Anatomie - The Body - What is anatomy Flashcards

1
Q

Anatomie

A

Komt van het Griekse woord ‘Temnein’ (betekent snijden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anatomische positie

A

Recht op staand, voeten naast elkaar (tenen naar voren), handen aan de zij met palmen naar voren (hoek tussen vingers en duim is 90 graden), kijkt naar voren met gesloten mond en neutrale blik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anterior

A

Ofwel ventraal. de voorkant van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Caudaal

A

meer richting de staart (ipv inferior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Coronale vlakken

A

Gaan verticaal en verdelen het lichaam in anterior en posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Craniaal

A

Meer richting het hoofd (ipv superior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deep

A

structuur ligt minder extern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Distaal

A

Een lichaamsonderdeel ligt verder bij de oorsprong van een structuur dan een ander lichaamsdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Inferior

A

Een lichaamsonderdeel ligt, ten opzichte van de verticale as, lager dan een ander lichaamsdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lateraal

A

Van het median sagittale vlak af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mediaal

A

naar het median sagittale vlak toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Median sagittale vlak

A

Het vlak dat verticaal door het midden van het lichaam gaat en het in twee gelijke delen verdeelt (het mediale en het laterale vlak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Microscopische anatomie

A

Histologie, de studie van cellen en weefsels met gebruik van een microscoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Posterior

A

Ofwel dorsaal, de achterkant van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Proximaal

A

Een lichaamsonderdeel ligt dichter bij de oorsprong van een structuur dan een andere lichaamsonderdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Regionale aanpak

A

Elke regio van het lichaam wordt apart bestudeerd en allen aspecten van die regio worden tegelijkertijd bestudeerd (zenuwen, botten, spieren)

17
Q

Rostraal

A

Wordt voornamelijk bij het hoofd gebruikt, meer richting de neus

18
Q

Sagittale vlakken

A

Lopen verticaal en staan loodrecht op de coronale vlakken

19
Q

Superficial

A

Structuur ligt meer extern of op het oppervlakte van het lichaam

20
Q

Superior

A

Een lichaamsonderdeel ligt, ten opzichte van de verticale as, hoger dan een ander lichaamsonderdeel

21
Q

Systematische aanpak

A

Elk systeem van het lichaam wordt bestudeerd en gevolg door het lichaam heen

22
Q

Transversale/ axiale vlakken

A

Lopen horizontaal en verdelen het lichaam in superior en inferior vlakken