Gluconeogenese Flashcards

1
Q

gluconeogenese algemeen

A

= de synthese van glucose uit andere voedingstoffen
–> bij lagere beschikbaarheid = lang niks eten (16-24h) / hoge energie verbruik

  1. productie van glucose
    - uit bouwtenen zoals lactaat & alanine
    - in lever, nier & dunne darm
  2. transport door bloed als C6P
  3. in cellen = opslag in ER
  4. hydrolyse in glucose & fosfaat
    - glycose = naar bloed
    - fosfaat = cytosol

pyruvaat -> glucose
2 pyruvaat + 2 NADH + 4 ATP + 2 GTP + 6H2O
-> glucose + 2 NAD + 4 ADP + 2 GDP + 6 Pi + 2 H+
- energie eisend: 4ATP & 2GTP + 2NADH
glycolyse
- veel gemeenschappelijke intermediairen & enzymen
- andere enzymen voor de 3 irriversibele reacties
–> hexose-step = energie recupereren van fructose-1,6-bisfosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

omgekeerde stap pyruvaatkinase

A

= 2 stappen

  1. pyruvaat + HCO3- + ATP -> oxaloacetaat
    - door pyruvaat decarboxylase
    - 4 identieke subeenheden met biotine prostetische groep x lysine
    - biotine voor binding met HCO3-
    - irriversibel door ATP
    - stimulatie door acetyl-coa = opstapeling wijst op ineffecientie krebs
    - oxaloacetaat voor verhouding intermedairen herstellen
  2. oxaloacetaat + GTP -> fosfoenolpyruvaat
    - door PEPCK fosfoenol pyrvaat carboxylase
    - 2 varianten
    - planten = ATP
    - dieren = GTP
  3. regulatie van PEPCK = transcriptionele
    - vasten = glucagon = hogere transcriptie
    - eten = insuline = verlaging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

andere stappen gluconeogenese

A
  1. omgekeerde stap fosfofructokinase
    - fructose-1,6-bifosfaat + H2O -> fructose-6-fosfaat + Pi
    - fructose-1,6-bifosfatase
    - inhibite door AMP
    - reciproke regulatie: fructose-2,6-bifosfaat
    = inhibitie fructose-1,6-fructokinase, activatie PFK-1
  2. omgekeerde stap hexokinase
    - glucose-6-fosfaat + H2O -> glucose + Pi
    - glucose-6-fosfatase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

supermuis

A

extra toevoeging van PEPCK gen in spier (niet natuurlijk voorkomen)
gevolgen
- 10x PEPCK
- hyperactief, agressief & verlengde training
- meer eten terwijl kleiner
- meer mitochondrion
door
- toegenomen flux in metabole wegen van krebs-cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

precursoren van gluconeogenese

A

= pyruvaat & citroenzuurcyclus intermediairen

lactaat= cori-cyclus
1. anaerobe productie van lactaat
2. door bloed naar lever
3. lactaat -> pyruvaat door lactaatdehydrogenase
4. pyruvaat -> glucose
- door energie van beta-oxidatie
- kan hierdoor enkel in lever

aminozuren
1. door afbraak tot intermedairen
- pyruvaat = cori-cyclus
- krebscyclus intermediairen
2. door glucose-alanine cyclus
- pyruvaat + glutamaat (alfa-aminobron) -> alanine + alfa-ketoglutaraat
- tranaminatie
- perifeer = omzetting tot alanine
- lever = terug naar pyruvaat

glycerol
1. triacylglycerolen -> glycerol + acetyl-CoA
2. glycerol in cytosol
3. glycerol -> glycerol-3 fosfaat door glycerolkinase
4. glycerol-3-fosfaat -> dihydroxyacetonfosfaat door glycerol-3-fosfaat dehydrogenase
- FAD flavine bevattend
- e- aan Q geven
- rest van ETS afgaan
alternatief = NAD gebruikmaken enzym = vooral voor synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fysiologische toestand van spieren

A

eutrofie = evenwicht tussen spiereiwitsynthese & afbraak
sarcopenie = afname spiermassa door ouderdom
atrofie = afname spiermassa door activiteit door breuk of degeneratie zenuw
cachexia = afname spiermassa uit uithongering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

glucose omzetting naar sorbitol

A

sommige weefseltypes preferen fructose
- testis, pancreas, hersenen & ooglens
reactie:
1) aldose reductase: glucose + NADPH + H -> sorbitol + NADP
2) polyol dehydrogenase: sortibol + NAD -> fructose + NADH + H

aldose
- hoge affinieit maar lage flux
–> overname door glycolyse
1) hoge bloedsuikerspiegel
2) grote mate van sorbitol productie
3) lagere werking polyol dehydrogenase
4) accumulatie van sorbitol
5) verandering osmolaiteir van cllen
6) opake regio’s = vertroebeling = cataract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

regulering van gluconeogenese

A

lange termijn regulatie = door regulering van expressie van PEPCK

korte termijn regulatie

  1. pyruvaat -> PEP
    - pyruvaat decarboxylase gestimuleerd door acetyl-CoA
    - pyruvaat kinase
    - gestimuleerd door F16B
    - inhibitie door ATP & fosforylatie door PKA
  2. F16BP <=> F6P
    - fosfofructokinase 1 = F16BP maken
    - gestimuleerd door F26BP & AMP
    - inhibitie door citraat & ATP
    - fructose-1,6-bifosfatase = F1P maken
    - inhibitie door F26BP & AMP
    F26BP & AMP geven voordeel voor glycolyse richting
    citraat & AMP geven voordeel voor gluconeogenese richting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

allosetrische effector fructose-2,6-bifosfaat

A
  1. functies
    - voordeel glycolyse richting
    - inhibiering van fructose-1,6-bifosfaat = maken van F6P
    - stimulering van fosfofructokinase-1 = maken F16P
  2. regulering F26P
    - omzetting F2P -> F26P
    - gekatalyseerd door fosfofructokinase 2 = PFK-2 = beide richtingen = duale functie = tandemenzym
    - vasten = glucagon -> cAMP -> fosforylatie & activatie van enzym = afbraak van F26P
    - eten = insuline -> proteine fosfatase -> defosforylatie & inactivatie van enzym = eenaam F26P
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

futile cycling

A

reciproke regeling voor voorkomen eindeloze cyclus glycolyse -> gluconeogenese -> …
= substraat cycling
= futile cycling
per cycle 4 ATP verloren

kan voorkomen als
- doel voor warmte generatie
- vb bijen in vliegspieren
–> temp van spieren hoog genoeg bij lage temperaturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly