nederlands 7 Flashcards
1
Q
vocabulaire
A
totaal aan woorden waarover een taal of iemand beschikt
2
Q
genre
A
soort
3
Q
recentelijk
A
onlangs
4
Q
roemen
A
met lof spreken over
5
Q
prominent
A
vooraanstaand
6
Q
consequent
A
volgens een vast plan
7
Q
visuele representatie
A
weergave in beelden
8
Q
lexicaal
A
wat te maken heeft met de woordenschat
9
Q
diversiteit
A
verscheidenheid
10
Q
spitsvondig
A
scherpzinnig, slim
11
Q
fervent
A
vurig, geestdriftig
12
Q
merite
A
goede eigenschap op prestatie
13
Q
qua
A
wat betreft
14
Q
poetry slam
A
voordracht van poëzie in wedstrijdvorm
15
Q
overigens
A
verder