Overige begrippen Flashcards

1
Q

Viagra, levitra, Calais

A

fosfodiësterase-5-remmers
Orale therapie voor erectiestoornis
eerst voor mannen, daarna voor vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emerging adulthood (beschrijving + 3 kenmerken)

A

In westerse samenlevingen dat tieners en twintigers allerlei beslissingen om zich te settelen uitstellen, waardoor een nieuwe levensfase ontstaat tussen adolescentie en volwassenheid (emerging adulthood)

  • Min of meer onafhankelijk van hun ouders
  • Weinig verantwoordelijkheden zoals opvoeden van kinderen of bezit van een huis
  • Ruimte voor verkenning van emotionele en lichamelijke intimiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stoffen in intracavernosale injectie-therapie? (3)

A

prostine, papaverine/phentolamine, PGEI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Model van Bancroft (2009)

A

Beschrijft seksuele ontwikkeling op deelgebieden vd seksualiteit: genderidentiteit, seksuele responsiviteit, vermogen om intieme relaties aan te gaan.
Hij gaat er vanuit dat deze deelgebieden zich gedurende de kindertijd redelijk onafhankelijk van elkaar ontwikkelen en pas daarna integreren tot een volwassene seksualiteit (discontinu als ik het goed heb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Model van van Zessen (1999)

A

In dit model staat de ontwikkeling van ‘interactie competenties’ centraal. Interactiecompetentie veronderstelt onder meer gevoelig zijn voor de gevoelens en wensen vd ander, het kennen vd eigen gevoelens en wensen en hierover kunnen communiceren en het realiseren hiervan (verdere uitleg en precieze model in de samenvatting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Model van Baltes

A

3 categorieën van factoren die ontwikkeling vormen:
1. Niet-normatieve invloeden: gebeurtenissen die niet iedereen overkomen (ziekte, sterftegeval bv)
2. Normatieve leeftijdsgebonden invloeden: gebeurtenissen die (bijna) iedereen overkomen, zoals lichamelijke veranderingen in de pubertijd
3. Normatieve geschiedenis gebonden invloeden: dit gaat over historische veranderingen die de hele cohort tegelijk treffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gedragssysteem

A

Verzameling van een aantal handelingen die bij elkaar horen en hetzelfde doel hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Discontinu ontwikkelingsmodel

A

Wil zeggen dat er fases worden onderscheiden zoals bij Freud en Erickson. Bancroft is discontinu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Continu ontwikkelingsmodel

A

Vloeiende lijn, model van van Zessen, model van Kirby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fenomenologie

A

Fenomenologisch onderzoek beoogt een verschijnsel te beschrijven zoals mensen het in hun dagelijks leven ervaren, ‘geleefde ervaring’ (intentionaliteit, bewustzijn en qualia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Positivisme

A

Het doel van een wetenschappelijke theorie is om met behulp van een afgebakende verzameling concepten een bepaald fenomeen te verklaren (alleen kijken naar observeerbare gebeurtenissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Postmodernisme over positivisme

A

Deze stroming benadrukt dat waardevrije, universele en objectieve kennis niet bestaan, maar dat ze altijd het resultaat zijn an het kijken naar de wereld door een bepaalde bril en dus altijd door subjectieve opvattingen en betekenissen zijn gekleurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly