HC ethiek etc Flashcards

1
Q

Kenmerken semigestructureerd

A

Interactief, non directief, direct contact 1 op 1. Face to face, online, telefonisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taal in onderzoek

A

Taal staat centraal, eigen taalgebruik maar ook die van de respondent. (vaak/soms). Niet alleen wat er wel wordt gezegd, maar ook wat er niet wordt gezegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn creatieve manieren om een interview vorm te geven?

A

Afbeeldingen/filmpjes, tekenen, kaartjes laten sorteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Talenten voor het houden van interview:

A

Organisatorische talenten, inhoudelijke talenten, interviewtechnische taletne, sociaal-emotionele talenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Non response van belang bij

A

Willen weten waarom mensen niet reageren of op komen dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Evalueren van antwoorden, 5 punten

A

Validiteit, volledigheid, relevantie, duidelijkheid, non-verbaalgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Topiclijst komt tot stand op basis van

A

Intuitie: experts raadpleggen of welke thema’s zouden een rol kunnen spelen

Literatuur: operationaliseren. Begrippen die onbekend zijnv oor de respondent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stappen voor maken interviewsvragen

A

Theoretische concepten -> opdelen in componenten -> maken van interviewsvragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Plichtethiek:

A

norm staat cnetraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgethiek:

A

Gevolg vd handeling staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deugdethiek:

A

Goede onderzoeker zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Principe ethiek:

A

Weldoen, niet schaden, respect voor autonomie, rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar toetst METC op?

A

Je informatiebrief, toestemmingsformulieren voor deelnemers, privacyverklaring onderzoeker, onderzoeksprotocol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

METC toetst onderzoeksprotocol op:

A

Belasting voor proefpersoon (methode dataverzameling), risico van deelname, nadelen voor proefpersoon, vergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Informed betekent:

A

informeren over relevantie aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Consent betekent:

A

Waarde, autonomie, deelnemer kan een rationele beslissing nemen. Kan zich terugtrekken

17
Q

Situationele ethiek:

A

Heeft oog voor de context. Probeert dilemma’s altijd te begrijpen, morele vaardigheden van onderzoekers om deze dilemma’s te herkennen en daarop te reflecteren

18
Q

Relationele ethiek

A

Verschillende patijen en verscillende waardes die kunnen botsen. Niet altijd duidelijk wat het goede is om te doen, elke keuze heeft morele schade waarop geanticipeerd moet worden. (ethic uneasy moments).