Aristoteles Ethica Nicomachea Flashcards

1
Q

Wat is volgens Aristoteles het goede binnen alle wetenschappen?

A

Het goede binnen alle wetenschappen is datgene waarop alles afgestemd is -> het doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent een rangorde volgens Aristoteles?

A

Rangorde: leidinggevende vakbekwame en wetenschappen komen boven de ondergeschikten. Soms doe je iets om een ander doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is volgens Aristoteles het hoogste doel van handelen?

A

Een doel voor ogen hebben is beter te bereiken anders laat je je leiden door zinloze verlangens en kun je altijd doorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is politiek het hoogste doel volgens Aristoteles?

A

Politiek is het hoogste doel (politieke wetenschap): regelt wettelijk wat men moet doen en omvat hierdoor het doel van andere wetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met wat is politieke wetenschap nauw verbonden?

A

Ethiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is een jong mens volgens Aristoteles niet geschikt voor politiek?

A

Te weinig ervaring van de praktijk en nog erg emotioneel. Onrijp en onbeheerst dus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is geluk voor de meerderheid volgens Aristoteles?

A

Zichtbaar/ tastbaar: genot, rijkdom of aanzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is geluk voor intellectuelen volgens Aristoteles?

A

Zij begrijpen hun onwetendheid. Geluk is iets zo grootst dat het buiten zijn begrip gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het goede volgens Aristoteles?

A

Het goede: op zichzelf bestaand weet ook waarom het goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de drie levensvormen volgens Aristoteles?

A
  1. Gericht op genieten
  2. Politieke
  3. Gewijd aan studie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom hebben politieke niet hetzelfde doel volgens Aristoteles?

A

Politieke proberen aanzien te krijgen door hun voortreffelijkheid. Voortreffelijkheid zou dus belangrijker zijn dan hun aanzien. Dat is dus eigenlijk hun doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vergelijking is volgens Aristoteles slecht?

A

aanzien met geluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet Plato volgens Aristoteles verkeerd?

A

Plato maakt geen onderscheid waar dat wel zou moeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke kritiek geeft Aristoteles op Plato’s ideeënleer (3)?

A
  1. Er kan geen gemeenschappelijke vorm van het begrip aan worden genomen.
  2. De term goed wordt gebruikt in de categorie substantie en de kwaliteit en relatie
  3. De term ‘‘goed’’ wordt gebruikt als reëel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn volgens Aristoteles de drie soorten doelen?

A
  1. Einddoelen: omwille van het doel.
  2. Tussendoelen: dingen die een doel zijn voor het ander.
  3. Doelen die niet alleen voor zichzelf maar ook voor anderen zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor doel is geluk volgens Aristoteles?

A

Geluk is een einddoel: het heerst alleen op eigen kracht. Er kan niets anders aan worden toegevoegd.

17
Q

Waar is geluk volgens Aristoteles te vinden?

A

Geluk is te vinden in de polis, de mens is een sociaal wezen

18
Q

Wat is de taak van de mens volgens Aristoteles?

A

Taak van de mens: actief zijn

19
Q

Waar is handelen de overeenstemming van volgens Aristoteles?

A

Handelen is de overeenstemming met de rede -> dt is geluk

20
Q

Wat is de definitie van geluk volgens Aristoteles?

A

Voortreffelijkheid, verstandigheid, filosofisch inzicht (kenmerken)

21
Q

Waar gaat geluk volgens Aristoteles gepaard mee?

A

Gaat gepaard met genot -> de ziel van de mens heeft een deel dat naar genot streeft (begeerte)

22
Q

Wanneer zal de ziel volgens Aristoteles genieten?

A

Als de ziel een handeling als geliefd beschouwd

23
Q

Waarom kan geluk volgens Aristoteles niet zonder uitwendige goederen?

A

Want zonder de juiste middelen kun je niet edel handelen. Voor veel activiteiten gebruik je instrumenten

24
Q

Wat zijn de drie goederen volgens Aristoteles?

A
  1. Uitwendige goederen
  2. Goederen van de ziel
  3. Goederen van het lichaam
25
Q

Bij welke van de goederen behoort volgens Aristoteles geluk?

A

Geluk behoort tot de ziel, want de ziel maakt ons handelen volgens het goede mogelijk