OKC 11 klinische chemie Flashcards

1
Q

Normaalwaarde bloed; natrium?

A

137 - 144 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normaalwaare bloed; kalium?

A

2.4 - 4.6 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normaalwaarde bloed; glucose?

A

4.0 - 5.5 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normaalwaarde bloed; hematrocriet

A

0,45 L/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De gemiddelde hoeveelheid rode bloedcellen tussen man en vrouw verschilt, hoe en waardoor?

A

Mannen hebben van nature meer rode bloedcellen dan de vrouw. Dat komt omdat testosteron, het mannelijk geslachtshormoon, de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschil waardes man / vrouw hemoglobine?

A

Man 8.1- 10.7 mmol/L
Vrouw 7.3 - 9.7 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschil waardes man / vrouw hematrocriet?

A

Man 0.4 - 0.5 L/L
Vrouw 0.35 - 0.46 L/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een zuur is een stof die H+(protonen)?

A

H+ afstaat, een protondonor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een base is een stof die H+(protonen)?

A

H+ opneemt, een protonacceptor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat geeft de pH waarde aan?

A

Wordt aangegeven hoe zuur of basisch een oplossing is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat geeft een pH lager dan 7 aan?

A

Dan is een oplossing zuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat geeft een pH hoger dan 7 aan?

A

Dat een oplossing basisch is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In de een zure oplossing wordt H+(protonen) afgestaan/opgenomen & concentratie hoog/laag?

A

Afgestaan
Hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In de een basische oplossing wordt H+(protonen) afgestaan/opgenomen & concentratie hoog/laag?

A

Opgenomen
Laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de optimale pH waarde van het bloed?

A

7,4 (7,35 - 7,45)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een pH <7,35 betekent dat het bloed te zuur is en dit noem je?

17
Q

Een pH >7,45 betekent dat het bloed te basisch is en dit noem je?

18
Q

4 pH buffers in het bloed zijn?

A

1) Hemoglobine
2) Plasma-eiwitten
3) Fosfaatbuffer
4) Bicarbonaatbuffer

19
Q

Wat is de functie van de bufferstoffen in het bloed?

A

Buffers vangen de pH-schommelingen op door overtollige H+ ‘mee te nemen en af te voeren’.

20
Q

De bicarbonaatbuffer heeft een snelle en langzame buffer, welke?

A

Snel; longen door koolstofdioxide CO2 uit te ademen, maakt bloed minder zuur.
Langzaam; nieren door bicarbonaat HCO3- uit te scheiden, maakt bloed zuur.

21
Q

De celmembraan is opgebouwd uit een?

A

Dubbele laag fosfolipiden.

22
Q

Wat is zijn fosfolipiden?

A

Langwerpige moleculen met een kop en een lange staart.

23
Q

De kop van de fosfolipiden is?

A

Hydrofiel (lost goed op in water)

24
Q

De staart van de fosfolipiden is?

A

Lipofiel (lost goed op in vet)

25
De doorlaatbaarheid van de celmembraan voor bepaalde stoffen, hangt af van welke 2 eigenschappen?
1) De grootte van de stof 2) Hydrofiel / lipofiel
26
Wat is simpele difussie?
Stoffen verplaatsen zich door de celmembraan van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een lage concentratie.
27
Wat is gefaciliteerde difussie?
Stoffen verplaatsen zich met behulp van membraameiwitten door de celmembraan van een plek met een hoge concentratie naar een plek met een lage concentratie.