Astma bij kinderen Flashcards
1
Q
Prevalentie NL
A
15-30%
2
Q
Fenotypen gemaakt o.b.v
A
- symptoombeloop
- triggers (viraal vs multitrigger)
- type luchtwegontsteking
- andere kenmerken
3
Q
5 uitlokkende factoren (triggers)
A
- virale infecties = verkoudheid
- allergenen
- inspanning
- niet-specifieke prikkels
- emotie
4
Q
DD - infectieus aanwijzingen
A
- KNO gebied onrustig
- chronische productieve hoest
- dystrofie, slecht groeien
- bijgeluiden bij longauscultatie
5
Q
DD - anatomische afwijkingen aanwijzingen
A
- klachten vanaf geboorte
- auscultatie - asymmetrisch ademgeruis, souffle, dysmorfie
- afwijkende prenatale echo
6
Q
DD - functioneel aanwijzingen
A
- normale longfunctie ondanks benauwdheid
- voorheen klachtenvrije puber
- klachten tijdens/na eten
- plotseling ontstaan benauwdheid en hoest
7
Q
DD - buitencategorieën
A
- prematuriteit en astmasymptomen
- passief en prenataal roken
8
Q
Prognose
A
- remissie 30%
- tijdelijke vebetering waarna recidief 30%
- persisteren 30%: risicofactoren: vrouw, hyperreactiviteit, roken, vroeg begin, allergie