nederlands 9 Flashcards
1
Q
opsmuk
A
overdadige versiering
2
Q
subtiel
A
niet opvallend of overdreven aanwezig
3
Q
cadans
A
ritmische beweging of klank
4
Q
stilistisch vuurwerk
A
uitbundig gebruik van stijlaspecten
5
Q
typerend
A
kenmerkend
6
Q
arrogantie
A
superioriteitsgevoel, zoals dat in uitdrukking komt in iemands woorden, handelingen en gedrag
7
Q
sarcasme
A
bittere, bijtende spot
8
Q
sober
A
bescheiden, eenvoudig
9
Q
ironie
A
milde spot
10
Q
satirisch
A
de spot drijvend
11
Q
absurdistisch
A
dwaas, zot
12
Q
hilarisch
A
vrolijkheid veroorzakend
13
Q
karikatuur
A
iemand die zo neergezet wordt dat hij belachelijk gemaakt wordt.
14
Q
monoloog
A
deel van een gesprek waarbij één persoon aan het woord is
15
Q
zich aandienen
A
in aantocht zijn