Motivatie Flashcards
Verklaar het belang van motivatie in het onderwijs.
Van Nuland definieert het begrip motivatie als “… een innerlijke bron van energie die mensen naar voren doet bewegen naar een wenselijk resultaat en weg van een onwenselijk resultaat. Motivatie betreft de volbrenging van iemands’ behoeften, verwachtingen, doelen, verlangens en ambities” [vrije vertaling]. Volgens van Nuland beweegt een persoon zonder motivatie doelloos en zonder een gevoel voor richting. Dit maakt de studie van motivatie en de toepassingen voor het onderwijs essentieel omdat het energie en richting geeft; dat waar een student behoefte aan heeft om succesvol te zijn in school. Van Nuland geeft aan dat er een sterke behoefte is naar kennis van motivatie zodat docenten er bewust van zijn over hoe zij het curriculum en de instructies aanpassen naar in een mate waarin de studenten zich capabel voelen om teken betekenisvol, met interesse en doelbewust te kunnen volbrengen.
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘expectancy-value theorie’ en de relatie met motivatie en prestatie.
De ‘Expectancy-value’ theorie is een sociaal-cognitief model dat binnen het onderwijs een beroep doet op de rol van cultuur, ouders en docenten. Men kan de theorie in twee componenten delen: verwachtingen (het geloof dat men het verwachte gedrag kan vertonen) en de waarde (hoe belangrijk is het gedrag voor mij, cultuur, ouders, docent, etc.).
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘self-efficacy’ en de relatie met motivatie en prestatie.
Self-efficacy wordt gedefinieerd als het vermogen van het individu om actieplannen te organiseren en uit te voeren die een goede uitkomst op de taak tot gevolg zullen hebben. In andere woorden: Self-efficacy is de houding van een individu ten aanzien van een specifieke taak in een bepaalde context. Self-efficacy wordt beïnvloed door de volgende factoren: persoonlijke ervaringen in beheersing, plaatsvervangende ervaringen (geobserveerde ervaringen van anderen), mondelinge overtuiging, fysiologische status en veranderingen.
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘Intrinsieke motivatie’ en de relatie met motivatie en prestatie.
Aanhangers van het intrinsieke motivatieperspectief, beweren dat studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn, vrijwillig kiezen voor het uitvoeren van een taak omdat ze plezier en voldoening anticiperen bij de uitvoering. Tijdens een activiteit voelt de student zich autonoom om eigen acties voort te zetten of te stoppen wanneer nodig. Volgens Bruner zijn studenten meer gemotiveerd wanneer de instructies aansluiten op de eigen persoonlijke relevantie, ervaringen en de context.
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘self-determination theorie’ en de relatie met motivatie en prestatie.
SDT beschouwt de intrinsieke motivatie als hoofdzaak en de ‘psychologische behoeften’ als een belangrijke motivatieconstructie. Hoewel de psychologische behoeften lijken aanzienlijk op die van Maslow. SDT maakt een onderscheidt tussen de inhoud van doelen of leerresultaten en het gestuurde proces waaraan de uitkomsten bereikt worden waardoor voorspellingen gemaakt worden voor zowel de inhouden als de processen.
In SDT wordt onderscheid gemaakt tussen drie psychologische behoeften, namelijk een behoefte voor competentie, sociaal verwantschap en autonomie. Deze behoeften zijn essentieel in het begrijpen van het wat (inhoud) en het waarom (proces) in het nastreven van doelen. Wanneer de drie behoeften ‘verzadigd’ zijn, ontstaat er een indruk van een optimale leeromgeving. Daartegenover staat dat bij een slechte verzadiging frustratie ontstaat. De lerende kan de taak dan als te lastig, complex en de omgeving als te sturend ervaren.
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘mastery goals’ en de relatie met motivatie en prestatie.
Een ‘mastery goal’ duidt op de intentie van de lerende in een leertaak met als uitkomst het vergroten van kennis, competentie en vaardigheid.
Verklaar in eigen woorden het begrip ‘performance goals’ en de relatie met motivatie en prestatie.
Een ‘performance goal’ verwijst naar de intentie van de lerende in een leertaak met als uitkomst het demonstreren van de vaardigheid.
Op welke manier speelt ‘geloof in eigen kunnen’ een rol in de ‘expectancy-value theory’?
Bij de theorie van expectancy value maakt men een onderscheid in de component van verwachtingen (expectancy) en waarde (value). Juist de eerste geeft aan hoe men verwacht de taak uit te voeren en of deze daadwerkelijk uitvoerbaar is met de huidige set van vaardigheden, kennis en competentie.
Op welke manier speelt ‘geloof in eigen kunnen’ een rol in de ‘self-efficacy theory’?
Bij de self-efficacy theorie kan het geloof in het eigen kunnen uit de lerende zelf komen of zijn/haar omgeving. Self-efficacy is de houding van een individu ten aanzien van een specifieke taak in een bepaalde context. Self-efficacy wordt beïnvloed door de volgende factoren: persoonlijke ervaringen in beheersing, plaatsvervangende ervaringen (geobserveerde ervaringen van anderen), mondelinge overtuiging.
Op welke manier speelt ‘geloof in eigen kunnen’ een rol in de ‘self-determination theory’?
Self-determination theorie onderbouwt het belang van het geloof in eigen kunnen door het onderscheid in psychologische behoeften; men wil een deel uitmaken van een groep peers en daarin in zekere mate bewijzen het niveau van competentie en autonomie. Deze drie samen, bij een goede vervulling geven mogelijk de lerende een goed geloof in eigen kunnen. Zijn deze drie niet in harmonie kan het tegenovergestelde zich voordoen.
Hoe komt intrinsieke motivatie terug in de ‘self-determination theory’?
Self-determination theorie beschrijft intrinsieke motivatie voornamelijk in de relatie tussen de drie psychologische behoeften. Zijn deze drie in harmonie en wordt er voldoende beroep op gedaan, creëert men een optimale leeromgeving waarin de lerende zich kan ontwikkelen en zich prettig voelt.
Hoe komt intrinsieke motivatie terug in de ‘expectancy-value theory’?
Expectancy value theorie beschrijft voornamelijk in het component value (waarde) de intrinsieke motivatie van de lerende. De waarde wordt bepaald door de relevantie van de leertaak ten aan zien van de lerende.
Hoe komt intrinsieke motivatie terug in de ‘achievement goal theory’?
Achievement goal theorie beschrijft de relatie tussen gestelde doelen (e.g., S.M.A.R.T. doelen) en de intrinsieke motivatie. Hoe duidelijker een doel is beschreven in haalbaarheid en leerrelevantie, hoe hoger de kans is dat een lerende gemotiveerd is aan het doel (en dus de leertaak) te werken. Intrinsieke motivatie komt in principe voort uit, wat self-efficacy theorie ook beschrijft, een bepaalde leertaak van de lerende in een specifieke context. ‘Bepaalde’ heeft in deze beschrijving ook betrekking op de doelformulering.