Natuur-Scheikunde H7 Flashcards

1
Q

Wat is een geluidsbron?

A

Een voorwerp dat geluid maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een geluidsgolf?

A

Een geluidsgolf is een wisseling van hogere en lagere druk.
Je oren vangen deze snelle veranderingen op, waardoor je kunt horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een medium?

A

Een stof waar geluid door kan bewegen.

In een vacuum kan het geluid nergens door bewegen, en is er dus geen geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop heeft een medium erg veel invloed?

A

De geluidssnelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de geluidssnelheid in lucht van 20 C ?

A

343 m/s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Door welke belangrijke delen van je oor moet geluid voor je het hoort? (op volgorde)

A
  • trommelvlies
  • gehoorbeentjes
  • slakkenhuis
  • gehoorzenuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet de trommelvlies?

A

De trommelvlies trilt mee met de geluidsgolven die in de gehoorgang komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen de gehoorbeentjes?

A

De gehoorbeentjes brengen de trillende beweging naar het slakkenhuis en versterken het signaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet het slakkenhuis?

A

Het slakkenhuis regelt dat trillingen worden omgezet in elektische signalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet de gehoorzenuw?

A

De gehoorzenuw brengt de elektrische signalen over aan de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hoort er allemaal bij het “spraakorgaan”? (bro dit is toch geen bio)

A
  • stembanden
  • mondholte
  • keelholte
  • neusholte
  • tong
  • lippen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe maak je geluid met je stembanden?

A

Door de persen op de stemspleet, waardoor de stembanden gaan trillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de frequentie?

A

De aantal keren dat een geluidsgolf op en neer beweegt per seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de grootheid en wat is het symbool van frequentie?

A

Grootheid: frequentie
Symbool: F

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarin word frequentie gemeten?

A

In (1/s), dit is hetzelfde als Hertz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de trillingstijd?

A

De tijd die nodig is voor een volledige trilling/golf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de grootheid en wat is het symbool van trillingstijd??

A

Grootheid: trillingstijd
Symbool: T

18
Q

In welke eenheid word trillingstijd gemeten?

A

In de eenheid seconde.

19
Q

Hoe bereken je de frequentie?

A

frequentie = 1 : trillingstijd.

20
Q

Wat is de golflengte?

A

De lengte tussen twee dezelfde punten van een golf.

21
Q

Wat zijn de grootheid en de eenheid van de golflengte?

A

Grootheid = golflengte (λ)
Eenheid - meter (m)

22
Q

Hoe maken snaarinstrumenten geluid?

A

Door de snaren te laten trillen.

23
Q

Wat doet een dikke draad bij een snaarinstrument?

A

Lagere frequency.

24
Q

Wat doet een langere draad bij een snaarinstrument?

A

Lagere frequency.

25
Q

Wat doet een hogere spanning op een snaar bij een snaarinstrument?

A

Hogere frequency.

26
Q

Wat gebeurt er als je een noot een octaaf hoger speelt?

A

Dan verdubbeld de frequentie.

27
Q

Wat is het frequentiebereik?

A

Welke frequenties je wel of niet kan horen.

27
Q

Wat is het freqeuentiebereik van de gemiddelde mens?

A

Tussen de 20 en 20000Hz.

27
Q

Wat gebeurt er met je frequentiebereik als je ouder wordt?

A

De hoogste hoorbare frequenties zullen verlagen.

27
Q

Wat is ultrasoon geluid?

A

Geluid dat wij niet kunnen horen, omdat het boven ons frequentiebereik ligt. ( sommige dieren kunnen dit wel horen)

28
Q

Wat is de amplitude?

A

De amplitude van een geluidsgolf is de afwijking dat de golf heeft van de nullijn. De amplitude geeft dus aan hoe luid het is.

29
Q

Wat is de gehoordrempel?

A

De geluidssterkte waarbij je geluid net begint te horen.

30
Q

Wat is de pijngrens?

A

De geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen.

31
Q

Wat is de A-filter?

A

De A-filter gebruiken we om aan te geven hoe hard een geluid in decibel klinkt op verschillende frequenties.
Dit word aangegeven in dB(A).

Want bijv een geluid van 70db met een frequentie van 20hz klinkt veel zachter dan met een frequentie van 100hz.

32
Q

Hoe veel keer luider klinkt een geluid bij een vergroting van 10dB?

A

10 keer luider.

33
Q

Hoe veel keer luider klinkt een geluid bij een vergroting van 3dB?

A

2 keer groter

34
Q

Wat is een puntvormige geluidsbron?

A

Als je sprake hebt van een puntvormige geluidsbron dan betekent dat een verdubbeling in afstand een vermindering is van 6dB in geluidssterkte.

35
Q

Wat is een lineaire geluidsbron?

A

Als je sprake hebt van een lineaire geluidsbron dan betekent dat een verdubbeling in afstand een vermindering is van 3dB in geluidssterkte.

36
Q

Wat is een audiogram?

A

Een audiogram is een grafiek dat laat zien hoe sterk je gehoor is op verschillende frequenties.

37
Q

Waarvoor wordt een audiogram gebruikt en hoe?

A

Voor als je bijvoorbeeld een gehoorapparaat nodig hebt, je krijgt verschillende geluiden op verschillende frequenties te horen.