Bronchuscarcinoom Flashcards
Algemeen
Tumoren van luchtpijp, bronchus en longweefsel
Per jaar ongeveer > 12.000 nieuwe patiënten
Kleine bloedsomloop
Grote/snelle kans metastasen via bloedvaten
2 typen cellen
Klein cellig (ca. 20%) -> cellen kleiner dan normale cellen, delen snel, verspreiden snel en vaak al uitzaaiing bij ontstaan klachten Niet-klein vellig (ca. 80%) -> groeit langzamer, zaait minder snel uit en kan lang in lichaam zijn zonder klachten
Pancoast syndroom
Longtop tumor
Zeldzame vorm
Tast vooral lymfe, zenuwen, ribben en wervelkolom aan
Verschijnselen pancoast
Gewichtsverlies, vermoeidheid en symptomen door druk op borst, nek, gezicht en armen
Contante pijn
Syndroom Horner -> neurologische aandoening, meestal 1 zijde gezicht
Syndroom Horner symptomen
Blozen één kant gezicht
Afhangend bovenste ooglid (ptosis)
Klein pupil (miosis) -> verschil grootte pupillen van twee ogen (anisocorie)
Niet kunnen zweten (anhidrose) aan één kant gezicht
Verhoging onderste ooglid
Risicofactoren
Roken (pack years = jaren gerookt x aantal pakjes per dag)
Omgeving (asbest, fijnstof, etc.)
Andere longaandoening (COPD, TBC)
Genetica
Symptomen
Hoesten Dyspnoe (kortademigheid) Haemoptoë (bloed ophoesten) Stridor (hoog klinkend geluid bij ademhaling) Recidiverende pneumonieën (longontsteking die niet kan genezen) Dysfagie (slik stoornis) Heesheid Afhankelijk metastasen
Onderzoek
Performance status, gewicht, koorts
Onderzoek long/thorax
Lymfe (supraclaviculair = papabel)
Syndromen: VCS (Vena Cava Superior) of Syndroom van Horner (oogzenuw bedrukt)
Neurologisch symptomen, hepatomegalie
Para neoplastisch syndromen: verschijnselen zonder dat dit gevolg is van tumorcellen in aangedane gebied
Metastasen
Via hematogeen: long -> v. pulmonalis -> hart -> aorta -> hele lichaam
Vaak botten, hersenen, longen en lever
Behandeling
Chirurgische resectie: evt. lymfe of deel thoraxwand (ingroei), afhankelijk doorgroei
(Stereotactische) radiotherapie: curatief, adjuvant, concurrent of palliatief
Chemo
Op specifieke mutaties: bijv. EGFR-TKInhbitors
Endobronchiale therapie, pleura drainage, pleurodese
Palliatieve behandeling
Botmetastasen: systeembehandeling/ medicatie, radiotherapie (+ steroïden), soms OK
Haemoptoë: resectie of RT, chemo of embolisatie/laser, ernstig -> bronechoscopie verwijderen stolsel
Tracheo-oesofageale fistel (opening slokdarm en luchtpijp), ernstig -> slechte prognose. Stenting oesofagus (gat dicht stenten)
Vena Cava Superior Syndroom: RT, stenting (+ RT/chemo)
Prognose klein cellig
Meest agressieve vorm kanker
Prognose slecht
Stadium 1: 1 jaar na diagnose 79% in leven. Na 5 jaar 36%
Stadium 2: 1 jaar na diagnose 73% in leven. Na 5 jaar 33%
Stadium 3: 1 jaar na diagnose 60% in leven. Na 5 jaar 17%
Stadium 4: 1 jaar na diagnose 20% in leven. Na 5 jaar 2%
Prognose niet-klein cellig
Stadium 1: 1 jaar na diagnose 90% in leven. Na 5 jaar 62%
Stadium 2: 1 jaar na diagnose 80% in leven. Na 5 jaar 44%
Stadium 3: 1 jaar na diagnose 57% in leven. Na 5 jaar 19%
Stadium 4: 1 jaar na diagnose 23% in leven. Na 5 jaar 2%
Respiratoire insufficiëntie (ademhalingsfalen)
Normale stofwisseling verstoord
Kan plots (acuut) of langzaam ontstaan (chronisch)
Acuut ademhaling falen: tumor verstopt luchtwegen
Complicatie, pH waarde
Lage ademhaling: lage pH-waarde. Bloed houdt CO2 vast. Verzuring -> uitval organen
Hoge ademhaling: hoge pH-waarde. Oppervlakkige ademhaling haalt weinig CO2 uit bloed
Morfine gebruik krijg je ademdepressie: minder CO2 uit bloed dus ophoping. Meer CO2 -> meer H+ -> verzuren