Multiple Sclerose (MS) Flashcards

1
Q

Algemeen MS

A

Auto-immuunziekte
Myelineschede (witte stof) aangevallen door eigen immuun
Alleen myelineschede in czs, niet perifeer
Hersenzenuwen
Ontstaat ontstekingsreactie -> zwelling, vermoeidheid, soort, etc.
Aanval = schub -> myelineschede herstelt weer
Motorische en sensorische banen aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaak MS

A

Onbekend

Denken combinatie genetica en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Risicofactoren MS

A

Leeftijd (16 - 55)
Geslacht (vaker vrouw)
Familiegeschiedenis (in genen)
Infecties (Epstein-Barr -> klierkoorts/ ziekte van pfeiffer)
Ras (blank -> Noord Europa)
Klimaat (gematigde klimaat)
Vitamine D (minder vitamine D of minder blootstelling aan zonlicht)
Bepaalde auto-immuunziekte (schildklieraandoening, diabetes type 1, etc.)
Roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Epidemiologie

A

Meestal tussen 15-50 jaar

Vaker vrouwen dan mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschijnselen

A

Neuritis optica: dubbelzien, gezichtsveld valt weg
Piramide banen: spasticiteit, krachtverlies, verlamming
Sensibele: tintelingen
Andere: dysartrie (articulatiestoornis), ataxie, tremor, blaasfunctie stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symptomen deel 2

A

Moeheid -> sensorisch
Dubbelzien -> motorisch
Centraal ecotoom (midden gezichtsveld grijze plek)
Blaasproblemen
Pijn en jeuk
Geheugen (+ andere cognitieve veranderingen)
Emotionele verandering (depressie)
Spieratrofie (minder spiervolume)
Stuurloosheid (coördinatieproblemen, evenwichtsproblemen -> cerebellum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verloop

A

Exacerbatie (steeds slechter)
Remissie (weer beter)
Chornische ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten MS

A

Relapsing-Remitting MS (RRMS): aanvallen met herstel tussendoor (85%)
Primair-Progressieve MS (PPMS): geleidelijk achteruit zonder duidelijke aanvallen (>10%)
Secundair-Progressieve MS (SPMS): symptomen steeds erger, met of zonder aanvallen en remissies. Vaak eerst RRMS dan SPMS
Progressieve-Relapsing MS (PRMS): achteruitgang vanaf begin, met acute terugvallen en geen remissies (5%)
Milde MS: lang goed gaan. Milde klachten, lang geen achteruitgang, leeft langer. Zachte vorm MS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diagnose

A

Bloedonderzoek: andere ziektes uitsluiten, specifieke biomarkers
Markers
Ruggengraat (lumbale) punctie: afwijkingen antilichamen, andere ziektes/infecties uit sluiten
MRI: brengt laesies op hersenen/ruggenmerg in beeld. Injectie met contrastmateriaal markeert laesies in actieve fase. Op beeld afwijking myelineschede
Opgeroepen potentiële test: visuele of elektrische stimuli, waarbij bewegend patroon ziet, of korte impulsen worden toegepast op zenuwen. Elektroden Meteren hoe snel informatie langs zenuwbanen reist
Neurologisch onderzoek: wat kun je wel/niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doel behandeling

A

Afremmen ziekte
Stoppen MS-aanval
Bestrijden symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Medicatie MS

A

Corticosteroïden
INF (Inteferon-Bèta) -> gaat aantasting witte stof tegen
Gericht op symptomen (blaas, ademhaling, pijn, enz.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prognose

A

Bijna nooit dodelijk
Gemiddelde levensverwachting relatief weinig verkort bij MS
Beloop verschilt per patiënt
Meestal overlijden aan normale zaken, waar niet MS-cliënten ook aan overlijden
Overlijden aan complicaties van stoornissen (slikstoornissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly