Microfilamenten Flashcards

1
Q

Microfilamenten

A

Bestaan uit eiwit actine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diameter

A

ongeveer 5 nanometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opbouw actine

A

G-actine monomeren
Polymerisatie tot
F-actine filamenten (helix)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opbouw en afbraak

A

Gereguleerd door actine-bindende eiwitten
> Cofiline
> Profiline
> Arp 2/3 proteïnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cytochalasines

A

Farmaca
Binden aan + einde
Verhinderen verlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Phalloidine

A

Farmaca
Bindt aan F-actine
Verhindert dissociatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Structuurtypes

A

Actinebundels

Actinenetwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Actinebundels

A

Compact of los georganiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Compacte actinebundels

A

Stabilisatie van bijvoorbeeld microvilli

Geassocieerd met fimbrine en fascine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fimbrine

A

Verbindingseiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fascine

A

Verbindingseiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Los georganiseerde actinebundels

A

Contractiele bundel

Geassocieerd met a-actinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A-actinine

A

Verbindingseiwit binnen contractiele bundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Filamine

A

V-vormig dimeer

Houdt actinefilamenten in netwerken samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Actinenetwerken

A

Geven mechanische steun aan de celmembraan

Binding via verankeringseiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verankeringseiwitten actinenetwerken in rode bloedcellen

A

Spectrine

Ankyrine

17
Q

Intercellulair contact tussen epitheelcellen

A

Adherinen (transmembranaire eiwitten)
Vormen complex met:
Cateninen (cytoplasmatische eiwitten)

18
Q

Hechting van fibroblasten

A

Integrinen (transmembranaire eiwitten) aan de extracellulaire matrix

19
Q

Verankeringseiwitten

A
Spectrine en Ankyrine 
ERM-proteïnen en dystrofine 
Integrinen 
Stressvezels 
Adherinen en cateninen
20
Q

Stressvezels

A

Grote actinebundels

Actinefilamenten gecrosslinkt door a-actinine