PD.5 – Een kind met een hartafwijking Flashcards

1
Q

wat is er bij een HLHS?

A

Ductus afhankelijke systemische circulatie
* Afwezigheid of onderontwikkeld LV
* Hypoplastische aortaboog
* Mitralisklep atresie of stenose
* Aortaklepstenose of atresie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verloopt de behandeling van een HLHS?

A

Stap 1 = Norwood
- A pulmonalis hoofdstam losmaken en aansluiten op de aorta: output van RV naar de aorta
- Opheffen coarctatio of hypoplastische aortaboog met een patch
- Sano-shunt: verbinding tussen RV en achtergebleven deel van de a pulmonalis naar de longen
of Blalock-Taussing shunt: RV met a subclavia verbonden

Stap 2: hartkatherisatie ter controle voor vervolg
- Longvaatweerstand
- Goed functionerende shunt
- Functie AV-kleppen
- Kamerfunctie
- Aortaboog –> evt oprekken met ballon

Stap 3 = parterieel cavopulmonale connectie (als longvaatweerstand laag genoeg is)
- V cava superior aangesloten op rest van a pulmonalis: passief bloed naar de longen (RV overgeslagen, die stuurt bloed naar de aorta)
- Opheffen sano-shunt + vergroten ASD –> beide atria kunnen de RV ondersteunen

Stap 4 = hartkatherisatie ter controle van de weerstanden

Stap 5 = totale cavopulmonale connectie middels een laterale of extracardiale tunnel wordt de v cava inferior aangesloten op het restant van de a pulmonalis
- Nu weer scheiding van O2-rijk en -arm bloed
- Geen drijvende (ventrikel)kracht meer achter de longcirculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noemen we de circulatie na operaties van het HLHS?

A

Fontan circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de consequentie voor kinderen na operaties voor HLHS?

A

rest van het leven bloedverdunners slikken ter voorkoming van trombi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar kan je cyanose zien?

A
  • Slijmvliezen
  • Nagelbed
  • Tong
  • Lippen
  • Huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn oorzaken van cyanose?

A
  • Aangeboren cardiale afwijkingen
    1. Verkeerde aansluitingen
    2. Intra-cardiale menging O2-rijk en O2-arm bloed
    3. Onvoldoende longdoorbloeding
  • Pulmonale oorzaken
    1. Onvoldoende ventilatie
    2. Onvoldoende functionerend longweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je differentiëren tussen centrale en perifere cyanose?

A

Centraal:
- arteriele bloed onverzadigd met O2
- Cyanose slijmvliezen, tong of nagelbed

Perifeer:
- Normale O2-saturatie in arteriële bloed
- Verhoogde O2-extractie in weefsels
- Blauwe, vaak koude acra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn oorzaken van perifere cyanose?

A
  1. Verminderde doorbloeding (lokale oorzaak)
  2. Verhoogd zuurstofverbruik in perifere weefsels
  3. Cardiovasculaire oorzaken: decompensatio cordis
  4. trombus
  5. Lokale weefselschade of invriezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de meest voorkomende hartafwijkingen?

A
  1. VSD: 30%
  2. ASD: 10%
  3. Pulmonalis stenose: 8%
  4. PDA: 7%
  5. ToF: 6%
  6. Aortastenose: 6%
  7. Coarc: 6%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke klinische presentatie vormen van hartafwijkingen zijn er?

A
  1. Afwijkingen met links-rechts shunt:
    - grote longdoorbloeding
    - intra-cardiale mening O2-rijk en O2-arm bloed
    - toename longflow
    - decompensatie
    Bvb TAPVR: longvenen in v cava inferior
    –> Door ASD kan Re-Li shunt waardoor O2-arm bloed in circulatie
  2. Afwijkingen met uitstroom obstructie: belemmerde output
    –> verminderde longflow –> decompensatie
  3. Afwijkingen met cyanose
    Door: mening O2-rijk en O2-arm bloed
    a) te weinig longdoorbloeding
    b) intra-cardiale mening
  4. Combinaties: kan leiden tot cyanose en decompensatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn oorzaken van een uitstroomobstructie?

A

o Tricuspidaalklep-atresie of stenose
o Lumen RV: hypoplastisch rechterhart
o Infundibulum: infundibulaire pulmonalis stenose
o Pulmonalisklep-atresie of stenose
o Intrapulmonaal: perifere pulmonalisstenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is nodig bij een afwijking met een uitstroom obstructie?

A

shuntmogelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn oorzaken van HLHS?

A

Steeds meer over bekend, meer individuele gevallen vaak geen specifieke oorzaak aan te wijzen
Aangeboren hartafwijkingen vaak multifactorieel: 70% door onbekende genetische en omgevingsfactoren

  1. Omgevingsfactoren
    o Infecties
    o Toxische stoffen
    o Straling
    o Voeding
  2. Genetische factoren
    o Syndromen
    o Genen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de prognose van een fontan-circulatie?

A

Na 20 jr nog 90-95% in leven

Doodsoorzaken:
o Hartfalen
o Plotse dood (aritmieen)
o Trombo-embolieen

Vaak door verminderde vulling ventrikels: vaak energieverlies in het fontan-traject (univentriculair hart) en het abnormale flowpatroon in en functie van de longslagader

Op lange termijn: overige organen, inspanningsvermogen, school- en beroepskeuze, verzekeringen

Goed mee te leven, maar wel veel zorg nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn mogelijke gevolgen/problemen bij een univentriculair hart?

A
  • Hartfalen
  • Aritmie
  • Protein losing enteropathie (PLE)
  • Pulmonary arterovenosus fistulae (PAVF)
  • Trombo-embolie
  • Renale disfunctie
  • Fontan geassocieerde lever ziekte (FALD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly