Pathofysiologie astma Flashcards
Astma
Heterogene ziekte met meestal een chronische luchtwegontsteking. Gekenmerkt door piepen, hoesten, kortademigheid, druk op borst icm variabele LWobstructie
Prevalentie astma
300 miljoen. Stijgt door dieet, blootstelling aan infecties en lifestyle veranderingen
Astma = luchtwegziekte
Verdikte luchtweg, slijmbekercellen puilen uit, lumen is verminderd, gladde spiercellaag is verdikt. Tussen spierlaag allemaal onstekingscellen
Inflammatie zorgt voor structurele veranderingen luchtweg
oedeem treedt op, bronchoconstrictie, slijmvorming, bronchiale hyperreactiviteit, fibrose luchtwegen als ontsteking lang bestaat, productie FeNO
Salbutamol
Luchtwegverwijder, werkt ib op gladde spieren die dan onstpannen -> lumen wijder -> vorm flow-volume curve normaliseert: reversibiliteot. Bij daignose astma: FEV>12% verbetert en >200 ml na gebruik SABA
Onderscheid COPD
alveolaire septa beschadig bij COPD
bij astma vooral gladde spierweefsel dat verdikt raakt: reageert op medicatie
Reversilibiteitsmeting levert niks op?
diagnose stellen door aantonen bronchiale hyperreactiviteit; luchtweg prikkelen met histamine of metacholine: leidt tot verlaging FEV1
Bronchiale hyperreactiviteit
zenuwuiteinde zitten in luchtwegepitheel, wordt permanent geprikkeld door wat we inademen. Bij astma oiv ontstekingscellen: grijpt aan op VCAM en ICAM en beïvloedt daarme het zenuwuiteinde en substance P uitscheid: verhoogd gevoeligheid zenuwen
BHR prikkeling hersenstam
impuls terug waarbij stofjes worden vrijgelaten, oa MBP: gladde weefsel raakt ontstoken, verdikt & gaat samen knijpen. MBP zorgt ook voor dysfunctioneel M2 muscarine receptor -> geen ontspanning spiercellen
Duale respons
allergene prikkel -> ontstaan heftige respons -> binnen halfuur normalisatie respons -> na 4-6 uur late reactie -> kan tot 24 uur duren: veel meer ontsteking gedreven: eocinofielen -> reactie normaliseert: altijf een ontstekingslaag aanwezig
Factoren astma
Omgevingsfactoren: nodig om astma in beweging te zetten
Hostfactoren: maken mensen afhankelijk voor astma
Erfelijkheid astma
Aanleg is erfelijk: atopische constitutie is erfelijk. 25 genen betrokken bij astma
Klassieke TH2 respons:
dendritische cel die antigenen herkent -> pakt dan een allergeen en presenteert die aan een Th0-cel -> kan oiv IL-4 transformeren richting een Th2-cel -> produceert type 2 cytokines (IL-4, 5, 9, 13) -> werken op verschillende effectorcellen -> klinische kenmerken zoals bronchoconstrictie, mucusprod, BHR
Eosinofiel astma
Naast Th2 cel ook lymfocyt ILC2 actief -> kan zelfde set cytokines produceren maar heeft geen tussenkomst nodig van dendritische cel: minder gevoelig voor inhalatiesteroïden
T2-inflammatie vaststellen
Eosinofielen in bloed/sputum, NO in uitademingslucht, kijken of iemand gesensibiliseerd is voor allergen-gemedieerd astma