OZT 1: De oudere patiënt Flashcards

1
Q

Op welke risicofactoren moet er worden gelet tijdens de pre operatieve screening?

A
  • tromboserisico
  • polyfarmacie (vermijd benzodiapines en NSAID’s)
  • post op misselijkheid/braken
  • pulmonale problemen
  • hypertensie
  • diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de grootste risicofactoren bij operaties die een rol kunnen spelen bij complicaties?

A
  • bestaande aandoeningen zoals cardiale/pulmonale,renale aandoeningen
  • spoed operaties
  • mate van kwetsbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem aandachtspunten voor tijdens de operatie

A
  • temparatuur managment
  • decubitus
  • vochtbalans op peil houdem
  • ritmestoornissen door anesthetica/analgetica
  • risico op hyperglycemieen (bloedsuikerspiegel te hoog vanwege verminderde werking endocriensysteem)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke preventieve maatregelen kun je nemen bij operaties van oudere patiënten

A
  • extra zorgondersteuning door specialistisch team
  • medicatie aanpassingen
  • zo nodig roken en alcohol maatregelen nemen
  • delierpreventie door minimaliseren verplaatsingen, prikkels.
  • valpreventie
  • slaaphygiëne
  • voorlichting mantelzorgers
  • voorkomen ondervoeding
  • fysieke beperkingen behandelen zoals hulpmiddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar kan functieverlies tot leiden bij ouderen?

A
  • verlies van zelfstandigheid
  • zelfredzaamheid
  • autonomie
  • lage kwaliteit van leven
  • thuiszorg nodig
  • verhoogde kans op sterfte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan je voorkomen met tijdige herkenning van kwetsbare ouderen en interventies?

A
  • functieverlies kan ziekenhuisopname voorkomen
  • positieve invloed wanneer andere zorgverleners erbij betrokken worden
  • tijdige mobilisatie en nazorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke begeleidingsaspecten zijn van belang?

A
  • salutogenese -> genezing op gezondheid
  • positieve gezondheid
  • holistische versie -> psygische, sociale en lichamelijke aspecten staan centraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke aspecten moet je in kaart brengen en bespreken?

A
  • kwetsbaarheid
  • herstelvermogen
  • best passende behandeling voor patiënt
  • pre operatief screenen
  • voorbereiden op operatie en herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke risicofactoren spelen een rol bij complicaties die kunnen optreden tijdens de pre operatieve fase?

A
  • trombose risico
  • polyfarmacie
  • post op misselijkheid
  • pulmonale problemen
  • hypertensie
  • diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de grootste risicofactoren die een rol kunnen spelen bij complicaties?

A
  • cardiale/pulmonale aandoeningen
  • renale aandoeningen
  • spoedoperatie
  • mate van kwetsbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn aandachtspunten voor tijdens de operatie?

A
  • temperatuur
  • decubitus
  • vocht
  • risico hyperglycemien
  • risico verhoogde delier, infectierisico, slechte wondgenezing
  • ritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn primaire postoperatieve complicaties?

A
  • nabloeding
  • infectie
  • ileus
  • hemorragische shock
  • sepsis
  • wonddehyscientie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn secundaire postoperatieve complicaties?

A
  • cariogene shock
  • atelactase (samenvallen long)
  • pneumonie
  • urineweginfectie
  • diep veneuze trombose/embolie
  • delier
  • functieverlies
  • vallen
  • vertraagd herstel, langere opnameduur
  • cognintieve stoornissen
  • infectie centrale lijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is comprehensive geriatric assessment, wat houdt dit in?

A

Multidimensionale evaluatie van gezondheidstoestand in verschillende domeinen:

  • somatisch
  • psychisch
  • functioneel
  • sociaal
  • behandeldoelen en voorkeuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke factoren hebben invloed op het ontwikkelen van een delier?

A
  • ouderdom 70 jaar of ouder
  • cognitieve stoornissen
  • visus- gehoorstoornissen
  • stoornissen in de activiteit van dagelijks leven
  • gebruik alcohol en opiaten
  • infectie, koorts, dehydratie, elektrolytstoornissen en polyfarmacie
  • gebruikt antipsychotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een delier?

A

Een neuropsygisch toestandsbeeld dat zich kenmerkt door een bewustzijnsstoornis, verandering cognitief functioneren, stoornis die zich in korte tijd ontwikkeld

17
Q

Wat zijn de verschillende vormen van een delier?

A
  • hyperactief delier
  • hypoactief delier
  • gemengd delier
18
Q

Wat is de behandeling van een delier?

A
  • symptoom behandeling
  • medicamenteus
  • niet-medicamenteus
  • opsporen oorzaak