Ontdekkingen Fysiologie Flashcards
Waar bevinden preganglionische autonome neuronen zich?
In de laterale hoorn
Waar liggen de corticospinale axonen?
Contralateraal in de hersenen
Wat stuurt het perifere zenuwstelsel aan?
De huid, gewrichten en skeletspieren
Waar stopt het ruggenmerg?
Ter hoogte van L1
Waar loopt het sympatische zenuwstelsel?
Van T1 tot L3
Functies ventrale en dorsale deel van het ruggenmerg
Dorsaal = sensibiliteit en ventraal= motoriek
Welke zenuw heeft de meeste afferente viscerale vezels
Nervus vagus
Welke organen worden primair sympathisch geïnnerveerd?
Zweetklieren, lever, bijnieren, pilo-erectors en het ooglid
Myeline en viscerale afferenten
Zijn voor het grootste deel niet gemeyeliniseerd
Prikkeling van M1 receptoren
Activatie van de speekselklieren en verhoogde motiliteit van de tractus digestivus
Prikkeling van M2 receptoren
Zorgt voor verlaging van de hartslag en hartconstrictie
Prikkeling van M3 receptoren
Zorgt voor bronchoconstrictie (verhoogde ademweerstand) en stimuleert exocriene klieren
Wanneer is er een verhogen van de luchtweerstand?
Als antagonisten B2 receptoren prikkelen
Waar liggen branchiale spieren?
In het hoofd-hals gebied
Kenmerken ATP
- Verhoogde intracellullaire calcium concentratie
- Neuropeptide Y
- Norepinefrine
- Adrenerge- receptoren
- Spiercontracties
Kenmerken NO
- Verhoogde intracellullaire cGMP concentratie
- Acetylcholine
- Muscarine-receptoren
- Spierrelaxatie
Onder controle van welk zenuwstelsel staat het pupilreflex?
Het parasympatische zenuwstelsel
Wat vormt het grootste deel van de hersenen?
De cerebrale cortex
Waar bevindt het regelcentrum van de bloeddruk zich?
De medulla oblongta
Waaruit bestaat het syndroom van Horner?
- Unilaterale ptosis
- Miosis
- Anhidrosis
Welke structuur heeft controle over de homeostase?
De hypothalamus
Welke receptoren hebben de hoogste affiniteit voor ATP?
Purinoreceptoren
Wat doet ‘Vasoactive Intestinal Peptide’ (VIP)
Zorgt voor relaxatie van gladde spiereb
Voor welk ruggenwervelsegment bestaat er geen dermatoom?
C1