IZ Flashcards

1
Q

wat is cardiale monitoring?

A

het opvolgen van het hartritme=elektrische activiteit van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is het anders dan een EKG?

A

JA! maakt gebruik van 7 afleidingen geen 12 zoals bij een EKG. Kan wel helpen bij het opsporen van hartritmestoornissen of ischemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de AP bij cardiale monitoring?

A

-correct plaatsen van de elektroden
- huidirriaties
- onrustige pt -> foute interpretatie
-overmatig zweten
- regelmatig vervangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AP bij pulse oximetrie?

A

-koude handen
- nagellak
- geen onderscheid maken met CO intox
- drukletsels,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het principe van de invasieve bloeddrukmeting?

A

2 punten in een vloeistof die op de zelfde hoogte zijn ondervinden een gelijke druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doet de transducer?

A

wordt gebruikt bij de invasieve bloeddrukmeting. Zet mechanische drukgolf om in eletrische signaal dat door de monitor wordt weergegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het flebostatisch punt?

A

meetpunt thv het linker ventrikel waar de transducer geplaatst moet worden want zie wet van pascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom is het nodig de monitor te nullen?

A

elke druk die we meten= de druk boven de heersende druk. Dus eerst heersende druk bepalen door kraantje van transducer open te zetten aan de lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

AP bij invasieve drukmeting?

A

-elke shift nullen
- bij elke houdingsveranderingen hoogte transducer aanpassen
-controle infuus en druk zak
- stel alarmen in
- controleer de insteekplaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is CVD

A

is de druk thv rechter atrium dat gemeten wordt in de vena cava superior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat vertelt de CVD ons?

A

is een goede parameter voor de vullingstoestand van de pt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de AP bij CVD?

A

-elke shift nullen
- controleer insteekplaats
- gemeten op distale lumen
- transducer aanpassen na elke houdingsverandering
-alarmen instellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lactaatbepaling

A

-0,5-1,7mmol/L
- afvalproduct van anaerobe verbranding in het lichaam
- verhouding tussen zuurstofaanbod en zuurstofverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is er een ballon noodzakelijk bij een SGK?

A

om via de bloedstroom naar de arteria pulmonalis te geraken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe gebeurt de plaatsing van de SGK?

A

Met oog op de drukken en monitor dus.
Nadat de CVD gezien wordt in de VCS en RA wordt de ballon opgeblazen. Dan wordt de RV druk, A pulmonalis druk en wedgedruk gezien. De wedgedruk is de druk op het moment dat de ballon zo ver in de vertakkingen zit van de a. pulmonalis dat hij die afsluit. De druk wordt gemeten in het LA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

arteria pulmonalis druk

A

5-15/15-28mmHg
=PAP
meting druk in de a. pulmonalis
beeld over de bevloeiing van de longen en aanwezigheid van pulmonale hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wedge druk

A

5-15mmHg
=meting druk in het LA
correct wedgedruk is steeds de eind expiratoire druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Cardiac output

A

=hoeveelheid bloed dat hart per min uipompt
4-8L
-> SV*HF= CO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

SVO2

A

gemengde veneuze druk
= saturatie vh bloed in de a.pulmonalis
=70%

20
Q

waarom is de svo2 verlaagd bij iemand met een SGK?

A

dit kan wijzen op een verhoogde zuurstofopname door de weefsels of weinig zuurstoftoevoer.

21
Q

SVR?

A

800-1200 dynes/sec/m2
de weerstand waartegen het hart bloed moet uitpompen
maatstaf waarin arteriën in constrictie of dilatatie zijn.

22
Q

Wat is beademen?

A

inblazen van gasmengsel onder positieve druk. Via endotracheale tube.
We kunnen enkel ventilatie overnemen.

23
Q

welke gevolgen voor de beademde pt?

A
  • beschadigde longblaasjes
  • spieratrofie
  • dr de positieve druk is er stase van bloed naar het hart dus blijft die in de periferie -> oedemen
  • infecties (invasieve techniek)
24
Q

Fio2

A

percentage O2 in de ingeademde lucht

25
Q

Tidal volume

A

hoeveelheid lucht in ml/per ademhaling dat ingeblazen is

26
Q

minuutvolume

A

hoeveelheid lucht in L/min dat uitgeademd is

27
Q

PEEP

A

positieve druk dat aan het einde van uitademing behouden wordt. Zorgt dat longblaasjes niet volledig dichtklappen en dat niet functionerende longblaasjes geactiveerd worden.

28
Q

wat wordt er ondersteund bij PEEP

A

gasuitwisseling

29
Q

geef voorbeelden van gecontroleerde beademing?

A

volume G: X maal per minuut wordt volume Y ingeblazen in de longen
De druk is de grote onbekende en zal moeten bewaakt worden
Dit is de meest voorkomende modus voor een full beademde patiënt

druk G: X maal per minuut lucht inblazen tot druk Y bereikt is
Het volume is onbekend en zal moeten bewaakt worden
Wordt meer gebruikt bij patiënten met een slechte compliance of bij ARDS patiënten

30
Q

wat is de ondersteunende AH

A

pressure support.

-> wanneer de spontane AH van de pt geïnitieerd wordt detecteert de ventilator dit en de vooraf ingestelde lucht wordt aan een bepaalde druk ingeblazen. Volume is onbekend.

31
Q

wat is de overgangsmaatregel tussen gecontroleerde en ongecontroleerde beademing?

A

x/min verplichte beademing (VC/PC) met daartussen ruimte om zelfstandig te ademen (1sec-pressure support) Doel is om het aantal verplichte beademingen verminderen.

32
Q

BIPAP

A

wisselwerking hoge en lage luchtwegdruk tussen die switch heb je ruimte voor een spontane AH
drukgecontroleerd.
De lage luchtwegdruk is PEEP

33
Q

wat is triggering?

A

hoe het toestel weet dat de pt zijn AH intieert.
-flow trigger
- pressure trigger
- NAVA

34
Q

ARDS en behandeling

A

inflammatoir proces
overmatig exsudaat in longblaasjes
verstoorde gasuitwisseling

geen echte behandeling
-kleine volumes geven
- PEEP

35
Q

wat vertelt de bloeddruk ons?

A

belangrijke parameter voor de perfusie van de weefsels

36
Q

wat is de contractiliteit?

A

contractiekracht van het hart

37
Q

wat zegt de preload ons?

A

het volume bloed dat zich op het einde van de diastole in de ventrikels bevindt als voorbereiding van de systole

38
Q

hoe wordt de slagvolume bepaalt?

A

preload+contractiliteit

39
Q

het slagvolume

A

hoeveelheid bloed in ml dat per contractie door het ventrikel wordt uitgepompt

40
Q

cardiac output

A

hoeveelheid bloed in L/min dat door het hart wordt uitgepompt

41
Q

wat zijn belangrijke termen bij de weefseloxygenatie?

A

zuurstofaanbod en zuurstofnood

42
Q

hoe weten we dat de vulling werkt?

A

als de CO stijgt en HF daalt heeft het vullen effect, indien enkel CVD stijgt geen effect

43
Q

wat is belangrijk bij de therapie van shock?

A

altijd ook de oorzaak aan te pakken

44
Q

wat geef je bij een anafylaxie?

A

cortisone & antihistaminica

45
Q

wat bij een sepsis?

A

kweken en breedspectrum AB

46
Q
A