Celdood Flashcards
Homeostase
In een stabiel weefsel bestaat er een evenwicht tussen aanmaak en verloren gaan van cellen
Typen van celdood
Apoptose
Necrose
Necrose
Als minimumvoorwaarden voor het metabolisme niet meer kunnen worden vervuld
Kenmerken necrose
Zwelling cellen en organellen
Vernietiging organellen
Verlies integriteit membraan
Pro-inflammatoire signaalcascade
Celdebris
Opgeruimd door macrofagen
Niet snel genoeg > ontstekingsreactie
Apoptose
Geprogrammeerde celdood
Start apoptose
Door externe signalen worden mechanismen in gang gezet
Signalen apoptose
Perforine
FasL
NO
TNF-alpha
Veranderingen apoptose
Cel krimpt Membraan blijft intact Celcontacten worden verbroken Mitochondriale potentiaal wijzigt Spacer-DNA wordt doorgeknipt Fragmentatie cel en kern
Oligonucleosomen
Spacer-DNA wordt doorgeknipt
Interfasechromosomen worden oligonucleosomen
LM: sterke chromatinecondensatie
Apoptotische lichaampjes
Cel en kern fragmenteren tot apoptotische lichaampjes
Fagocytose door naburige cellen of macrofagen
Kenmerken apoptose
Krimpen van cellen Chromatinecondensatie Uitstulpingen in cel (blebs) Fragmentatie van de cel GEEN ontstekingsreactie
Fosfatidylserine
Normaal op binnenblad van membraan
Bij apoptose naar buitenblad
Pro-inflammatoire signaalcascade necrose
Vrijstellen van inflammatoire cytokines en vrijstellen van celinhoud bij lyseren van de cel
Autofagie
Eiwitten en organellen worden afgebroken
Cytoplasmafragmenten opgenomen door autofagosomen
Versmelten met lysosoom
> Autolysosoom
Manier om te overleven van de cel