Overige stof longen Flashcards
Hoe herken je pneumoconiose en waar komt het door?
Witte vlekjes op de bovenvelden, fibrose
Komt door schadelijke deeltjes -> beroepsziekten, chronische ziekte (acuut komt zelden voor)
Welke 3 vormen kent pneumoconiose?
1) Asbestose ->plaques, benigne pleurale effusie, asbestose fibrose: leidt tot longkanker
2) Berylliose (metaal reactie) ->blootstelling aan vliegtuigindustrie, electronica, tandarts en mijnwerkers. Type IV overgevoeligheidsreactie: granulomen in de longen
3) Sarcoïdose: systeemziekte; vergrote lymfeklieren, oog/huid afwijkingen, pulmonale nodulie, granulomen in de organen. Dit komt door een overmatige granulomateuze reactie op een piepklein antigeen
Hoe ontstaat extrinsieke allergische alveolitis?
Herhaalde inademing van allergenen, bacteriën, chemicaliëm
Dit leidt tot -> pneumonie -> bronchiolitis -> granuloom -> fibrose
Wat zijn de verschillen tussen acuut EAA en chronische EAA
Acuut: reversibel, contact vermeiden = klacht vermindering. CT -> centrilobulaire noduli, matglas afwijking, airtrapping. Biopt -> infectie beeld, lymfocytaire infilrtraten, peribronchien, granuloom
Chronisch: > 6 maanden, progressieve afwijkingen, irreversibel. CT -> fibrose, honeycombing, airtrapping. Biopt ->PUUR fibrose, geen granulomen
Wat zijn anamnese klachten en LO bij EAA
Acuut: anamnese = hoesten, koorts griep. LO = piepgeluiden en verscherpt ademgeruis
Chronisch: anamnese = heftig dyspnoe. LO = crepitaties (door fibrose) en clubbing
Aanvullend onderzoek bij EAA?
Longfunctie -> weinig obstructie, fibrose, verminderde diffusie, desaturatie bij inspanning
LAB -> IgB antistoffen bij blootsteliing, verhoogd CRP en leucocytose
BAL -> LYMFOCYTOSE HEEL VAAK, granulocyten bij fibrose
CT -> matglas, consolidaties, centrilobulaire nodule, airtrapping, fibrose
Welke twee typen Falende Longen onderscheiden we?
Type 1: partieel ->longfalen ->PaO2 daalt
Typ2 2: compleet -> pompfalen ->PaO2 daalt, PaCO2 stijgt
Wat gebeurd er bij een stijgende PaCO2 bij type 2 longfalen
Stijging PaCO2 ->daling HCO3/CO2-> daling pH -> ZUUR
Bij een stijging van HCO3 zal ook de pH weer stijgen dus
Hoe werkt het buffersysteem bij longfalen?
Longen (super snel)-> stijging pH door CO2 uit te ademen
Nieren (traag)-> aanmaak HCO3 waardoor de pH weer zal stijgen