Bronchuscarcinoom Flashcards

1
Q

Algemeen

A

Tumoren van luchtpijp, bronchus en longweefsel
Per jaar ongeveer > 12.000 nieuwe patiënten
Kleine bloedsomloop
Grote/snelle kans metastasen via bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 typen cellen

A
Klein cellig (ca. 20%) -> cellen kleiner dan normale cellen, delen snel, verspreiden snel en vaak al uitzaaiing bij ontstaan klachten 
Niet-klein vellig (ca. 80%) -> groeit langzamer, zaait minder snel uit en kan lang in lichaam zijn zonder klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pancoast syndroom

A

Longtop tumor
Zeldzame vorm
Tast vooral lymfe, zenuwen, ribben en wervelkolom aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschijnselen pancoast

A

Gewichtsverlies, vermoeidheid en symptomen door druk op borst, nek, gezicht en armen
Contante pijn
Syndroom Horner -> neurologische aandoening, meestal 1 zijde gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Syndroom Horner symptomen

A

Blozen één kant gezicht
Afhangend bovenste ooglid (ptosis)
Klein pupil (miosis) -> verschil grootte pupillen van twee ogen (anisocorie)
Niet kunnen zweten (anhidrose) aan één kant gezicht
Verhoging onderste ooglid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risicofactoren

A

Roken (pack years = jaren gerookt x aantal pakjes per dag)
Omgeving (asbest, fijnstof, etc.)
Andere longaandoening (COPD, TBC)
Genetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symptomen

A
Hoesten
Dyspnoe (kortademigheid)
Haemoptoë (bloed ophoesten)
Stridor (hoog klinkend geluid bij ademhaling)
Recidiverende pneumonieën (longontsteking die niet kan genezen)
Dysfagie (slik stoornis)
Heesheid 
Afhankelijk metastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderzoek

A

Performance status, gewicht, koorts
Onderzoek long/thorax
Lymfe (supraclaviculair = papabel)
Syndromen: VCS (Vena Cava Superior) of Syndroom van Horner (oogzenuw bedrukt)
Neurologisch symptomen, hepatomegalie
Para neoplastisch syndromen: verschijnselen zonder dat dit gevolg is van tumorcellen in aangedane gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metastasen

A

Via hematogeen: long -> v. pulmonalis -> hart -> aorta -> hele lichaam
Vaak botten, hersenen, longen en lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling

A

Chirurgische resectie: evt. lymfe of deel thoraxwand (ingroei), afhankelijk doorgroei
(Stereotactische) radiotherapie: curatief, adjuvant, concurrent of palliatief
Chemo
Op specifieke mutaties: bijv. EGFR-TKInhbitors
Endobronchiale therapie, pleura drainage, pleurodese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Palliatieve behandeling

A

Botmetastasen: systeembehandeling/ medicatie, radiotherapie (+ steroïden), soms OK
Haemoptoë: resectie of RT, chemo of embolisatie/laser, ernstig -> bronechoscopie verwijderen stolsel
Tracheo-oesofageale fistel (opening slokdarm en luchtpijp), ernstig -> slechte prognose. Stenting oesofagus (gat dicht stenten)
Vena Cava Superior Syndroom: RT, stenting (+ RT/chemo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prognose klein cellig

A

Meest agressieve vorm kanker
Prognose slecht
Stadium 1: 1 jaar na diagnose 79% in leven. Na 5 jaar 36%
Stadium 2: 1 jaar na diagnose 73% in leven. Na 5 jaar 33%
Stadium 3: 1 jaar na diagnose 60% in leven. Na 5 jaar 17%
Stadium 4: 1 jaar na diagnose 20% in leven. Na 5 jaar 2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prognose niet-klein cellig

A

Stadium 1: 1 jaar na diagnose 90% in leven. Na 5 jaar 62%
Stadium 2: 1 jaar na diagnose 80% in leven. Na 5 jaar 44%
Stadium 3: 1 jaar na diagnose 57% in leven. Na 5 jaar 19%
Stadium 4: 1 jaar na diagnose 23% in leven. Na 5 jaar 2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Respiratoire insufficiëntie (ademhalingsfalen)

A

Normale stofwisseling verstoord
Kan plots (acuut) of langzaam ontstaan (chronisch)
Acuut ademhaling falen: tumor verstopt luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Complicatie, pH waarde

A

Lage ademhaling: lage pH-waarde. Bloed houdt CO2 vast. Verzuring -> uitval organen
Hoge ademhaling: hoge pH-waarde. Oppervlakkige ademhaling haalt weinig CO2 uit bloed
Morfine gebruik krijg je ademdepressie: minder CO2 uit bloed dus ophoping. Meer CO2 -> meer H+ -> verzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly