Pathologie COPD

Question 1

Obstrcutief

Answer 1

toename weerstand airflow door obstructie van de luchtweg -> verlaagde airflow / FEV1

Question 2

Restrictief

Answer 2

verminderde expansie van het longparenchym -> verlaagde longcapaciteit (TLC)

Question 3

Emfyseem

Answer 3

= dilatatie van luchtruimten distaal van de terminale bronchiolus door distructie van de alveolaire septa, zonder belangrijke fibrose

Question 4

Centriacinair emfyseem

Answer 4

Beschadiging respiratoire bronchiolen

• proximaal gedeelte van de acinus aangedaan: repsiratoire bronchiolus
• met name bovenvelden
• typisch bij rokers
• vaak samen met chronische bronchitis

Question 5

Panacinair emfyseem

Answer 5

• gehele acinus aangedaan: resp. bronchiolus t/m alveoli
• met name ondervelden
• typische vorm bij alfa-1-antitrypsine deficiëntie
• eindstadium centracinair emfyseem

Question 6

Paraseptaal emfyseem

Answer 6

• distaal acinair
• langs pleura en septa
• bij littekens
• veroorzaakt pneumothorax bij ruptuur, vaak idiopatisch en bij jongere mensen
• kan grote bulla geven

Question 7

Onregelmatig emfyseem

Answer 7

• niet specifiek, gevolg van verlittekening

- enige vorm van emfyseem met fibrose

Question 8

O2 radicalen

Answer 8

Productie en verminderde controle van O2 radicalen -> direct schadelijk voor weefsel en kunnen immuunsysteem aanzetten tot verhoogde actviteit

Question 9

Voortdurende chronische ontsteking met weefselschade

Answer 9

• meer macrofagen en lymfocyten (CD8+)
• meer neutrofiele granulocyten: activatie en productie van ontstekingsmediatoren (LTB4, IL-8, TNF) -> toename matrix degraderende enzym activiteit (MMPs)

Question 10

Disbalans protease - anti-protease systeem

Answer 10

Proteases: MMPs, Neutrofiel Elastase: breken eiwitten af

Anti-protease: alfa-1-antitrypsine: houden proteases onder controle

Question 11

Functionele obstructie

Answer 11

Bronchus wordt opengehouden door kraakbeen in de wand, de bronchiolus blijft open door het omringende alveolaire weefsel dat eraan trekt -> dat verdwijnt, broncholi vallen samen

Question 12

Wet van Laplace

Answer 12

p=oppspanning/diameter alveolus. Oppspanning ongeveer contstant -> diameter omhoog, p in alveolus omlaag -> lucht stroomt vd kleinere alveolus naar de grotere -> intacte alveoli minder goed functioneren: minder goed expanderen.

Question 13

Reid index

Answer 13

Geeft verhouding aan van de dikte van de laag klierweefsel tov de totale dikte van het weefsel tot aan het kraakbeen, verhoogd bij chronische bronchitis

Question 14

Pathologie chronische bronchitis

Answer 14

1. Hypersecretie van slijm met mucostase in bronchieën
2. Hyperplasie van bronchiaal klierweefsel
3. Toename slijmbekercellen (ten koste van trilhaarcellen)
4. Squameuze metaplasie
5. Ontsteking
6. Fibrose

Question 15

Bronchiectasie

Answer 15

• secundaire afwijking
• permanente verwijding van bronchieën
• na chronische ontsteking bronchus