Paradigma's basisassumpties Flashcards

1
Q

Objectieve werkelijkheid, buiten ons bestaan. Deze werkelijkheid is onderhevig aan natuurwetten.

A

Positivisme (post-positivmse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afstand tussen kenner (subject) en gekende (object)

A

Positivisme (post-positivmse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Controleerbare methodes

A

Positivisme (post-positivmse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderzoek is objectief, rationeel en neutraal

A

Positivisme (post-positivmse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De werkelijkheid hoe die zich werkelijk aandient en niet hoe die door de wetenschapper wordt bekeken.

A

Fenomenologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Subjectieve ervaring (zintuigelijk, pre-reflexief)

A

Fenomenologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Betekenisgeving vanuit “stock of knowlegde”

A

Fenomenologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Betekenisgeving is niet individueel, maar wordt van generatie op generatie doorgegeven

A

Fenomenologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wetenschappelijke kennis wordt niet ontdekt, maar geconstrueerd of geproduceert tijdens het onderzoek

A

Sociaal constructivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenner en gekende zijn met elkaar verbonden, kennis ontstaat door interactie

A

Sociaal constructivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De kennis is afhankelijk van politieke, sociale en historische context waarin die kennis gemaakt wordt

A

Sociaal constructivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kijkt naar de manier waarop sociale structuren (klasse, ras, gender) een invloed uitoefenen op objectieve ervaringen

A

Kritische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het zijn historische gevromde en reeël gemaakte structuren

A

Kritische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Normatief: daagt historisch gevormde structuren uit door ze te construeren

A

Kritische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Justice oriented, aandacht voor privilege en marginalisatie. Aandacht voor maatschappelijke ongelijkheid( intersectionaliteit)

A

Kritische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly