
Q

Welke vraag stellen Socrates en Glauco in de tekst?

A

Zijn vrouwen en mannen gelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de grootste spot volgens buitenstaanders?

A

Dat mannen en vrouwen naakt met elkaar moeten oefenen in de worstelschool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de reactie die buitenstaanders geven op de grootste spot?

A

Dat weet je pas als het zo is. Kwestie van wennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het enige verschil tussen mannen en vrouwen?

A

Voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de eisen voor mannen en vrouwen voor gelijkheid binnen de staat?

A

Werk moet verdeeld worden en ze moeten dezelfde opvoeding krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gaan de Socrates en Glauco zelf verzinnen?

A

ze gaan zelf tegenargumenten verzinnen en ontkrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het eerste tegenargument dat gegeven wordt?

A

Van nature verschillende geslachten, dus ze kunnen niet hetzelfde werk verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de weerlegging die ze op het eerste tegenargument geven?

A

Kijk naar de relevante verschillen; werken zal elk geslacht toch moeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is irrelevant tussen mannen en vrouwen?

A

Het onderscheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar wordt de fixatie op gericht?

A

een irrelevant punt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er over de natuur tussen mannen en vrouwen gezegd?

A

De natuur heeft haar gaven op gelijke wijze uitgestrooid, en zowel vrouw als man is door de natuur tot alle taken geroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Toch doet het ene geslacht onder aan het andere geslacht. Hoe is deze verdeling?

A

Toch doet de vrouw onder aan de man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly