Ontmoeting met enkele bekende onderwerldbewoners Flashcards
1
Q
domus
A
domus: huis
2
Q
tres
A
tres, tria: drie
3
Q
orbis
A
orbis (ml.): kring, wereld, wiel
4
Q
consistere
A
consisto, constiti,-: blijven staan
5
Q
quin
A
: ja zelfs, meer nog
6
Q
stupere
A
stupeo, stupui,-: sprakeloos zijn, verstomd staan
7
Q
intimus
A
intima, intimum: binnenste, diepste
8
Q
Letum
A
Leti: de Lete, de Dood, god van de dood
9
Q
Tartara
A
Tartorum: de Tartarus (diepste deel van de onderwereld)
10
Q
caeruleus
A
caerulea, caeruleum: donkerblauw, grijsblauw
11
Q
implexus
A
implexa, implexum: ingevlochten
12
Q
crinis
A
crinis: (hoofd)haar
13
Q
anguis
A
anguis (ml.): slang
14
Q
Eumenides
A
Eumenidum: de Eumeniden (de wraakgodinnen)
15
Q
tenere
A
teneo, tenui: houden, vasthouden
