Geschiedenis 5.3 Flashcards

1
Q

Wat was de industriële revolutie?

A

Een periode waar grote uitvinding plaats vonden dat leidde tot een massale uitbreiding van de fabrieksmatige productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk gevolg had de Industriële Revolutie voor de woon- en werkomstandigheden van de burgers?

A
  1. Enorme uitbuiting door fabrieksbazen
  2. Kinderarbeid
  3. Slechte huizen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de naam voor de gevolgen van de Industriële revolutie voor de burgers

A

De sociale kwestie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat heeft urbanisatie met de sociale kwestie te maken?

A
  1. Urbanisatie heeft er voor gezorgd dat uitbuiten van medewerkers makkelijker is
  2. Door urbanisatie werden er veel slechte vieze huizen gebouwd dicht op elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe probeerde burgers zich te beschermen tegen uitbuiting van fabrieksbazen?

A
  1. Ze richtte eigen organisaties op: vakbonden
  2. Stakingen
  3. Media aandacht
  4. Sociale wetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de klassenstrijd?

A

Het conflict tussen de Bourgeoisie en de Proletariaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de Bourgeoisie?

A

De rijken:

  • Rijke burgerij
  • bezitten alle productiemiddelen
  • Heeft alle bezit en macht
  • Worden steeds rijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de Proletariaat?

A

De armen:

  • Arbeiders
  • Leveren het productiemiddel
  • Geen bezit of macht
  • Worden steeds armer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie was Karl Marx?

A

Hij was een socialistische man die voor de arbeiders op kwam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was het ideologie van Karl Marx?

A

Hij vond dat als alle productiemiddelen in de handen van de bourgeoisie zouden blijven dan zou de uitbuiting van het proletariaat doorgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe was de proletariaat van plan om de macht te grijpen en de productiemiddelen in handen van de overheid te brengen?

A

Ze richtte politieke partijen op. Zoals de SDAP. Hiermee probeerde ze invloed te hebben op het bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom wilde Karl Marx niet meer bepaalde nieuwe politieke partijen volgen?

A

Omdat die wat gematigde socialisten waren. Zij geloofde dat arbeiders het beter konden krijgen door geleidelijke veranderingen met sociale wetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zes fases beschrijft Karl Marx in zijn boek?

A
  1. De kapitalistische fase
  2. Concentratie- en cumulatiefase
  3. Der Verelendung
  4. De revolutie
  5. De dictatuur van het Proletariaat
  6. De klasseloze maatschappij (Het communistische droom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de kapitalistische fase

A
  • Fabriekseigenaren strijken veel winst op voor hun producten. Dat geld zou eigenlijk eerlijk verdeeld moeten worden over de arbeiders. Maar dat gebeurt niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Concentratie- en cumulatiefase

A
  • In een kapitalistische samenleving worden kleine bedrijven opgeslokt door grote bedrijven. Bedrijven willen groeien omdat ze anders zelf worden opgeslokt.
17
Q

Wat is Der Verelendung

A
  • De situatie van arbeiders gaat achteruit, de kloof tussen arm en rijk groeit…
18
Q

Wat is de Revolutie

A
  • Bedrijven zullen omvallen en arbeiders ontslagen worden. De onvrede en onrust zal groeien tot een kritiek punt wordt bereikt. De burgerij werpt de bezittende klasse omver!
19
Q

Wat is De Dictatuur van het Proletariaat

A
  • Dit is een onrustige fase. De Bourgeoisie is omvergeworpen maar de herverdeling van goederen en kapitaal gaat gepaard met grote onrust.
20
Q

Wat is De klasseloze maatschappij (Het communistische droom)

A
  • Hier is iedereen gelijk. Particulier bezit is afgeschaft. Alles is van iedereen.