Levensloop, 1/4 Flashcards

1
Q

In welke fasen kun je de levensloop onderverdelen? (+ leeftijden)?

A

Kindertijd (0-12j)
- Baby: 0 -1 j
- Peuter: 1 - 3 j
- Kleuter: 3 - 6 j
- Lagere school kind: 6 - 12 j
Puberteit en jongvolwassenheid (12 - 25 j)
Volwassenheid (25 - … j)
- Relatie en gezinsontwikkeling 25 - 50 j
- Middelbare leeftijd: 50 - 70 j
- Ouderen > 70 j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

6 deelgebieden voor ontwikkeling

A
  • Cognitieve ontwikkeling
  • Biologische ontwikkeling
  • Emotionele ontwikkeling
  • Sociale ontwikkeling
  • Taalontwikkeling
  • Morele ontwikkeling
    (seksuele ontwikkeling wordt gezien als het gevolg van ontwikkeling van elk van deze deelgebieden óf als op zichzelf staande ontwikkeling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Om welke drie redenen zou seksuele ontwikkeling niet als op zichzelf staande ontwikkeling gezien kunnen worden?

A
  1. Ontwikkeling van algemene betekenis- en gedragssystemen die later de seksuele vormgeving mee bepalen
  2. ‘Seksueel gedrag’ en ‘seksuele ontwikkeling’ impliceert dat kinderen zelf seksuele wensen en verlangens zouden hebben (legitimatie van seks tussen kinderen en volwassenen)
  3. ‘het seksuele ver van kinderen’ en ‘kinderen ver van seksualiteit’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Om welke reden zou seksuele ontwikkeling wel als op zichzelf staande ontwikkeling gezien worden?

A

Kinder(lijk) seksualiteit als een basaal, rudimentair systeem dat qua vorm, betekenis en gedrag vergelijkbaar is met ‘volwassen seksualiteit’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie van seksualiteit bij kinderen (3 deelgebieden)

A
  • Geslachtelijkheid (biologische sekse en genderidentiteit)
  • Lichamelijkheid (seksuele responsiviteit: aanraken, aangeraakt worden, waar raak ik iemand aan)
  • Intimiteit (mogelijkheid om contact en relaties aan te gaan met anderen: knuffelen, verkering hebben etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Studeer het discontinu model van de Graaf en Rademakers, slide 14

A

Belangrijk! (en gedaan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is abnormaal seksueel gedrag in de kindertijd? (2)

A
  • Overdreven seksueel gedrag na seksueel misbruik
  • Te weinig seksueel gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘seksueel’ voor kinderen?

A
  • ‘seksueel’ voor kinderen =/= volwassenen
  • ‘Alle handelingen, aanrakingen die zorgen voor algemene genots- en lustgevoelens’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er is weinig OZ gedaan naar normaal seksueel gedrag van kinderen n.a.v. taboesfeer en methodologische problemen, welke methodologische problemen? (4)

A
  1. Herinneringen van volwassenen over seks in kindertijd (vergeten, verkleuren bv)
  2. Observatie door ouders, leerkrachten, opvoeders (verschil in interpretatie, eigen waarden en normen, tonen niet alles)
  3. Professionele observatoren (criteria, gestructureerde observaties, etc)
  4. Interview over seksuele kennis en gedrag (laat niet bij machte, nog geen woordenschat voor, taboe)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly