Glycolyse Flashcards

1
Q

algemeen glycolyse

A
  1. reactie
    - omzetting van glucose (hexose) naar pyruvaat (triose)
    - glucose + 2ADP + 2P + 2NAD+ -> 2 pyruvaat + 2ATP + 2NADH + 2H2O
  2. vervolg = omzetting naar ATP aeroob of anaeroob
    - aeroob = oxidatieve fosforylering
    - anaeroob = fosforylering op substraat niveau = lactaat vorming
    - sommige cellen obliquaat anaeroob: RBC, thrombocyten, hersenen & gistcellen (alchoholische fermentatie
  3. fases van reactie
    - hexose stadium = investering = stap 1-3
    - splitsingsreacties = stap 4-5
    - triose stadium = winst = stap 6-10
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

investeringsfase

A

= hexose stadium
= stap 1-3 van glycolyse

stap 1)
α-D-glycose + ATP -> α-D-glucose-6-fosfaat + ADP + H+
- gekatalyseerd door hexokinase (alle cellen) & glucokinase (in lever)
- irriversibel = sterk gereguleerde enzymen
–> beide inhibitie door glucose-6-fosfaat
- hexokinase: Km = 10^-6 dus hoge affiniteit -> altijd actief
- glucokinase: Km = 10^-2 dus lage affiniteit -> enkele actief bij hoge suiker concentratie = sleutelenzym

stap 2)
α-D-glucose-6-fosfaat (aldose) -> α-D-fructose-6-fosfaat (ketose)
- gekatalyseerd door glucose-6-fosfaat isomerase = fosfoglucose isomerase = PGI
- nodig voor beter fosforylatie in volgende stap

stap 3)
α-D-fructose-6-fosfaat + ATP -> D-fructose-1,6-bisfosfaat + ADP + H
- gekatalyseerd door fosfofructokinase PFK-1
- sterke regulatie door compitie glycolyse & gluconeogenese
- allosterisch activeren door AMP, ADP & fructose-2,6-bisfisfaat
- allesterisch inhiberen door ATP & citraat

–> totaal 2 ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

splitsingsfase

A

4) D-fructose-1,6-bifosfaat -> DHAP dihydroxyacetonfosfaat uit C1-3 + GAP glyceraldehyde-3-fosfaat uit C4-6
- door aldolase
- door hoge substraat concentratie = positieve gibs vrije energie naderd 0
1. elektron aanzuigende groep X: zoogdieren = klasse I = lysine = basisch
2. polarisatie carbonylgroep op C2
3. verwijdering proton C4 hydroxylgroep
4. C3-4 klieving

5) DHAP -> GAP
- door triosefosfatase = stereospecifiek op D-isomeer
- diffusie controle ≈ theoretische limiet
- na reactie = steady-stade = onderhouden flux
proton shuffle
1. DHAP x imidazolgroep GLU-65 door H-brug
2. protonshift van C1 naar GLU-165
3. eerste enediolaat tranisitie molecuul
4. enediolaat intermediair
5. tweede enediolaat transitie molecuul
6. GAP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

winstfase (stap 6-7)

A

= triose stadium
= stappen 6-10

stap 6)
GAP + NAD+ + Pi <=> 1,3-bisfosfaatglyceraat + NADH + H+
- gekatalyseerd door GAP dehydrogenase
- oxidatie & fosforylering van GAP
- standaard gibsvrije energie positief: toch voorkomen doordat product concentratie laag is door meteen volgende reactie
–> associatie van dehydrogenase & fosfoglyceraat kinase van volgende stap = werkelijke concentratie bijna 0

stap 7)
1,3-bisfosfaatglyceraat + ADP <=> 3-fosfaatglyceraat + ATP
- gektalyseerd door fosfoglyceraat kinase (omgekeerde reactie)
- overdracht mogelijk door hogere fosforylgroep potentiaal = nog energie over = fosforylatie op substraat niveau
- omweg mogelijk: 2,3-BPG in rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bypass reactie stap 7 glycolyse

A

in erythrocyten = rode bloedcellen
1. 1,3-bifosfaatglyceraat = 1,3-BPG
2. 1,3-BPG -> 2,3-BPG door bifosfaatglyceraat mutase
3. 2,3-BPG = allosterische inhibitor van oxyhemoglobine
4. betere O2 afzetting door hemoglobine
5. ophoping van 2,3-BPG
- inhibitie van bifosfaatglyceraat mutase
- negatieve feedback
6. 2,3-BPG -> 3-fosfoglyceraat door 2,3-fosfatase
7. verdere glucolyse
- verminderde ATP synthese voor verhoogde O2 afgave
- 80% volgt deze weg in RBC (geen mitochondrion = enkel glycolyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

winstfase stap 8

A

3-fosfoglyceraat <=> 2-fosfoglyceraat
- gekatalyseerd ddoor fosfoglyceraat mutase = PGM = isomerase

– iPGM = independent = cofactor-onafhankelijk PGM
1) fosforylgroep transfer naar zijketen van enzym
2) gedefosforyleerd intermediair (substraat) blijft gebonden
3) fosforylgroep transfer naar 2e site subtraatmolecuul = C2

– dPGM = dependent = cofactor-afhankelijk PGM
- verschil: gedefosforyleerd intermediair (substraat) blijft niet gebonden
- 2,3-BPG voor fosforylatie van enzym
–> voorkomen bij bacterien, gisten & dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

winstfase (stap 9-10)

A

stap 9)
2-fosfoglyceraat <=> PEP fosfoenolpyruvaat+ H20
- gektalyseerd door enolase = 2-fosfoglyceraat dehydratase
- PEP = enolfosfoaat ester
–> door reversibele eliminatie van water op C2 & C3 = dehydratatie
- hoge fosforylgroep transferpotentiaal door onstabile fosfoenolvorm
- Mg2+ als cofactor
- inhibitie door F = bloedafname voor glucose-bepaling

stap 10)
PEP + ADP + H+ -> pyruvaat + ATP
- gekatlyseerd door pyruvaat kinase: sterk gereguleerd
– allosterische modulatoren
– covalente modificaties
– genexpressie hormonaal & nutriënt-geregeld
-> concentratie van PEP hoog genoeg houden voor spontane reactie

stimulering: fructose-1,6-bifosfaat & PEP
inhibitie: ATP, alanine & acteylcoA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

samenvatting reactie glycolyse

A

1) α-D-glycose + ATP -> α-D-glucose-6-fosfaat + ADP + H+
–> hexokinase & glucokinase
2) α-D-glucose-6-fosfaat -> α-D-fructose-6-fosfaat
–> glucose-6-fosfaat isomerase = fosfoglucose isomerase = PGI
3) α-D-fructose-6-fosfaat + ATP -> D-fructose-1,6-bisfosfaat + ADP + H
–> fosfofructokinase PFK-1

4) D-fructose-1,6-bisfosfaat -> glyceraldehyde-3-fosfaat GAP (C4-6) + dihydroxyacetonfosfaat DHAP (C1-3)
–> aldolase
5) DHAP -> GAP
–> triosefosfaat

6) GAP + NADH+ + Pi <=> 1,3-bisfosfaatglyceraat + NADH + H+
–> dehydrogenase enzym
7) 1,3-bisfosfaatglyceraat + ADP <=> 3-fosfaatglyceraat + ATP
–> fosfoglyceraat kinase
8) 3-fosfoglyceraat <=> 2-fosfoglyceraat
–> fosfoglyceraat mutase = PGM
9) 2-fosfoglyceraat <=> fosfoenolpyruvaat
–> enolase = 2-fosfoglyceraat dehydratase
10) fosfoenolpyruvaat + ADP + H+ -> pyruvaat + ATP
–> pyruvaat kinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anaërobe glycolyse

A
  1. fermentatie
    - pyruvaat + NAD+ -> NADH -> ethanol + NAD+ + CO2
    - bacteriën, wijn, brood = rijzen door CO2, bier = schuim door CO2
  2. lactaatdehydrogenase
    - pyruvaat + NADH -> lactaat + NAD+
    - NADH als coenzym
    - extra energie & NAD:NADH cyclus in beweging houden ≈ glycolyse in beweging
  3. omgekeerde reactie
    - bacterien: lactaat -> proprionaat
    - zoogdieren: lactaat -> pyruvaat
    - in lever = weefsel afh directionaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lactaatdehydrogenase

A

process
1. pyruvaat
2. protonopname van hydroxyl C2 -> HIS-195 basische katalysator
3. transfer H+ C2 -> C4 op NAD
4. inonen paar carboxylaat pyruvaat x ARG-171
5. lactaat

isoenzymen
- verschillende M & H genen: M4, M3H, M2H2, MH3, H4
- diagnostiek van specifieke weefselschade
- vb: hepatitis, spierziektes & hartinfarct
- SMI = slug mucosal irritation test
- secretie = LDH: meer = meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

melkzuur bij lopen

A

lactaat ≠ oorsprong verzuring
ATP-hydrolyse:
ATP + H2O <=> ADP + Pi + H+
= kortstondig door erg snelle omzettingen van ATP
lactaat = indirecte invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vrije energieveranderingen van glycolyse

A

standaard gibbs vrije energie = zowel negatieve als postieve stappen ≠ goede reacties
–> veranderingen in concentraties door afvoering van producten = evenwicht sterk verleggen
= alle reacties zijn negatief of 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

regulatie van glycolyse

A

1) regulatie van hexose transport
2) hexokinase vs glucokinase
3) fosfofructose kinase
4) pyruvaatkinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

regulatie van hexose transport

A

transport
- concentratie gradiënt: bloed door voeding > cel door metabolisme
- passief transport door glucose transporters
- eens in cel = hexokinase tot G6P = geen transport meer

  1. GLUT1&3 = glucose onafh van insuline
  2. GLUT2 = glucose in lever = vrijediffusie
  3. GLUT4 = glucose afh van insuline
    - binding insuline = hogerre transcriptie
    - exocytose vesikels naar opp = meer transporters
  4. GLUT5 = fructose in dunne darm
  5. GLUT7 = glucose-6-fosfaat van cytosol -> ER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

regulatie van hexokinase

A
  1. hexokinase
    - in cellen
    - inhibitie door G6P = product
    - opstapelingen in cellen voorkomen
  2. glucokinase
    - in lever
    - inhibitie door F6P = stap later als hexokinase
    - G6P mag opgestapelt worden voor glycogeen synthese
    - stimulerig door F1P = na eten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

regulatie van PFK-1 & PK

A
  1. PFK-1 = fosfofructokinase-1
    - oligomeer
    - zoogdieren = tetrameer
    - gistcellen = octameer
    - substraat = ATP
    - inhibitoren: ATP = genoeg energie, citraat = stilstand in krebs & F16F want feedforward
    - stimulatie: AMP, ADP = tekort in ATP, fructose-2,6-bifosfaat = voorkomen gelijktijdige werking gluconeogenese
  2. PK = pyruvaatkinase
    - 4 verschillende isozymen
    - stimulatie: PEP & F16P want feedforward
    - inhibitoren: ATP want genoeg, alanine & acetylCoA want opstapeling
    - fosforylatie van PK1 in lever & darm = inhibitie <=> activatie door glucagon
17
Q

andere suikers

A
  1. lactose
    - dissacharide
    - melk = voornamelijkste voedingbron zuigeling
  2. omzetting tot glucose & galactose
    - door lactase
    - galactose = C4 epimeer van glucose
  3. absorbtie door darm = omzettingen
  4. galactose + ATP
  5. galactose-1-fosfaat door galactokinase
  6. galactose-1-fosfaat urdylyltansferase
  7. UDP-galactose
  8. UDP-galactose-4-epimerase
  9. UDP-glucose
  10. galactose-1-fosfaat urdylyltansferase
  11. glucose-1-fosfaat
  12. fosfoglucomutase
  13. glucose
18
Q

lactose problemen

A
  1. galactosemie
    - galactose-1-fosfaat uridylyltransferase deficiëntie
    - opstapeling van galactose-1-fosfaat
    - gele verkleuring & neurologische defecten
    - mogelijk letaal
    - screening RBC navelstreng
    - galactose/lactose vrij dieet
  2. lactose intolerantie
    - natuurlijke verlaging van lactase op 6jaar bij 50% = lactose intollerant
    - geen leverlaging = mutant gen
    - vertering dikkedarm = CO2, H2 & short chain fatty acids
    - diarree