genitief Flashcards
vaste naamval bij genitief
1
Q
implere
A
vullen met
2
Q
interest
A
het is belang (voor)
3
Q
meminisse
A
zich herinneren, denken aan
4
Q
potiri
A
bemachtig, verkrijgen
5
Q
ignarus
A
onervaren, onwetend
6
Q
memor
A
zich herinnerend, denkend aan
7
Q
plenus
A
vol (van), gevuld (met)
8
Q
potens
A
in staat (tot)
9
Q
prudens
A
bekend met, ervaren in
10
Q
similis
A
gelijkend(op), gelijk (aan)