Motorisch leren Flashcards

1
Q

wat betekent repetition without repetition

A

“practice is a particular type of repetition without repetition,” when he tried to inform the movement science world of the inherent variability present in all human movement while also elaborating upon what proper practice for the enhancement of movement skill may look like.

He emphasizes that the goal of motor training is not the stable production of nearly identical neural stimuli, nor of nearly identical muscle forces, nor even of nearly identical joint motions. Rather, the goal of motor training is the consistently successful realization of a motor goal under ecologically real conditions—that is, conditions that are subject to unpredictable changes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

grondlegger bewegenswetenschappen

A

nicolai bernstein: repetition without repetition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is bernsteins vrijheidsgradenprobleem

A

te veel vrijheidsgraden die tegelijkertijd gecontroleerd moeten worden. we kunnen bewegingen op oneinding veel manieren uitvoeren, maar vaak kiezen we toch dezelfde manier. waardoor komt dat?

Het aantal vrijheidsgraden in het bewegingsapparaat is te groot om elke vrijheidsgraad apart aan te sturen, ons lichaam kan te veel om elke spier apart aan te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het voordeel aan het vrijheidsgradenprobleem

A

Je kunt dan namelijk flexibel handelen door je vrijheidsgraden in te zetten voor onverwachte handelingen in verschillende ruimten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het voordeel aan het vrijheidsgradenprobleem

A

Je kunt dan namelijk flexibel handelen door je vrijheidsgraden in te zetten voor onverwachte handelingen in verschillende ruimten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oplossing vrijheidsgradenprobleem?

A

coordinatie: Het beheersbaar maken van redundante (overtollige) vrijheidsgraden van het bewegingssysteem, d.w.z., het omzetten in een controleerbaar system

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bernsteins 3 stadia van leren

A
  1. reduceren vrijheidsgraden (freezing)
  2. incorporeren vrijheidsgraden (freeing)
  3. uitbuiten externe krachten (exploitation)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

freezing

A

omvormen tot rigide, controleerbaar systeem
(coördinatieve structuur) door maximale inperken vrijheidsgraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

freeing

A

flexibeler maken, maar controleerbaar houden, door het geleidelijk toevoegen vrijheidsgraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

exploitation

A

optimaliseren van actieve spierkrachten o.a. door

gebruik van externe, passieve reactiekrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leren fietsen en zwemmen met wieltjes en bandjes…

A

extern reduceren van vrijheidsgraden. is dit verstandig???

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

alternatieven zoals loopfiets..

A

beter omgaan met houding etc. leren motorische vaardigheden begint met houdingscontrole!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschil motorisch ontwikkeling en leren

A

ontwikkeling: nativisme (aangeboren)
leren: empirisme (aangeleerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nativisme 2 factoren

A

Biologische bepaaldheid begrenst of bepaalt de ontwikkeling (rijping)
Fylogenetische vaardigheden (noodzakelijk voor overleving): zitten, lopen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

empirisme 2 factoren

A

Omgevingsinvloeden begrenzen of bepalen de ontwikkeling (leren)
Ontogenetische vaardigheden (afhankelijk opvoeding, cultuur): fietsen, schaatsen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is motorische ontwikkeling simpelweg rijping?

A

Nee!

• Stapreflex: verdwijnt rond 2 maanden (in de lucht lopen)
• McGraw’s corticale inhibitiehypothese
Hogere breincentra rijpen tot 2 maanden en
onderdrukken dan reflex
• Thelen’s biodynamische hypothese
Relatieve spierkracht neemt af na 2 maanden door vetgroei
In water verdwijnt stapreflex niet
Training houdt reflex in stand en leidt tot eerder lopen
• Ervaring is voldoende factor in ontwikkeling

17
Q

wat zijn 2 verschillende uitleg soorten voor waarom stapreflex verdwijnt na 2 maanden

A
  1. McGraw’s corticale inhibitiehypothese: Hogere breincentra rijpen tot 2 maanden en
    onderdrukken dan reflex
  2. Thelen’s biodynamische hypothese: Relatieve spierkracht neemt af na 2 maanden door vetgroei
    - In water verdwijnt stapreflex niet
    - Training houdt reflex in stand en leidt tot eerder lopen

dus: Ervaring is voldoende factor in ontwikkeling

18
Q

is oefenen noodzakelijk voor motorische ontwikkeling?

A

Ja!

• Extreme isolatie (deprivatie), geen oefening
• Zonder oefening, geen optimale realisatie
Rijpingstandpunt ontkracht, ervaring is
noodzakelijke factor in ontwikkeling
• Discussie of inhaalslag volledig kan zijn
(‘weak’) of niet (‘strong’)
‘Strong’ duidt op kritieke periode voor ervaring

19
Q

de coordinatie van kinderen nu is …

A

gedaald

20
Q

beweegrichtlijnen

A

0-18: 1 uur per dag matig, 3x per week versterkend
volwassenen: 2,5 uur per week matig, 2x versterkend

21
Q

wat speelt nog meer een rol

A

sociaal economische factoren

22
Q

expliciet leren

A

eerst kennis opdoen, dan leren (accumulation of knowledge)

23
Q

impliciet leren

A

gewoon doen zonder te weten hoe je het moet doen (zonder instructies etc) (accumulation of experience)

24
Q

impliciet leren vs expliciet leren: welke is beter bij stress

A

impliciet: Uiteindelijk minder terugval bij stress

25
Q

onhandige kinderen…

A

lijken vaker te profiteren van impliciet leren

26
Q

onhandige kinderen…

A

lijken vaker te profiteren van impliciet leren

27
Q

goed verbaal werkgeheugen

A

expliciet is beter

28
Q

goed visueel en ruimtelijk inzicht

A

impliciet is beter

29
Q

vb van impliciet leren

A
  • Dubbeltaak (sommetjes)
  • Foutloos leren (langzaam moeilijker maken)
  • Analogieën (beeldspraak)
  • Aandacht richten op uitkomst van de beweging
30
Q

variatie in oefenen

A
  • Herhalen om bewegingspatroon in te slijpen, afwijkingen van ideaal minimaliseren
  • Bernstein ’repetition without repetition’, variatie is functioneel
  • Vergroten van variatie tijdens oefenen faciliteert leren
  • Probleem oplossen vs patroon
  • Reverse stick en adaptaball
31
Q

Samenvatting

A
  • Motorisch ontwikkelen en leren gaat over het leren coördineren van de vele vrijheidsgraden, zodat bewegen controleerbaar en adaptief is
  • Motorisch ontwikkelen en leren gaat niet vanzelf, ervaring opdoen (oefenen) is een noodzakelijke voorwaarde
  • Het gaat daarbij niet alleen om de hoeveelheid ervaring, maar ook om de kwaliteit van oefenen
  • Motorisch leren onderzoekt welke interventies (bv. uitleg, variatie) aan kwalitatief goed oefenen bijdraagt