acute pediatrie Flashcards

les 1

1
Q

wat is de klassieke meetsysteem voor lengte en gewicht bij een kind?

A

prill-lint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke meetsystemen zijn er die rekening houden met postuur?

A

pawper & broselow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de formules voor gewicht bereking?

A

jonger dan 10j: leeftijd + 4 (x2)
tss 10-14j: leeftijd x 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bespreek de quick look

A

gedrag: bwz, suf, huil?
kleur: bleek, cyanose?
AH: intrekkingen, bijgeluiden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bespreek de 5 P’s bij C

A

polsfrequentie
pressure
preload
perifere perfusie (T, CR, bleek/cyanose)
polsvolume (perifere en centrale pulsaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

optiflow?

A

hoge flow zuurstof
verwarmd en bevochtigd
alternatief voor NRM
bij meer dan 4L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe bepaal je de diameter van een endotracheale tube?

A

ouder dan 1j zonder cuff
= leeftijd + 4/4
ouder dan 1j met cuff
= leeftijd - 0,5 mm
6m: 3,5-4,0
1j: 4,0-4,5
Neonaten: 3,0-3,5 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indicaties van IO?

A

andere pogingen niet geslaagd
iv plaatsing meer dan 1 min geduurd (rea)
iv plaatsing meer dan 5min geduurd (spoed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het verschil tussen een optiflow en een zuurstofbril?

A

een zuurstofbril is geschikt voor lichtere continue zuurstoftoediening terwijl optiflow een intensievere ademhalingsondersteuning is met een hoge flow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn problemen die kunnen voorkomen bij kinderen in de bovenste luchtwegen?

A

-luchtwegobstructies
*korte nek+groot achterhoods
*tonsillaire hypertrofie
*pierre robin syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

problemen bij de AH?

A

hogere luchtweerstand in de kleine luchtwegen tov hogere luchtwegen
-> luchtwegobstructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doe je zeker bij de obligate neusademhalers?

A
  • aspireren
  • neusspoeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doe je als interventie bij A wnr het kind niet bij bewustzijn is

A

orofaryngeale tube (majocanule)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

interventie bij A bij bewuste pt om luchtweg vrij te maken?

A

nasofaryngeale tube

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat observeer je de B?

A

RWTO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat observeer je bij w bij RWTO?

A

work of breathing
- intrekkingen
-neusvleugelen
-head bobbing
- wheezing
-gaspen
-kreunen

17
Q

wat observeer je bij de T bij RWTO?

A

teugvolume
-kijk & luister
thoraxhelften synchroon?
bijgeluiden?

18
Q

wat observeer je bij O bij RWTO?

A

oxygenatie
- kleur
-cyanose?
-sat?

19
Q

wat mag je niet vergeten bij de O van RWTO?

A

bloedgassen afnemen!
(oxygenatie & ventilatie)

20
Q

wat is de eerste keuze bij een ernstig respiratoir falen als zuurstoftherapie?

A

NRM (10-15L)

21
Q

wat is de interventie bij de C?

A

PI/IO+BA
vaatvulling met 10ML/kg kristalloïd tot max 40ml/kg en ev bloedproducten overwegen.

22
Q

wat observeer je bij D?

A

abnormale bewegingen?
pupilgrootte?
houding?
fontanel/nekstijfheid?
glycemie?

23
Q

wat houdt de secundary survey in?

A

specifieke onderzoeken
ample

24
Q

verschil BPAP en CPAP?

A

zie extra notes

25
Q

wanneer ga je over naar intuberen/ventilatie?

A

ondanks de NRM is er geen adequate AH, hypoxie
in afwachting zal je altijd een de ballon beademing met 02 doen.

26
Q

waarom maagsonde/duodenumsonde vooraleer intubatie?

A

-medicijnen/voeding te geven
- diafragmahoogstand te voorkomen

27
Q

wat is ECMO?

A

invasieve zuurstofondersteuning
- externe kunstmatige veneus bloed geoxygeneerd en co2 verwijderd en zo weer naar de pt. Tijdelijke overbrugging van ernstige respir/circu falen

28
Q

waarvoor dient NO

A

bij respiratoire insuff
verwijden van de longvaten en pulmonale bloeddruk verlagen.

29
Q

contra-indicaties van IO?

A

botbreuk, huidinfectie

30
Q

indicatie van IO?

A

zie blad

31
Q

wat zijn complicaties bij de plaatsing van een IO?

A

infectie
fractuur
compartimentsyndroom

32
Q
A