Nederlands Flashcards
Aanduiden
Duidelijk maken
Aantonen
Bewijzen
Beoordelen
Een oordeel geven over
Bepalen
Vaststellen
Beredeneren
Een logische reden geven
Bevatten
In zich hebben
Gelden
Van toepassing zijn
Illustreren
Laten zien
Inhouden
Betekenen
Interpeteren
Opvatten
Observeren
Goed bekijken
Middelen
Het gemiddelde vast stellen
Raadplegen
Advies of informatie opzoeken
Toelichten
Uitleg geven
Vergelijken
Verschillen en overeenkomsten opzoeken
Blaffende honden bijten niet
Wie drijgt is ongevaarlijk
De beste stuurlui staan aan wal
Mensen die iets niet zelf doen maar wel denken dat ze het beter kunnen
De kat op het spek binden
Iemand in de verleiding brengen
Het hart op de tong hebben
Alles zeggen wat je denkt
Elk huisje heeft zijn kruisje
Overal zijn weleens problemen
Rund
Een onhandig en dom persoon
Gans
Dom meisje
Beer
Groot en sterke man
Kwal
Vervelend persoon
Zwijn
Smerig persoon
Archeoloog
Wetenschapper die oude dingen opgraaft en bestudeerd
Bedelven
Helemaal bedekken
Dorst lessen
Drinken tot je genoeg hebt
Gevaarte
Iets dat zo groot is dat je er onder de indruk van bent
Ketenen
Vastbinden
Restand
Wat overblijft
Sanitair
Alle verzieningen in badkamer en toilet
Tal van
Veel
Traceren
Opsporen
Coltuur
De manier waarop een volk leeft