operatiezorg Flashcards

unknown

1
Q

verschil tussen monopolair en bipolaire HF?

A

monopolair: de stroom loopt door de pt via een elektrode (stift) naar een grotere elektrode (plaat). De stift is actief en heeft een kleine contactvlak om de hoogste stroomdichtheid te bereiken. Zo vind een warmteontwikkeling plaats. De stroom wordt door een klein opp geleidt wat voor een chirurgisch effect zorgt.

bipolair: de beide elektroden zijn geïntegreerd in 1 instrument nl. de tip van het pincet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een diathermietoestel?

A

een stroomgenerator waarmee HF chirurgie kan toegepast worden. De pt is met 2 elektroden verbonden aan het toestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bedhold?

A

voorlopige standplaats voor de pt alvorens de OK.
Waar SSC deel 1 kan worden afgenomen, waakinfuus,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken van een operatietafel

A

kan tot 500kg dragen
heeft connectieblokken
hoofdeinde kan omlaag en omhoog
voorzien van een traagfoam matras
drukreducerend
mogelijk in verschillende richtingen (trendlenburg,..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de verschillende zones weer

A

vuile zone: materiaal gesorteerd, gereinigd en afgespoeld
reine zone: controle op functionaliteit
steriele zone: materiaal gesteriliseerd en zodra afgekoeld naar het OK getransporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef 2 soorten sterilisatie

A

1.heteluchtsterilisatie (materiaal blootgesteld aan droge hitte tussen 120°C en 200°C)
2.gammasterilisatie (MO gedood door radioactieve straling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verluchting in het OK

A

-mengende luchtbehandeling: zelfde luchtkwaliteit in gehele OK zelfde zuivere lucht waardoor verdunning van de contaminatie tot een zo laag mogelijke concentratie.
UDF: turbulent arme HEPA gefilterde lucht in 1 richting vanuit het plenum geblazen. (beschermt het gebied door verdringing van MO)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

scialitiek lamp

A

Vermijdt schaduwen, HD camera, verlichting voor de diepere regioenen van het OK
kan in alle richtingen verplaatst worden
steriele lampendop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de niet-kritische zone?

A

de overgang van de externe zone naar de semi-kritische zone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zuurstofalarm en failsafe op beademingstoestel

A

wanneer het systeem faalt in het leveren van voldoende zuurstof en er hypoxische mengsels aan de pt zouden worden toegediend is er een zuurstof-failsafe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uit wat bestaat de flowregelaar klep?

A

de flowcontrole klep: l/min van het gegeven gas
glazen buis: de sterkte van de flow kan hier afgelezen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verdampers

A

volatiele/inhalatie anesthetica worden hier verdampt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

APL-klep

A

zorgt ervoor dat het overtollige gas en uitgeademde lucht het systeem kunnen verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bair hugger

A

veilig warmte bieden aan pt onder narcose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SCOMLADIT

A

suction: aspiratie
circulation: beademinsslangen, bacteriefilter, swivel, capnografie,..
oxygen: juiste beademingsmasker
monitoring: EKG-klevers
larynx: laryngoscoop
airway: aangepaste tube
drugs: inductiemedicatie, noodmedicatie
infusion: hoofdinfuus,..
temperature: temperatuursonde, kamertemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de SSC?

A

het dient voor de patiëntveiligheid en het bevorderen van de kwaliteit van de zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2de fase van SSC?

A

TIME OUT: vindt plaats voor de incisie

16
Q

wat is de eerste fase van de SSC?

A

SIGN IN: zijn er bekende allergieën? weet de pt de procedure? nuchter, polsoxymeter correct en functionerend?

17
Q

uit wat bestaat de anesthesiefase ?

A

-pre-oxygeneren: 02 toedienen via beademingssmasker
-inductie/inleiding: toedienen van inductie medicatie + verdere 02 geven
- intuberen

18
Q

wat zijn de inductiemedicatie?

A

sufenta
propofil
nimbex

19
Q

Wat is de Time-Out fase?

A

gebeurt voor de incisie van de huid. Voorbeeldvragen: is er AB profylaxe toegediend het voorbij uur, zijn er patiëntgerelateerde bezorgdheden, problemen met materiaal,??

20
Q

sign out fase?

A

Telling instrumenten en kompressen ok? specifieke post-op zorgen?

21
Q

wat gebeurt er als de pt niet nuchter is? en wat bij een spoedgeval?

A

operatie uitgesteld tot 6u na de maaltijd. Bij een spoedgeval word de crush inductie uitgevoerd dbv BURP= occlusie van de oesophagus door manuele druk op cricoïd.

22
Q

Geef de ASA-scores weer

A

ASA 1: pt heeft goede inspanningstolerantie (geen roker, geen alcoholgebruik)
ASA 2: milde medische aandoening zonder weerslag op het dagelijks leven. (hypertensie of diabetes goed onder controle)
ASA 3: beperkt de normale activiteit
(ernstige hypertensie, ongecontroleerde diabetes)
ASA 4: levensbedreigend
(NI, LI)
ASA 5: verwachte overlijden binnen de 24 uur

23
Q

waarvoor dient de ASA score?

A

evaluatie van de gezondheidstoestand en risico voor het ondergaan van de operatie adhv een lichamelijk onderzoek, bevraging,…

24
Q

plat op de rug

A

decubitus dorsalis

25
Q

hoofd in hyperextensie

A

houding van Rosen

26
Q

voeten hoger dan het hoofd

A

ruglig met trendlenburg

27
Q

voeten lager dan het hood?

A

anti-trendlenburg

28
Q

toepassing bij ruglig met afhangende benen?

A

operatie meniscus

29
Q

aandachtspunten bij jack-knife positie?

A

bij zware pt hypoxie door druk op bloedvaten + AH stelsel hier kwetsbaar

30
Q

aandachtspunten bij pilethouding

A

zelde als zijlig
patient correct positioneren op breekpunt

31
Q

aandachtspunten bij genupectorale houding?

A

-onder de thorax een thoraxblok en kussen
- speciaal hoofdkussen
- beide armen op armsteunen

32
Q

aandachtspunten zijlig houding?

A

-tussen beide benen een kussen
- onderste kussen licht gebogen met bovenste been gestrekt
- lubale wervel zuil gesteund door zijsteun
- onderliggende schouder iets naar boven met bovenste arm licht gebogen op armsteun

33
Q

locoregionale anesthesie

A

zenuwbundel of zenuw wordt verdoofd onder echografie. Het lichaamsdeel is gevoelloos en bewegingsloos

34
Q

wat zijn de voordelen van LA en nadelen?

A

snelle ontslag
verminderde sensorische/motorische functie
brandwonden

35
Q

AP bij decubitus dorsalis?

A

hoofd in het verlengde van de wervelzuil
voeten niet over de rand van het bed
heupen symmetrisch en parallel liggen
armen naast het lichaam fixeren

36
Q

ruglig in trendlenburg AP?

A

schoudersteunen na intubatie
voorzichtig uit positie halen.

37
Q

anti-trendlenburg AP?

A

voetsteunen
extra fixatieband bij bovenbenen en romp
zwachtels om veneuze retour te bevorderen

38
Q

aandachtspunten diathermietoestel?

A
  • gesloten kring realiseren
  • op een plaats dichtbij operatiegebied afstand beide elektroden zo dicht mogelijk houden
  • niet op beenderige uitsteeksels of piercing
  • er mag geen vloeistof tussen de huid en de plaat lopen -> brandwonden!