OZT 7: Osteosynthesemateriaal basis Flashcards

1
Q

Wat is het doel van het gebruik van osteosynthese?

A

Het fixeren van botfragmenten na een fractuur met implantaten (platen,schroeven) om genezing te bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de doelstelling van osteosynthese?

A
  • stabilisatie van de fractuur
  • behoud van anatomische stand
  • sneller functioneel herstel
  • minimaliseren van complicaties zoals pseudoartrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van de AO?

A
  • anatomische repositie van de fractuur
  • rigide fixatie van de fractuur
  • een pijnvrije herstelperiode van de patiënt
  • sparen van de vascularisatie door de weke delen zo min mogelijk te beschadigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voordelen van plaat osteosynthese (LCP)?

A
  • bloedvoorziening periost blijft gespaard
  • LCP combinatie met hoekstabiele schroeven zorgen voor optimale verankering en stabiliteit, zelf in osteoporotisch bot
  • er kan gekozen worden voor mono- en bicorticale fixatie
  • bij belasting kunnen de schroeven niet meer uit de plaat migreren, er treedt dus geen verlies van reductie op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn algemene voordelen van plaat osteosynthese?

A
  • hoge stabiliteit
  • anatomisch herstel mogelijk
  • versnelde mobilisatie van de patiënt
  • verschillende plaat opties beschikbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn algemene nadelen van plaat osteosynthese?

A
  • grotere operatieve benadering nodig
  • risico op periostale schade
  • verhoogde kans op infecties
  • secundaire verwijdering mogelijk vereist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen statische en dynamische intrafragmentaire compressie?

A
  • statische compressie geeft een primaire botgenezing waarbij absolute stabiliteit wordt gegeven. Er is geen callusvorming.
  • dynamische compressie geeft secundaire botgenezing waarbij er relatieve stabiliteit wordt gegeven. Door de microbewegingen die mogelijk zijn ontstaat er callusvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem een basisprincipe m.b.t. botgenezing

A
  • intrafragmentaire compressie (statisch of dynamisch)
  • spalken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een basisprincipe m.b.t. volgorde van het plaatsen van een schroef?

A
  • boren
  • meten
  • tappen
  • schroeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij een trekschroef heb je een glijgat en een tapgat, welke zit waar?

A
  • glijgat in het proximale botfragment
  • tapgat in het distale botfragment
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn indicaties voor spalken (plaatsen plaat osteosynthese)?

A
  • bij fracturen waarbij osteosynthese met intrafragmentaire compressie niet mogelijk/nodig is
  • wanneer het bot de krachten niet zelf kan dragen, wordt er een inwendige spalk (plaat/mergpen of fixateur externe) geplaatst.
  • voornamelijk geindiceerd bij communitieve fracturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is spalken primaire of secundaire botgenezing?

A

Secundaire botgenezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke schroeven kunnen gebruikt worden als trekschroef?

A
  • cortex/corticalisschroef
  • spongiosaschroef 16/32 mm winding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar grijpt een trekschroef zich vast?

A

aan het distale botfragment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eigenschappen cortex/corticalisschroef

A
  • meestgebruikte schroef
  • schacht is geheel of ten dele bedraad
  • fungeert als trekschroef
  • gebruikt in harde corticale botdelen zoals diafyse
  • schroef die ten dele bedraad is en alleen distaal schroefdraad heeft is een schachtschroef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eigenschappen spongiosa schroef

A
  • schacht is geheel of ten dele bedraad
  • grovere schroefdraad
  • geschikt voor zacht trabeculair bot
  • verankert beter in spongieus bot zoals epifyse/metafyse waar de cortex dun is
  • 16mm schroefdraad schroeven voor kleine fractuurfragmenten
  • 32mm schroefdraad schroeven voor plaatfixacties in spongieus bot, trekschroeffunctie noodzakelijk
17
Q

Wat is een stelschroef?

A

Enkelvork fixeren van twee botdelen

18
Q

Wat is een fixatieschroef?

A

Om een plaat aan het bot te fixeren, tijdelijk of permanent

19
Q

Welke schroeven zijn zelftappend?

A

Alle schroeven behalve spongiosa schroeven

20
Q

Wordt een getal naar boven of beneden afgerond wanneer de maat wordt gemeten?

A

naar boven

21
Q

In welke 2 groepen zijn osteosynthese platen onder te verdelen?

A
  • anatomisch voorgevormde platen
  • niet-anatomisch voorgevormde platen
22
Q

Beschrijf de werking van een trekschroef

A
  • compressie wordt gecreëerd tussen de botfragmenten
  • zorgt voor verhoogde stabiliteit
  • meestal in combinatie met een plaat gebruikt
  • grijpt distaal aan, trekt het botdeel naar het proximale botdeel waardoor compressie ontstaat
  • proximaal glijgat
  • distaal tapgat
23
Q

Doel van een plaat kan 1 of meerdere reden hebben:

A
  • statische interfragmentaire compressie
  • dynamische interfragmentaire compressie
  • neutralisatie (bij spalken)
  • steun (bij spalken)