Hoorcollege 1 Flashcards
Wat is het verschil tussen een goedaardige en een kwaadaardige tumor?
Goedaardig: Scherpe begrenzing,
Kwaaraardig: Onscherpe/onregelmatige begrenzing, infiltratie, matige tot slechte differentiatie, hoge groeisnelheid, bevat zelden een kapsel, heeft een hoge mitotische activiteit.
Waardoor ontstaat kanker?
Een ontregelde functionaliteit van proto-oncogenen en tumorsupressorgenen. Er is een disbalans tussen de oncogenen en tumorsupressorgenen waarbij de producten van de proto-oncogenen een rol spelen.
Waardoor kan een proto-oncogen veranderen in een oncogen? (4)
- genamplificatie
- Chromosomale translocatie
- puntmutatie
- epigenetische veranderingen
Hoe werkt een tummorsupressorgen? en noem een voorbeeld van een.
Voorbeeld: P53, BRACA, ATM
Mechanisme P53: Herkent een fout in het DNA en zorgt ervoor dat dit herstelt wordt. Ook zorgt het voor afbraak van cellen die niet gerepareerd kunnen worden.
Bij een mutatie in het P53 gen kan het dysfunctioneren
Noem de 6 kenmerken van een kankercel
- Het maakt zijn eigen groeisignalen
- Het is ongevoelig voor anti-groeisignalen
- Het zet aan tot uitzaaien (metastasering)
- Het kan eindeloos door delen
- Het stimuleert vaatgroei
- Het heeft weerstand tegen celdood
Welke opties zijn er voor lokale behandeling van kanker?
Chirurgie en bestraling. (zowel curatief als palliatief)
Welke groepen klassieke oncolytica zijn er? (7)
- Antimetabolieten
- Taxanen
- Vinca-alkaloiden
- Topo-isomerase remmers
- Cytotoxische antibiotica
- alkylerende middelen
- platina verbindingen
Welke klassieke oncolytica zijn celcyclus specifiek?
Vinca alkaloiden
Taxanen
Topo-isomeraseremmers
Antimetabolieten
Welke klassieke oncolytica zijn niet celcyslus specifiek?
Alkylerende middelen
platina verbindingen
cytotoxische/cytostatische antibiotica
Welke vormen van acute toxiciteit treden op bij klassieke oncolytica?
- beenmerg toxiciteit na 8 dagen
- Maagdarmtoxiciteit (misselijkheid, braken, diarree)
- tumorlysesyndroom
Welke cumulatieve en specifieke toxiciteit treed op bij klassieke oncolytica?
- hand voet syndroom
- neurotoxiciteit
- Cardiotoxiciteit
- Ototoxiciteit
Welke cumulatieve en specifieke toxiciteit treed op bij klassieke oncolytica?
- hand voet syndroom
- neurotoxiciteit
- Cardiotoxiciteit
- Ototoxiciteit
Welke subgroepen vallen onder de antimetabolieten?
- Purine antagonisten
- Pyrimidine antagonisten
- Foliumzuur antagonisten
Welke geneesmiddelen vallen onder de purine antagonisten?
Fludarabine
6-mercaptopurine
tioguanine
(lijken op Adenine en Guanine)
Welke geneesmiddelen vallen onder de pyrimidine antagonisten?
Cytarabine
5- fluorouracil (5-FU)
Gemcitabine
(structuurverwanten met Cytosine, tymine, uracil)
Welke geneesmiddelen vallen onder de foliumzuur antagonisten?
Methotrexaat
Pemetrexed
Werkingsmechanisme antimetabolieten
Antimetabolieten hebben een gelijkenis met nucleïnezuren. Ze nemen de plaats ervan in in het DNA, maar functioneren niet, waardoor er een afwijken komt aan de structuur. Het gevolg is dat er apoptose geïnduceerd wordt.
In welke fase van de groeicyclus werken antimetabolieten voornamelijk?
S-fase
Werkingsmechanisme MTX
Remming DHFR (=dihydrofolaatreductase). Dit enzym zorgt normaliter voor de omzetting van foliumzuur in dihydrofolaat (DHF) en de omzetting van DHF in tetrahydrofolaat (THF). THF wordt vervolgens omgezet in methyleen THF wat weer omgezet wordt in folinezuur.
Wat is de functie van folinezuur?
Is nodig voor de vorming van nucleinezuren; adenine, guanine, thymidine voor DNA synthese en de functionele aminozuren methionine en serine.