Nucleus Flashcards
Erythrocyten
Geen celkern aanwezig
Chondrocyten
2 celkernen aanwezig
Dwarsgestreepte spiervezels
Veel kernen aanwezig
Grootte celkern
5-25 micrometer
Chromatine
Complex van DNA gebonden op histonen in interfase
Histontypen
H1 H2A H2B H3 H4
Nucleosoom
Structurele eenheid van chromatine
DNA is gewonden rondom nucleosoom
Nuclease
Splitst nucleosoom op in Nucleosome Core Particles
Nucleosome Core Particles
Bolletjes in elektronenmicroscoop
Bevat 146 DNA-basenparen
Chromatosoom
166 DNA-basenparen
Gewonden rond centraal histonengedeelte
> H2A H2B H3 en H4
Op plaats gehouden door H1
Heterochromatine
Sterk gecondenseerd
Inactieve delen
Tegen binnenmembraan
Euchromatine
Gedecondenseerd
Actieve delen
Metacentrisch
Centromeer centraal gelegen
Submetacentrisch
Centromeer iets uit midden gelegen
Acrocentrisch
Centromeer bijna aan uiteinde gelegen
Telocentrisch
Centromeer helemaal aan uiteinde gelegen
Pathologie
Hydropische kern
Pycnotische kern
Hydropische kern
Kern met hoge transcriptie-activiteit (euchromatine)
Groter met meer watergehalte
Pycnotische kern
Geringe of geen translatie-activiteit (heterochromatine)
Soms eerste tekenen celdood
Constitutief heterochromatine
Delen van chromosomen die in alle cellen heterochromatisch zijn
Facultatief heterochromatine
Delen van chromosomen die in de ene cel wel, in de andere cel niet heterochromatisch zijn
Chromatinevezel
Geheel van nucleosomen gewonden tot chromatinevezel
> 6 nucleosomen per winding
Diameter chromatinevezel
10 nanometer
Functies van de kern
Controlecentrum alle cellulaire activiteit
Bevat genetisch materiaal
Transcriptieplaats
RNA-processing plaats (ribosomen)
Perinucleaire ruimte
Ruimte tussen de twee membranen van de kernmembraan
Kernporiecomplexen
Selectief transport kern en cytoplasma
> eiwit
> RNA
Nuclear localization signals
Aanwezig op eiwitten bestemd voor import in de kern
Herkenning door Nuclear Import Receptors (importins)
Nucleoporines
Meest voorkomende klasse van kernporieproteïnen
GTP-bindende proteïne Ran
Translocatie doorheen kernporiecomplex
Richting aangeven van transport
Importine
Alpha en Bèta > binden aan molecule via NLS Transport naar nucleoplasma Interactie Ran-GTP met bèta Dissociatie van complex Transport naar cytoplasma Dissociatie Ran-GTP met bèta