Pijn, palliatieve zorg en euthanasie Flashcards

1
Q

welke soorten pijn zijn er?

A
  • Nociceptieve pijn: somatisch (door weefselschade) of visceraal (aan een orgaan door druk/beschadiging)
  • Neuropatische pijn: door kapotte zenuwen, schietend brandend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt centrale sensitisatie in?

A

Pijn aanwezig terwijl de pijnoorzaak al verholpen is. Zenuwen zijn in de war.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Allodynie?

A

Een normaal niet pijnlijke prikkel is pijnlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is hyperalgesie?

A

normale lichte pijnprikkel is pijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pijnladder

A

1: paracetamol en of NSAID
2: 1 + zwakwerkend opiaat
3: sterke opiaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe doseren bij doorbraakpijn?

A

10-15% van de dosis van het langwerkend opioid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beleid neuropatischepijn

A
  • combi nociceptief: opiaat
  • TCA
  • Antiepileptica: pregabaline of gabapentine
  • SNRI: venlafaxine of duloxetine
  • Esketamine
  • cortico
  • cannabinoiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is cachexie?

A

een multifactorieel syndroom gekenmerkt door gewichtsverlies en sarcopenie. Het wordt veroorzaakt door metabole veranderingen door de ontstekingsmediatoren: TNF-alfa en IL 1 en 6 en interferon gamma en klachten aan het spijsverteringskanaal (denk aan diarree etc).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is sarcopenie?

A

Aanhoudend verlies van spiermassa, met of zonder vetmassa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt cachexie behandeld?

A
  • Farmacologische behandeling van de oorzakelijke of bijdragelijke factoren
  • -> progestagenen
  • -> glucocorticosteroiden
  • -> metoclopramide en domperidon
  • -> Energierijk en eiwitrijk voedsel
  • -> TPV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie op (6)

A
  • het verzoek is vrijwillig en weloverwogen (Autonomie)
  • er is sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  • de patient is geinformeerd
  • er is geen andere redelijke oplossing
  • er is ten minste een andere onafhankelijke arts geraadpleegd
  • de levensbeeindiging vindt plaats op medische zorgvuldige wijze.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke middelen worden bij euthanasie gebruikt?

A
  • thiopental als coma-inductor

- rucuronium als spierrelaxans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke Premedicatie wordt gebruikt bij euthanasie?

A
  • midazolam
  • metoclopramide
  • lidocaine % 2 ml
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt thiopental?

A

GABA mimeticum, opent de Cl-kanalen en blokkeert Na+ kanalen, remt glutamaat –> stop signalen –> ademhalingsdepressie en vasodilatatie–> respiratoire en metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt rucuronium?

A

is een antagonist van de Ach receptor. zorgt voor paralyse van de dwarsgestreepte spieren –> ademhaligsstilstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly