Pentosefosfaatweg Flashcards

1
Q

pentose fosfaatweg algemeen

A
  1. nut
    - productie van pentosen: ribulose-, xylulose & ribose-5-fosfaat
    - productie van NADPH
    - ontdenkt tijden respiratie tijden hoge concentraties fluoride-ion = glycolyse blokkeren aan enolase
  2. oxidatieve fase
    - productie van 5-koolstoffosfaat: ribulose-5-fosfaat + NADPH
    - 3x6C -> 3x5C + 3xCO2
  3. niet-oxidatieve fase
    - productie van ribose-5P of glycose intermediairen
    - ribose als hoge nood voor nucleotide
    - intermediairen als hoge nood voor NADPH
  4. voorkomen
    - hoge nood in sneldelende cellen
    - voor DNA-replicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NADPH

A

nicotinamide-adenine-dinulceotidefosfaat = pyridinenucleotide

–> NADH + Pi op C2

  1. gebruik bij syntheses
    - vetzuren
    - cholesterol
    - ribose -> desoxyribose
    - uracil -> thymine
  2. herstel oxidatieve schade
    - veel in steroïdhormoon producerende cellen
    - lever/vet/bijnier
    - spiercellen nauwelijks
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oxidatieve fase

A

pentose fosfaatweg

algemene reactie
glucose-6-fosfaat + 2NADP+ +H20 -> ribulose-5-fosfaat + 2NADPH + CO2 + H+

specifieke reactie

  1. glucose-6fosfaat + NADP+ -> 6-fosfogluconolacton + NADPH
    - gekatalyseerd door G6PDH = glucose-6-fosfaat dehydrogenase
    - oxidatie
    - feedback inhibitie door NADPH
  2. 6-fosfogluconolacton + H2O -> 6-fosfogluconaat + H+
    - gekatalyseerd door 6-fosfogluconolactonase
    - hydrolyse
  3. 6-fosfoglyconaat + NADP+ -> ribulose-5-fosfaat + CO2 + NADPH
    - gekatalyseerd door 6-fosfogluconaat dehydrogenase
    - oxidatieve decarboxylatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-oxidatieve fase

A

pentose fosfaatweg
–> uitsluitend nabij-evenwichtsreacties

algemene reactie
3 glucose-6-fosfaat + 6 NADP+ + 3H20 -> 2 fructose-6-fosfaat + glyceraldehyde-3-fosfaat + 6 NADPH + 3CO2 + 6H+

ribulose-5-fosfaat kan 2 richtingen uit
mechanisme ≈ stap 5 glycolyse
1) verwijdering van proton
2) enediol intermediair
3) herprotonering
–> epimerase reactie = xylulose-5-fosfaat = ketose
–> isomerase reactie = ribose-5-fosfaat = aldose

verder:
2 x X5P + 1 x R5P => 1 x GAP + 2 x F6P

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pentosefosfaatcyclus

A
  1. 2 xylulose-6-fosfaat + ribose-5-fosfaat -> glyceraldehyde-3-fosfaat + 2 fructose-6-fosfaat
  2. glyceraldehyde-3-fosfaat + fructose-6-fosfaat -> glucose-6-fosfaat
  3. opnieuw pentose fosfaatweg

totale reactie van 1 cyclus
6 glucose-6-fosfaat + 12NADP+ -> 5 glucose-6-fosfaat + 12NADPH + 6CO2 + Pi

omgekeerde reacties bij niet-oxidatieve fase kunnen aanleiding geven tot stoffen
–> 70% van R6P wordt omgekeerd gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

glucose-6-fosfaat deficiëntie

A
  1. H6PDH hexose6fosfaat dehydrogenase
    - ook andere hexosen als subtraat
    - niet in RBC
  2. G6PDH glycose6fosfaat dehydrogenase
    - in RBC
    - op Xq:28 = veel variaties mogelijk
  3. mutaties
    - null-mutaties (homogeen) niet mogelijk ≠ levensvatbaar
    - hemolytische anemie
    - 1 = verhoogde bescherming tegen malaria
    - gebalanceerde selectie
  4. voeding
    - primaquine = antimalaria-drug door verlagen van NADPH
    - bij mensen met deficiëntie = levensbedreigende anemie
    - favabonen = toxische glycoside met zelfde effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

life-style related disease

A

mechanisme
1. verhoogde vetaccumulaties
2. lever fibrose
3. mitochondrionale dysfunctie
4. verhoogde oxidatieve stress
5. NADPH oxidase: NADPH + 2 O2 <=> NADP+ + 2 O2- + H+
6. generatie van superoxide = ROS
7. atherosclerose
8. verhoogde kans op diabetes, hart & vaatziektes
9. anti-oxidant therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GSH

A
  1. functie
    - elimineren van H2O2 & ROS = organische hydroperoxide
    - in RBC = beschermen van membraan intergriteit
  2. 2 GSH + ROOH -> GSSH + ROH + H20 door glutathion peroxidase
  3. GSSH + NADPH + H -> 2 GSH + NADP door glutathion reductase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly