nederlands 3 Flashcards

1
Q

een blad voor de mond nemen

A

zeggen waar het op staat, geven openlijk hun mening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

potentiële

A

mogelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

parlementaire

A

van de Tweede Kamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op de flanken

A

aan de zijkanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ideologie

A

op opvattingen over de wijze waarop de samenleving moet worden ingericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bestel

A

ordening zoals die bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

honend

A

met verachting bespottend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

terstond

A

direct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

conservatieve

A

behoudende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onparlementair

A

onbeschaafd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

notulen

A

verslag van een vergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

te wraken passages

A

tekstgedeelten die moeten worden afgekeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

publiek

A

openbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

baldadig

A

overmoedig en ruw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

crimineel

A

misdadig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

eufemisme

A

verzachtende uitdrukking

17
Q

dysfemisme

A

woorden die extra zijn aangedikt

18
Q

informele

A

niet-officiële, niet volgens de regels

19
Q

formele

A

officiële, zoals voorgeschreven

20
Q

taalintensivering

A

een boodschap sterker formuleren dan nodig is

21
Q

vertekenen

A

vervormd weergeven

22
Q

gefingeerde

A

verzonnen, niet-bestaand

23
Q

neutrale

A

zonder positieve of negatieve woorden

24
Q

prefereren

A

de voorkeur geven aan

25
Q

incompetent

A

onbekwaam, ongeschikt