Hfdst 1 Flashcards

1
Q

Essentialisme

A

Menselijk seksueel gedrag krijgt vorm volgens universeel basispatroon en is in geringe mate onderhevig aan sociale verandering. Er is veel aandacht voor evolutionaire achtergrond van seksueel gedrag en de klemtoon ligt sterk op de invloed van biologische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociaal-constructivisme

A

Gaat er vanuit dat seksueel gedrag voornamelijk beïnvloed wordt door sociale, culturele, historische en/of economische factoren die bepalen wat als (normaal) seksueel gedrag wordt gezien en wat daarvan de betekenis is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biopsychosociale benadering

A

Probeert biologische, psychologische en sociale factoren te integreren in een visie die recht doet aan de meervoudige gedetermineerdheid van seksueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is belangrijk om te weten rondom de biopsychosociale benadering?

A

Dat het een meta theoretisch denkkader is ipv een theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan ‘dieronderzoek’ ons inzicht bieden in menselijke seksualiteit?

A

Evolutionaire seksuologie en de invloed van genen, hormonen en hersenen (het brein) op seksueel functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn vijf manieren van variatie en expressievormen van seksualiteit?

A

Gender (M/X/V)
Seksuele oriëntatie/voorkeur (mensen/objecten of handelingen/niets (aseksueel))
Gedrag
Fantasie
Zelfbenoeming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt normofiel vs parafiel in?

A

Binnen de norm vs ‘naast de liefde’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bedoelt met ‘Seksualiteit is een complex fenomeen’?

A

Het is een multidimensionale gegeven, biopsychosociale denkkader en nood aan pogingen tot BPS-theorievorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent ‘methodische pluriformiteit’? (3)

A
  • Er is empirische onderbouwing nodig voor wetenschappelijke seksuologie (zowel kwalitatief als kwantitatief)
  • Theorievorming
  • Hulpverleningsinterventies (nog vaak onvoldoende evidence based bewezen effectiviteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt bedoelt met dat seksuologie een ‘dubbele opdracht’ heeft?

A
  • Ongezonde of gestoorde seksualiteit
  • Gezonde en helende seksualiteit

niet alleen negatieve kant maar ook bijdrage aan de kwaliteit van leven en een gelukkig leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kernvariabelen (13)

A

Sekse
Genderidentiteit
Genderrol
Seksuele oriëntatie, voorkeur, aantrekking, interactie, relatie, functie, respons, gezondheid
seksueel gedrag, welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly